Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Rondom het Oude Testament (X)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Rondom het Oude Testament (X)

De tekst van het Oude Testament 4. Tekstcorrupties.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

We hebben de vorige maal gezien, dat door de trouwe zorg van God de tekst van het Oude Testament de eeuwen door betrekkelijk zuiver is bewaard gebleven. Toch wil dat niet zeggen, dat er ten gevolge van de overschrijvingen in het geheel geen veranderingen zouden zijn aangebracht of ook wel fouten ingeslopen. Want dit is inderdaad het geval. We noemen dat tekstcorrupties.
Soms zijn met opzet veranderingen aangebracht. Zo wordt in 1 Kron. 8 : 34 de zoon van Jonathan genoemd: Meribbaal. Oorspronkelijk zal deze naam wel geluid hebben: Mefibaal. Maar in 2 Sam. 9 heet dezelfde persoon: Mefiboseth. Het tweede lid van de naam, nl. „baal" is vervangen door het Hebreeuwse woord: „bosjeth" en dat betekent „schande". Men vond het later schande, dat de naam van een Israëliet was samengesteld met de naam van Baal. Men kende Baal alleen als de afgod der Kanaanieten en vergat, dat in oude tijden ook God Zelf Baal werd genoemd. Baal is de oude West-Semietische naam voor „God". Maar omdat men dat niet meer wist, ergerde men zich aan een naam, waarin de naam van baal voorkwam en toonde die ergernis duidelijk door die naam te vervangen door het woord „schande".
Ditzelfde is ook het geval met de naam van de zoon van Saul, die na diens dood koning over Israël werd, nl. Isbaal. Zo wordt hij genoemd in 1 Kron. 8 : 33. In 2 Sam. 2 :12vv heet hij telkens: Isboseth. Hier hebben wij te doen met dezelfde opzettelijke wijziging van de tekst.
Maar er zijn ook onopzettelijke wijzigingen, fouten dus. Deze fouten zijn het gevolg van de overschrijvingen.
Nu moet men goed begrijpen. Deze fouten betreffen niet de inhoud van Gods woord, de openbaring van God. Maar zij betreffen de tekst, waarin die openbaring van God tot ons is gekomen.
Wie wel eens een schriftstuk heeft overgeschreven, weet hoe makkelijk daarbij fouten kunnen worden gemaakt, doordat soms woorden dubbel worden geschreven en andere woorden worden weggelaten. Aan dit euvel zijn ook de overschrijvers van de Bijbeltekst niet ontkomen.
En daarbij komt ook nog iets anders. Handschriften waren duur. Ze werden gelezen tot ze versleten waren. Sommige letters waren dan soms geheel weggesleten en een overschrijver, die zich van zulk een handschrift bediende, moest dan naar eigen wijsheid de onleesbaar geworden letters weer herstellen, wat niet altijd op de juiste wijze is geschied.
En eindelijk ook nog dit. De meest handschriften waren privaat bezit. Men ging er wel zorgvuldig, maar toch vrij mee om. En zo gebeurde het vaak, dat men aantekeningen, nader verklaringen, opmerkingen op de rand van de tekst zette. Een volgende overschrijver schreef ze dan soms doodleuk tussen de tekst.
Dat er inderdaad fouten in de tekst zijn binnengeslopen, blijkt ten eerste hieruit, dat er teksten zijn, die onleesbaar en onvertaalbaar zijn. In de St. Vert. merkt men dat niet altijd, omdat de Statenvertalers altijd nog hun best gedaan hebben om aan de vertaling een goede zin te geven.
Zo is een tekst als 1 Sam 13 : 1 beslist onvertaalbaar. Daar staat letterlijk: „Een jaar was Saul oud, toen hij koning werd en twee jaar regeerde hij over Israël". Ongetwijfeld zijn hier enige cijfers weggevallen. Ook in 1 Sam. 6 : 19 hebben we te doen met zulk een tekstcorruptie. Daar wordt gezegd, dat, toen de mannen van Beth-Semes in de ark keken, er stierven „70 mannen 50000 mannen". Waar die 50000 mannen vandaan komen is een raadsel, maar die woonden er in heel Beth-Semes niet. Voor Beth-Semes was de dood van 70 mannen al een verschrikkelijke ramp.
Dat er fouten in de tekst zijn ingeslopen, blijkt ook uit de parallelplaatsen, die we in de Bijbel hebben. In 2 Sam. 23 : 29 is sprake van een zekere Heleb. In 1 Kron. 11 : 30 heet diezelfde persoon Heled. In een van beide gevallen is er een letter verkeerd geschreven. In 2 Sam. 8 :12 is sprake van Syrië, waar in 1 Kron. 18 : 11 gesproken wordt van Edom. Als we bedenken, dat Syrië in het Hebreeuws Aram heet en de r en de d in het Hebreeuws veel op elkaar lijken, ligt deze fout voor de hand. In 2 Sam. 8 : 12 moet staan: Edom. In 1 Kon. 12 : 2 staat, dat Jerobeam in Egypte bleef. In 2 Kron. 10 : 2 wordt gezegd, dat Jerobeam uit Egypte terugkeerde. Dit laatste is de bedoeling. In de Samuëltekst is dus een fout van de overschrijver.
Deze fouten doen aan de waarde van Gods Woord niet af, maar moeten juist worden gesignaleerd, opdat wij de bedoeling van het Woord Gods des te beter zullen verstaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 juni 1951

De Wekker | 4 Pagina's

Rondom het Oude Testament (X)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 juni 1951

De Wekker | 4 Pagina's