Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het gebed in het gezin (III)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het gebed in het gezin (III)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hebben we in de voorafgaande beide artikelen de roeping benadrukt tot het gebed in het gezin, in dit slotart. bespreek ik enkele bezwaren.
Allereerst persoonlijke bezwaren. Een vader kan het gevoel hebben dat hij het niet zal kunnen doen om in zijn gezin voor te gaan. Hij is „zwaar van tong". Een ander durft niet te beginnen met wat hij nog nooit eerder deed enz. enz. Alle bezwaren zal ik maar niet noemen want ik beliep dan de kans dat speciale bezwaar van u, die dit leest, misschien juist over te slaan.
Maar nu in ernst: Brengen deze dingen ons wel voor Gods aangezicht? Zeggen we den Heere wel eenvoudig: Heere dit is mijn roeping maar...
Ik heb sterk de indruk dat velen hier wel over praten maar te weinig inderdaad begeren om door den Heere zelf tot deze roeping bekwaamd te worden. Zij vinden het zo wel goed en hebben zichzelf er niet voor over om het nu eens, ziende de roeping, met den Heere te wagen. Laat het dan in aanvang gebrekkig, stuntelig misschien zijn, er zal zeer zeker bekwaamheid ontvangen worden.
Er kunnen ook bezwaren zijn in het gezin. Elk gezin heeft zijn moeilijkheden en strubbelingen. Het gebed wijke daarvoor niet. Omgekeerd is nodig dat de moeilijkheden wijken voor de noodzaak met elkaar tot God te spreken en dat kan niet als er onderling wat „zit".
De Apostel Petrus waarschuwt dat in de onderlinge saamleving het gebed niet verhinderd behoort te worden.
Een bezwaar, dat sommigen opperen, bestaat hierin, dat men meent dat door het voorgaan van het hoofd van het gezin het persoonlijk gebed van de leden van het gezin verhinderd wordt. Op het eerste horen schijnt dit bezwaar klemmend. Immers één spreekt en de anderen zwijgen.
Vergeet echter niet dat het hier gaat om het gebed van het gezin. En daarin moeten allen kunnen meebidden. O, ik weet al te goed dat de beschouwing hier mooier is dan de werkelijkheid. Maar toch moeten wij het zo zien.
Het zal goed zijn de kleinere kinderen afzonderlijk na het gemeenschappelijk gebed te laten bidden. Zij toch kunnen nog niet meebidden in het gemeenschappelijk gebed.
Overigens zie men het gebed in het gezin niet als dfe meest geëigende gelegenheid voor het persoonlijk gebed. Hier spreekt de gemeenschap. Het persoonlijk gebed zal het meest bloeien, wanneer het ook inderdaad persoonlijk beoefend wordt.
Daarbij, in het gezinsgebed komen ook andere zaken en anders aan de orde dan in het persoonlijk gebedsleven.
In het gezinsgebed komen de noden van het gezin en van dat gezin in verband met heel het leven aan de orde.
Zoo kunnen ook in het gezinsgebed bepaalde behoeften in de familiekring of van de kerk, het land, het volk enz. aan de orde komen.
Zo leeft het gezin mee en spreekt tot den Heere.
Heel gemakkelijk valt de voorbidder in het gezin in dezelfde woorden. Toch zal ook hier geheiligde overdenking voor dode sleur en formaliteit kunnen bewaren.
Of het aanbeveling verdient in het gezinsgebed altijd het „Onze Vader" te gebruiken? M.i.z. niet. Niet dat dit gebed altijd ongebruikt moet blijven in het gezin. Maar het moet niet het formuliergebed worden.
Zeker kan ik mij indenken dat velen naar een vaste lijn zoeken, maar dat moet er toch niet toe leiden dit bizonder gebed altijd in de gezinssfeer te brengen.
Er zijn ook nog wel andere voorbeelden waaraan men zich toetsen kan. Ik denk hier aan de gebeden, die wij in de Liturgische geschriften, achter in ons psalmboek vinden of in de gezangen voor en na het eten.
Ook hier geldt weer dat geestelijke bekwaamheden in de worsteling met de taak, die de Heere geeft, verkregen worden.
Met schaamte zal menig huisvader bedenken, dat het hem vaak aan de geestelijke spanning ontbreekt, die het gebed als een pijl van de boog der ziel doet omhoogklimmen.
Ook hier zal op de rechte wijze beleefd, het „gebed om een gebed" zijn plaats krijgen. En dat zullen dan zeer zeker niet de slechtste tijden zijn voor ons persoonlijk.
De zegen van dit huiselijk gebed kan groot zijn. Niet dat deze direct aanwijsbaar zal zijn. Maar wie draagt er geen rijke herinneringen in zijn leven mee aan het gebed van een biddende vader bij gewone of bizondere gelegenheden in de huiselijke kring. En wie heeft er, ver van huis, wel eens niet naar gesnakt om dit weer te mogen meemaken? Onthoudt daarom, ouders, uw kinderen de zegen niet van het huiselijk gebed.
En: de HEERE wil zijn een hoorder der gebeden.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 oktober 1951

De Wekker | 4 Pagina's

Het gebed in het gezin (III)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 oktober 1951

De Wekker | 4 Pagina's