Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Simeon en Levi of Strijden en strijden zijn twee (II)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Simeon en Levi of Strijden en strijden zijn twee (II)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Simeon en Levi zijn gebroeders. Vervloekt zij hun toorn, want hij is heftig, en hunne verbolgenheid, want zij is hard. Ik zal ze verdeelen onder Jakob, en zal ze verstrooien onder Israel. Genesis 49 : 5a en 7.Strijd den goeden strijd des geloofs. 1 Tim. 6 :12a

Het is niet zonder reden, dat ik onder het woord uit Genesis een tweede Schriftwoord plaats, 't welk Paulus eens schreef aan zijn zoon Timotheus.
Het woord uit Genesis zegt ons, hoe wij niet, en het woord aan Timotheus zegt ons, hoe wij wel moeten strijden.
Het eerste wijst naar een pad ten dode, het tweede naar den weg ten leven.
Het eerste herinnert aan een strijd, zooals deze thans op het gansche wereldrond aanwakkert, die voortgezweept wordt in woest geweld en satanische haat. Het tweede wijst heen naar een wedstrijd, die door heilige inIspiratiën gestaald, slechts ten doel heeft de glorie van den naam des Heeren Heeren.
Gansch de wereld in haar toeleg en wapengeweld staat aan de zijde van Simeon en Levi, waarvan Jakob eens typeerend zeide: hun handelingen zijn werktuigen van geweld.
Naarmate deze wereld van geweld en haat al meer ontzinkt aan de perspectieven van geloof zal al duidelijker worden, dat die wereld niet veel anders kan en zal overhouden, dan bittere teleurstelling en smadelijke vloek.
Al klinkt het ver en breed van de torens der ijdele wereld, al hoort men uit het kamp van het al sterker wordend humanisme: mensch, wetenschap, cultuur, uitvinding, gij zijt groot en sterk , desondanks zijn wij zoo zielig klein, en voelen ons zoo onbeholpen en benauwend in het bittere werelddrama.
Simeon en Levi zijn gebroeders!
Inderdaad dit woord uit het grijs verleden heeft tegenwoordig een ontvettende benauwende inhoud gekregen sinds den dag, dat de eenheidsbeweging vorderingen maakte en de saambinding er volken er op uit was om al meer zich aan te gorden in wapengeweld.
Dit woord „gebroeders" wil niet zegge, dat zij broers waren. Natuurlijk was dit wel zoo, want zij beiden waren zonen van Lea (Gen. 29:33-34). Maar het zou weinig of niets zeggen, wanneer Jakob hiermede had willen uitdrukken, dat zij zonen van een en dezelfde moeder waren.
Jakob heeft hier gedoeld op de gezindheid, op den aard van beiden. Hij typeert hun karakters, als hij ze „gebroeders" noemt. Ze zijn eens geestes in hun doelstelling en hun bewapening.
Is het niet, of wij een bladzijde gaan lezen van dezen tijd, waaruit een geweldspolitiek en een gewapende vrede ons toespreken, die als zoovele monsters zijn, die het leven der volken en met name de christen-volken bedreigen?
Hier zijn „gebroeders", die aan één tafel, men noemt dat conferentietafel, zitten en zich daar bezinnen, hoeveel millioenen, ja milliarden, zij zullen hebben uit te geven voor bewapening. Macht worstelt met macht, atoombom met atoombom en het wordt al meer duidelijk, wat wij hier lezen in Genesis: „hun handelingen zijn werktuigen van geweld."
Maar laten wij eerst de historische omlijsting dezer woorden nagaan. Het kan u natuurlijk niet onbekend zijn (want ik neem aan, dat gij uw Bijbel kent), wat wij lezen over hetgeen eens in Sichems vlakte is gebeurd. Aldaar heeft zich een allerafschuwelijkst drama afgespeeld.
Jakob had eens zijn tenten opgeslagen in de nabijheid van Sichem.
De held van Pniël, waar hij met God heeft geworsteld, is maar al te spoedig vergeten dat uur en die plaats. Zijn vleesch trok heen naar de grasrijke weiden van Sichems vlakte.
Jakob, zijt gij vergeten uw belofte vóór twintig jaren gedaan?
Jakob, hebt gij èn uw Pniël èn uw Bethel vergeten, waar gij den Heere hebt beloofd, als ge met vrede zult wederkeeren, gij bij Bethel den Heere uw gelofte zult betalen?
Maar Jakob denkt niet aan Bethel en woont rustig te Sichem (Gen. 33 :19), kocht daar grond, vindt daar bronnen en malsche weiden.
Hoe rustig en schoon is het op Sichems rijke vlakte te wonen!
O, die betooverde grond, zou Bunjan zeggen, heeft Gods kind al wat kwaad gedaan! Wat kunnen Gods kinderen, soms Gods liefste kinderen, den Heere gemakkelijk in het Paradijs laten, als Hij voor hen de aarde maar tot een soort paradijsje maakt. En dat kan zelfs nog op vrome manier, want wij lezen van Jakob, dat hij daar in Sichem een mooi altaar bouwde, en dat altaar met een mooie spreuk heiligde, want hij schreef daarop: „El-Elohe-Israel", dat is, „de God van Israel is God".
Mooi gezegd Jakob, maar is het hart recht voor God?
Wat is er een wereldgelijkvormigheid, neen, niet alleen, zelfs niet allereerst, bij hen, die wij zoo gemakkelijk „de kinderen der wereld" noemen, maar onder hen, die geroepen zijn der wereld te sterven, de oude natuur te dooden en in een godzalig leven te wandelen.
Ik denk aan het zaad des verbonds; ik denk aan het volk, dat genoemd wordt „kerk des Heeren".
Zeg mij eens, hoeveel maal heeft uw oog gefonkeld bij den aanblik van verboden boomen?
Zeg mij eens, hoeveel maal uw hart heentrok naar zijpaden, waarop uw ziel verarmde en uw geestelijk leven verdorde?
Zeg mij eens, hoeveel maal gij de handkus gegeven hebt aan afgoden, die moesten worden vergruizeld en die toch werden gespaard?
Dat is alles Jakob op Sichems vlakte. Dat is alles de weelde van het vleesch koesteren boven de kruisiging van ons zelf.
Die betooverde grond heeft diepe valkuilen.
Daar gaat Jakobs eenige dochter uit in de tuin van weelde en genot om de dochteren des lands te bezien.
Moet ik u nog beschrijven, hoe Jakobs eenige dochter daar gevallen is in de strik, die de lichtzinnigheid spande.
Ware zij de laatste gebleven!
Maar hoe menig vader- en moederhart is verscheurd, als ontstellend bleek, dat een jong leven in de poel van lichtzinnigheid en hartstocht ten onder was gegaan.
Ook Jakob kent zijn droeve dagen te Sichem. Zijn dochter Dina onteerd. Zijn familie geschandvlekt. Hartzeer knijpt in zijn boezem.
Zijn zonen, Simeon en Levi, kunnen maar niet verkroppen, de schande, hun zuster aangedaan. Met het zwaard in de vuist gaan ze er op los, niet in een open strijd, maar in fanatieke gemeenheid. Als alle strijdbare helden van Sichem in de smart der besnijdenis neerlagen, grepen zij naar het zwaard en doodden de honderden, die geen verweer kenden.
Dat bloedbad is Jakob nooit vergeten. Maar dat niet alleen. Want het is vooral het afschuwelijk listig optreden van deze „gebroeders" om het heilig teeken des verbonds, de besnijdenis, te gebruiken om hun gemeene slag te slaan.
Het is als de Judaskus. Het is als de dolk in zacht fluweel en ge hoort de aartsvader zeggen: „mijn ziel kome niet in hun verborgen raad."
Dit gesmede satanische plan wordt door Jakob vervloekt.
Besnijdenis, het beeld van de vroomheid, waaronder het kwaad wordt bedreven.
Het vleesch gestreeld met een tekst uit den Bijbel.
Zijn zin doorgedreven met een beroep op de eere Gods!
Inderdaad, Jakob, dit hebt gij wel zeer scherp getypeerd als een „verborgen raad". Zulk sluw overleg is het sluw overleg van een kansberekening, die alleen maar zich zelf op het oog heeft en dat „onder den schijn van lang te bidden"
Daar zijn in het hart van den mensch, ook van den wedergeboren mensch, diepten van satan, die valkuilen zijn in wankelende uren des levens.
Droeve bladzijden werden toen geschreven, die nooit geheel konden iiitgewischt. Evenmin als wat in het register van Simeon en Levi staat opgeteekend. Nog op zijn sterfbed moet Jakob het lezen.
De zonde heeft een droeve nasleep!
Laat ons niet vergeten de bede:

Beproef m', en zie of mijn gemoed
Iets kwaads, iets onbehoorlijks voedt
En doe mij toch met vaste schreden,
Den weg ter zaligheid betreden.

A. (Apeldoorn) S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 november 1951

De Wekker | 4 Pagina's

Simeon en Levi of Strijden en strijden zijn twee (II)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 november 1951

De Wekker | 4 Pagina's