Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Pastorale Brieven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Pastorale Brieven

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Beste Vriend!
Eer we verder schrijven over de leer der zaligheid in ons geschil met Rome, zend ik u hierbij naar uw verlangen, een verslag van de groote samenkomst in Den Haag. Het liet zich vermoeden, dat voor het onderwerp interesse zou zijn. En inderdaad, de groote Herv. St. Jacobkerk was 24 Oct. 's avonds vol met een paar duizend belangstellenden. Alles liep zonder incidenten af.
Hier volgt een beknopt résumé van de rede.

Zalig worden volgens de Roomsche óf naar de Reformatorische leer?
Kort résumé .
Als ge hier samen waart gekomen uit „papen-haat", dan staat ge nog op één lijn met b.v. de communisten. We moeten de principes in geding brengen. Er is in hoofdzaak drieërlei: 1e. het formeele princiep over de kenbron der waarheid; 2e. het materieele princiep over de genade der schuldvergiffenis en het recht op het eeuwige leven; en 3e. het instrumenteele princiep over het geloof.
Wat het eerste aangaat is in geding, of de kenbron alleen de H. Schrift is, óf daarnaast ook nog de traditie? Rome leert: óók nog de traditie; en wat is dat? De vermaarde definitie van den middeleeuwer Bellarminus luidt: wat overal altijd en door ieder, door de kerk wordt aanvaard. We wezen op de vaagheid en onhoudbaarheid hiervan. Wel dienen we een kenbron te hebben, welke met goddelijk gezag ons leert wat overal, altijd en door ieder moet aanvaard worden. Wat is dan de toets weer van de traditie? De H. Schrift. Deze is gegeven, om wat eerst traditie was voor alle eeuwen enz. vast t e leggen. Volgens Joh. 20 :30 en 31 is het te Schrift gestelde er juist, opdat we gelooven zouden; gelooven op (gezag van) de H. Schrift dus.
Overal wijzen Chr. en de Apostelen naar de Schriften heen, nooit naar een z.g.n. traditie in Roomschen zin. Als de Kerk zal uitmaken wat de Schrift èn wat de Kerk is, loopt dit uit op de hiërarchie van Rome; en dan verkiezen we vrijheid in gebondenheid aan de Schrift boven een hiërarchische z.g.n. eenheid van Rome. Niet aan Rome, maar aan de Reformatie danken wed e vrijheid van geweten, van religie, van Staat en wetenschap.
En wil Rome een neo-hiërarchie vestigen, dan zal zij erger voor haar dan de Reformatie in het eind de commiui. revolutie op haar weg tegen zich vinden. Oost-Europa enz. bewijzen het reeds; gelijk dan ook in de Roomsche landen meestal de meest sterke communistenactie wordt aangetroffen.
II. De kern van heel het geschil is de leer der vrije genade en der Rechtvaardigmaking des zondaars. Dit werd door het „Schild" zelfs' zeer terecht aangegeven in het Sept. no. van j.l. Nu dient genade naar de Schr. niet om den mensch uit zijn z.g.n. verzwakte natuurstaat op te heffen door zelfwerk tot het bovennatuurlijke; maar om hem uit den dood tot het leven te brengen. De Reformatie stelde deze leer van vrije genade te helderder in het licht doordien zij naar de Schr. een diep inzicht had in de vreeselijke realiteit der zonde, wegens derzelver verdoemende kracht, èn tyranniseerende macht; waaruit genade verlost in de sfeer van het recht; door de totaal-waarde en afdoende éénmalige offerande van Christus; men zie b.v. den zendbrief aan de Hebreen. Rome leert de tegenstelling niet van zonde en genade, maar van natuur en bovennatuur; neergelegd in de leer van het donum super additum, wat we nader toelichtten.
De mensch bestond om zoo te zeggen uit twee verdiepingen, de onderste was de louter menschelijke natuurlijke mensch, en de tweede daarbovenop was iets bovennatuurlijks. In den val verloren we dit tweede, terwijl het eerste slechts verzwakt werd. En n u is de genade, volgens Rome, dat God ons weer instort een vermogen, om dit bovennatuurlijke weer te bereiken; waarbij men dan door werken zelfs de eeuwige zaligheid kan bereiken.
Christus zou dan voor ons verdiend hebben, dat wij zelf verdienen kunnen. De genade is dan niet een met Christus gezet zijn in den hemel, maar meer een ladder met de zeven sacramenten als sporten, om op te klimmen tot de aanschouwing Gods. In onzen val zouden we het kunnen (het posse) wel verloren hebben, maar het kunnen willen (het velle) nog hebben behouden. Deze. genadeladder helpt ons nu aan het kunnen. Genade wordt op die manier toch afhankelijk van ónzen wil; als 't er op aan komt is ze onmachtig, en tenslotte dan ook verliesbaar. Vóór en na den val, zoo leert echter de Schrift, is het onze steeds ongelijk met de absolute heiligheid Gods. We kunnen nooit een rekening presenteeren aan God, maar moeten een kwitantie ontvangen.
De H. Schrift nu leert, dat genade de eenige maar dan ook algenoegzame bron der zaligheid is, en dat dit inhoudt, dat God alles doet, en alléén het doet, zonder coöperatie. De Rechtvaardigmaking is niet een ingestorte heiligmaking maar een uitspraak van vrijspraak, dat om Christus' wil ons onze schuld is vergeven; vergeving wegens de gerechtigheid Gods; d.i. die gerechtigheid welke God zelf in Christus heeft tot stand gebracht.
Toen Luther deze gerechtigheid in het geloof leerde omhelzen, riep hij uit: Heere Jezus, nu zijt Gij mijn zonden; en ik ben uw gerechtigheid. Deze gerechtigheid Christi wordt ons deel, niet door de werken, maar in den weg des geloofs; geloof in de Belofte Gods. Belofte staat in de Schrift dan tegenover de werken.
III. En zoo is het geloof het instrumenteele princiep. Door, uit, in, maar nooit óm het geloof leert de Schr. Niet het sacrament, maar het geloof doet ons de weldaden van Christus deelachtig worden. En het sacrament verzegelt deze beloften en versterkt daardoor het geloof! Het geloof krijgt in de leer der zaligheid een centrale plaats. Wie gelooft zal leven. Het schenkt ons alles wegens zijn voorwerp Christus. Wie gelooft heeft het eeuwige leven. Het is Christus zóó kennen, dat ik op Hem vertrouw en uit Hem leef. Gelooven is naar Jezus' eigen woord tot de Joden in Joh. 6, het eene groote werk, hetwelk alle onze werken uitsluit. Wel baart het de werken der godsvrucht. Het is door de liefde werkzaam, d.i., naar den Griekschen grondwerkwoordvorm functionneeren in daden der liefde. De persoonlijke heilsverzekerdheid, welke Rome op deze manier niet kent, is een vrucht des geloofs, de zaligheid is onverliesbaar; dus anders dan Rome leert. Hierbij is in geding het offer van Christus, óf dit ook bij geval een risico had kunnen zijn.
Ten slotte wijdden we nog de aandacht aan de verdeeldheid bij het Protestantisme; maar daarvoor is Rome uiteindelijk aansprakelijk; doordien het zoover was afgeweken, dat men het rechte spoor kwijt was geraakt, zoodat ieder in den „brand" maar een goed heenkomen moest zoeken. Toch is bij de ware Reformatiebelijders een eenheid achter de verschijnselen, die in 't diepste wezen meer bindt dan scheidt. Ernstiger echter noemt spr. het feit dat we thans ook een neo-protestantisme hebben, hetwelk ten onrechte zich naar de Reformatie benaamt. Dit neoprotestantisme is in vele opzichten erger dan Roomsch, en we dienen daar ver vanaf te staan; met den humanistischen „Amerikaanschen" Christus.
Ons volk worde weer ook in de practijk echt bijbelsch. Men onderwijze de jeugd weer en meer allereerst niet in de politiek maar in den Catechismus in al zijn diepte en omvang. We spelen met al onze leuzen zonder den ouderwetschen Reformatorischen inhoud anders Rome juist in de kaart. En bovenal men sta naar die echte geloofsgehoorzaamheid, verzekerdheid en blijdschap, waardoor we eerst zullen kunnen bewijzen onzen rijkdom boven Rome.

't Was een indrukwekkend moment toen aan het slot die gansche menigte staande uit volle borst aanhief: Een vaste burcht is onze God. Bij Ds. J. Groenewegen, Herv. pred. te Den Haag, berustte de keurige leiding.
De volgende maal D.V. verder over de genadeleer.
Met hartel. groeten Gode bevolen,

uw toegen. vr. en br.
G. Wisse.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 november 1951

De Wekker | 4 Pagina's

Pastorale Brieven

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 november 1951

De Wekker | 4 Pagina's