Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Pascha

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Pascha

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er is al heel wat geschreven over de woorden: pasach en pèsach. Het eerste woord is een werkwoord en het tweede is een zelfstandig naamwoord. De betekenis van het eerste woord wordt verschillend verklaard. De joodse traditie en tal van geleerden wijzen op de betekenis: hinken; verder op: voorbijgaan, over iets heengaan, zonder het aan te roeren; dus: verschonen, sparen. Maar dan in deze lijn op: voorbijgaan. Terwijl derden denken aan beschermen, en zó toch ook weer aan sparen. Het heeft geen zin een reeks artikelen en namen te noemen in dit verband.
In 2 Sam. 4 : 4 lezen wij dat Mefiboset lam was. Het „lam worden" schijnt de eerste gedachte te zijn, welke in het werkwoord pasach te vinden is. In elk geval wordt het woord in die tekst gebruikt. 1 Kon. 18 :21 en 26 vinden wij het woord ook gebruikt. Daar lezen wij van hinken (op twee gedachten) en rondspringen. Het woord pasach heeft dan de betekenis van hinken. Dan vinden wij de betekenis van: over iets heengaan zonder het aan te roeren, sparen, verschonen, Exod. 12 :12, v.v.; Jes. 31 : 5 .
Het is waarschijnlijk nooit ten volle aan te duiden hoe het verband is tussen de verschillende betekenissen. Misschien kunnen we deze lijn volgen: lam worden of: kreupel zijn, dus ook: hinkende beweging maken. Dan hinken, huppelen, dus: telkens ergens over heenspringen, een stukje grond niet aanraken. En dan volgt vanzelf: over iets heengaan zonder het aan te raken, het sparen, het verschonen. Dat deze gedachten in verband staan met een soort feest vieren vóór de instelling van het pascha onder Israël, geloven wij niet. Er is geen enkele aanwijzing voor.
Wij zullen de betekenis van het woord moeten vaststellen volgens de geschiedenis welke de Heilige Schrift ons meldt. Bij de instelling van het pascha moest Israël het bloed van een law strijken aan de twee deurposten en op de bovenste dorpel van de huizen, waarin het pascha gegeten werd, Ex. 12: 7 Dat bloed was tot een teken. Wij lezen dat de HEERE zegt: zie Ik het bloed, dan zal Ik aan u voorbijgaan, vs. 13. De plaag, welke over Egypte zou komen, zou dan de Israëliet niet treffen ten verderve. En het woord „voorbijgaan" lezen we dan meermalen: vss. 23, 27 b.v.
De gedachte van beschutten, bevrijden vinden wij ook in Jes. 31 :5. Maar in een geheel ander verband.
Wij moeten dus bij de vaststelling van het begrip pasach en pesach, uitgaan van wat Ex. 12 ons meedeelt. En daarin hebben wij genoeg gegevens. Wel is waar dat we daarmee geen verklaring ontvangen van de letterlijke betekenis van juiste betekenis illustratief gegeven. De HEERE had aan Mozes in Ex. 3 de verlossing toegezegd. Mozes moest ambtelijk verlossen. De verlossing zelf was het eigenlijke werk van den HEERE. Hij zou verlossen door bloed. En dat deed Hij, Ex. 12. De laatste plaag, doden van de eerstgeborenen, zou geschieden. Maar er was een weg om het doden te ontkomen. Die weg werd aan Israël bekend gemaakt. Egypte deelde daarin nog niet. Gods verkiezende liefde zien we ook hier openbaar worden. De weg der ontkoming was: alleen door bloed. Daarom moest het bloed van het geslachte lam aan de deurposten worden gestreken. En waar dat bloed gevonden werd, zouden in die woningen de eerstgeborenen niet worden gedood. Het doden zelf was een daad Gods, Ex. 12 :29; Hij deed dat door de „verderver". De verklaring van dit laatste woord is verschillend; men denkt aan: het verderf; een verdervende macht; een straf engel. Duidelijk is dat de HEERE middellijk werkt. Het is heel goed te verklaren dat een strafengel is gebruikt, 2 Sam. 24 ; 16, e.a. teksten.
De illustratie voor de betekenis van het woord is wel duidelijk door wat de HEERE in Zijn woord zegt. Er zijn schuldigen. Zij hebben de dood verdiend. Daarom moet er bloed vloeien; het leven moet worden gegeven. De levenskracht, het leven zelf vloeit weg. Dat bloed, het bloed van het plaatsvervangend offer moet aan de deurposten worden gestreken. Wie achter dat bloed schuilt, is veilig. De „verderver" kan niet binnen komen, waar het bloed aan de deurposten gestreken gezien wordt. Achter dat bloed zijn de ten dood genoemden verschoond, beschut; achter dat bloed blijven zij gespaard en vergeten we nu niet dat de HEERE zelf doodt. Ex. 12 :29, zij het dan door de „verderver". Dus achter het bloed zijn de eerstgeborenen veilig tegen het doden door God Zelf. Welk een kracht heeft dus dat bloed. Het bloed, dat heenwees naar het bloed van den Christus. Dat bloed houdt Gods „verderver" buiten; dat bloed houdt den God der wrake buiten. Dat bloed vloeide later op het altaar. En het bloed van het Lam Gods, Jes. 53, houdt buiten het eeuwig verderf.
Ons Pascha is voor ons geslacht. 1 Kor. 5 : 7.
Jezus Christus, de Eerstgeborene uit de doden, Openb. 1 :5, heeft zijn bloed gestort. Hij is de dood ingegaan. Maar Hij is de Eersteling van hen, die ontslapen zijn. Hij heeft de zondelast, Jes. 53, gedragen, weggedragen en achtergelaten in het graf van Hem, begraven in dat graf. Wie in Hem is begrepen, Rom.. 8:1; 2 Kor. 5 :17, is vrij van het oordeel, vrij van het verderf, van vloek en verdoemenis, Rom. 8 : 33, 34. Zij kunnen nooit door het verderf worden getroffen. God gaat hen voorbij met zijn verderf, met zijn gericht; Hij huppelt — als wij het zo eens mogen zeggen — vol vreugde over hen heen; Hij raakt hen met zijn slaande hand niet aan. Zij zijn aan het oordeel der verdoemenis onttrokken. Zij zijn verschoond.
Paschen spreekt dus van het verschoningsfeest; van het feest der wonderbare bevrijding. Wie het Pascha eet, wie door een levend geloof Christus leert omhelzen. Hem eten en drinken, gaat vrij uit. De heilige en rechtvaardige God kan hem niet meer treffen door de „verderver".
Zoals de vogelen dekken met hun vleugels, zo zal de HEERE Jeruzalem verschonen, bedekken, Jes. 31 : 5. Onder de vleugelen van den Christus zijn al de Zijnen bedekt op volmaakte wijze.
Die sparende, verschonende genade, is van eeuwige duur. Het is wel rijk. Wanneer het paasfeest zo mag worden gevierd.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 maart 1951

De Wekker | 4 Pagina's

Pascha

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 maart 1951

De Wekker | 4 Pagina's