Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ziekenbezoekers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ziekenbezoekers

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een br. zendt mij een vraag: Mag de kerkeraad iemand aanzoeken om ziekenbezoek in de gemeente te verrichten, die geen ambtsdrager is?
Deze vraag is niet nieuw. Reeds in 1574 kwam zij in dezelfde vorm op de classis Voorne ter sprake.
Deze oordeelde toen dat het niet juist was hierop bevestigend te antwoorden. Ja, zij vond het zelfs gevaarlijk. Konden de domino's het werk niet af, dan moesten de ouderlingen en diakenen maar bijspringen.
Toch werd de kerkelijke praktijk later heel anders. Reeds in 1581 stelde de kerkeraad van Amsterdam ziekenbroeders of ziekentroosters aan en deze ontvingen zelfs bezoldiging.
Ditzelfde geschiedde in vele steden, waar te weinig predikanten waren of het arbeidsveld te groot werd voor één predikant.
En nooit heeft later een kerkelijke vergadering deze praktijk veroordeeld.
Wel ging de praktijk zelf ontaarden. De ziekentroosters werden halve of hele dominé's. De kerken zelf hadden daar mede schuld aan. Zij benoemden ziekentroosters voor de zeevaart, die tegelijk het recht ontvingen om te preken en te dopen.
Het werden dus een soort vlootpredikanten.
Bij de Oost-Indische Compagnie en de Admiraliteit werd door de kerken herhaaldelijk aangedrongen om toch te zorgen dat er op de handels- en oorlogsvloot ziekentroosters werden aangesteld.
Geen wonder dat later bepalingen gemaakt moesten worden om de bevoegdheden van deze lekepredikers weer te beknotten. De weelderige loten, die er uit hen groeiden, hadden de kerken zelf gekweekt.
Maar de ziekentroosters behielden hun plaats.
Door niemand minder dan de bekende Voetius is deze plaats zelfs beschermd en verdedigd. En niemand zal hem er van verdenken dat hij overigens geen strakke lijnen trok. Op de vraag of de vraag of de dienst van deze ziekentroosters geoorloofd is, antwoordt hij: „Ja, omdat in grote steden zelfs in minder grote kerken, de predikers zulke helpers nodig hebben, omdat zij zelf door hun velen arbeid of wanneer zij door ziekte of uitstedigheid verhinderd zijn, niet altoos bij gevaarlijke zieken en lijdenden kunnen komen. Ook op de schepen zijn mannen nodig, die de zieken en stervenden uit Gods Woord onderrichten en troosten, en die bij de preek uit een boek kunnen voorlezen. Het bezwaar dat in de H. Schrift zulke mannen niet genoemd worden, geldt niet, want al wat nodig is tot de verzorging der kerk en de opbouw der gelovigen, behoort tot de bevoegdheid der kerk. Al is dit ook het werk der dienaren, hieruit volgt niet dat het door hen alleen moet worden gedaan. Ja zelfs is het de roeping der gelovigen. (1 Thess. 5 :11,14; Rom. 15 :14) naar hun krachten met de dienaren mede te werken. Het is wel waar dat naast de dienaren ook de ouderlingen en diakenen geroepen zijn, de zieken te bezoeken. Maar wijl zij hun werk gratis doen mag men hun niet te grote last opleggen."
Het beroep van Voetius op de Schrift is hier zeer ter zake. Daar wordt juist van de roeping van alle n gesproken om te vermanen en te vertroosten.
Prof. Dr. H. Bouwman sluit zich in zijn werk over het kerkrecht in deze dan ook graag bij Voetius aan en rangschikt de ziekenbezoekers onder de hulpdiensten, die de kerkeraad desnodig en -gewenst in kan stellen.
Zoals men de hulp van een gewoon gemeentelid kan inroepen voor administratie, catechisatie en andere bijzondere werkzaamheden, waarvoor iemand over bepaalde kwaliteiten beschikt, kan dit ook voor het bezoeken van zieken en ouden.
Uiteraard staat het onder ons wel vast dat dit allereerst werk is van de dienaren des Woords en de ouderlingen.
Maar wanneer een gemeente groot wordt of lang vacant is, waarbij er van de ambtsdragers reeds veel van hun tijd en krachten gevraagd wordt, is er niets op tegen, wanneer er iemand in de gemeente is, die er tijd en gaven voor heeft, om deze te verzoeken deze hulpdienst te verrichten.
Immers het kan zijn dat iemand het gewone ouderlingschap, dat veel avondwerk meebrengt, niet dragen kan maar overdag wel iets kan en wil doen. Waarom zou de kerkeraad van zulke diensten geen gebruik mogen maken als hulpdienst?
Is een gemeente lang vacant dan drukt de last daarvan niet zelden — met alle respect voor wat brs. ouderlingen kunnen en willen doen — voor een niet gering deel op de zieken en ouden, die, vooral in een grootere gemeente moeilijk geregeld bezocht kunnen worden.
Is er dan iemand te vinden, die daarin de gemeente en vooral de lijdenden kan dienen, waarom zou daarvan geen gebruik gemaakt kunnen worden!
Niet om de ambtsdragers geheel te vervangen maar om deze ter zijde te staan kan dan van niet-ambtelijke diensten gebruik gemaakt worden.
Het spreekt vanzelf dat zulk een „hulpkracht" dan ook inderdaad zich bewust moet zijn hulp-dienst te verrichten en zich geen ambtelijke positie aanmatigen.
Prof. Bouwman wijst er op dat zulk een hulpdienst tot het bezoeken van zieken zelfs van zusters der gemeente gevraagd kan worden zo deze daartoe gelegenheid en gaven bezitten.
Het gaat hierbij dus niet om het scheppen van een bijzondere positie maar eenvoudig om een dienst aan hen, die daaraan de grootste behoefte hebben en in hen aan de gemeente.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 maart 1951

De Wekker | 4 Pagina's

Ziekenbezoekers

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 maart 1951

De Wekker | 4 Pagina's