Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wat leren vandaag de Geref. Kerken? III

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat leren vandaag de Geref. Kerken? III

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dat de Geref. Kerken vandaag nog vasthouden aan de veronderstelde wedergeboorte blijkt wel uit de aanhef, waarmee zij de laatste leeruitspraak, de zg. vervangingsformule 1946, hebben ingeleid :
„dat de zakelijke inhoud der betreffende uitspraken van 1905 en 1942 als in overeenstemming met Schrift en belijdenis, niet prijsgegeven mag worden."
Is deze leer in overeenstemming met Schrift en belijdenis? Geen denken aan. Heel deze leer en ook de redenering van ds. van Strien gaat uit van een wezenlijk verschil tussen de belofte des Evangelies, die aan alle mensen mag verkondigd worden en de belofte des verbonds, die ons en onze kinderen toekomt. De eerste belofte is algemeen, is niet meer dan een aanbieden, je hebt er eigenlijk niets aan in de sfeer van deze leer. De andere belofte, die des verbonds is bijzonder, is een deelhebben (onverliesbaar) aan de weldaden. Uit kracht van die belofte houdt men dan voor wedergeboren, beschouwt en behandelt de kindekens als delende in de wederbarende genade des Heiligen Geestes.
Heel deze onderscheiding, als zou er een wezenlijk verschil zijn tussen de belofte des Evangelies en de belofte des verbonds is onzin, speculatie, verzinsel, fantasie en anders niet.
Onze Catechismus zegt dan ook heel gewoon, dat God ons door het gebruik van de sacramenten de belofte des Evangelies des te beter te verstaan geve en verzegele. Ging de onderscheiding, die aan de veronderstelde wedergeboorte ten grondslag ligt op, dan zou hier moeten staan de belofte des verbonds. Dat is volgens ds. van Strien immers een verschil van dood of leven van „maar aanbieding" of „deelhebben".
Het is dan ook wel opvallend, dat ds. van Strien voor deze spitsvondige en speculatieve onderscheiding tussen een algemeen en een bijzonder Evangelie niet één bewijs bijbrengt, noch uit de Schrift, noch uit de belijdenis. Dat is ook onmogelijk, want met zulk een onderscheiding is de vaste bodem der Schrift al verlaten. Men leze Romeinen 10 : 6—17. Pas dan op het Woord Gods, waardoor de Heilige Geest het geloof in het hart werkt, deze onderscheiding eens toe en u merkt, hoe speculatief dit uitgangspunt der Geref. Kerkenleer is.
Wij voeren maar geen woordenstrijd over bijkomstige dingen, maar het gaat hier over de vraag, wat Christus Zelf in Zijn Woord ons leert omtrent de weg der zaligheid.
Ik twijfel er niet aan, of de Geref. Kerken bedoelen met de leeruitspraken van 1905 en 1946 (die zakelijk precies gelijk zijn) de waarheid te dienen. Maar evenzeer staat vast, dat zij juist in de leeruitspraken tekort doen aan de duidelijke en klare leer der Heilige Schrift.
Naar Gereformeerde opvatting veronderstellen de sacramenten het geloof bij wie ze ontvangt, zo geeft ds. van Strien de leer der Geref. Kerken weer. En waar nu de kinderdoop in wezen gelijk is aan de volwassenendoop, mag die doop dus alleen bediend daar, waar de kerk goede grond heeft om het geloof aanwezig te achten. In zulke bewoordingen verdedigt ds. van Strien niet alleen de veronderstelde wedergeboorte, maar maakt hij die ook tot grond voor de doop. Vanuit zijn standpunt heeft hij groot gelijk. Het een zit vast aan het ander. Onjuist om dat te zeggen, is dit volgens de Geref. Kerken dan ook niet.
Als Schriftbewijzen noemen de Geref. Kerken o.a. Ps. 22 : 31; Jes. 44 : 3 en 59 : 21. Deze geeft ds. van Strien in zijn laatste artikel door.
Leren deze Schriftuurplaatsen nu inderdaad de veronderstelde wedergeboorte? In Ps. 22 : 81 staat: Het zaad zal hem dienen: het zal den Heere aangeschreven worden in de geslachten. Met deze tekst staat men al heel zwak. „Letterlijk staat er in het Hebreeuws: zaad zal Hem dienen, men spreke van den Heere aan het geslacht". Is dit nu een bewijs voor de veronderstelde wedergeboorte? Het lijkt er zelfs uit de verte nog niet op. Jes. 44 : 3 zegt: Ik zal mijn Geest op uw zaad gieten en mijn zegen op uw nakomelingen. Laat ds. van Strien eens lezen wat prof. dr. J. Ridderbos van deze tekst zegt in de Korte Verklaring. „Hieruit is zonder meer duidelijk, dat deze tekst niets met een belofte van wedergeboorte voor de kinderen der gemeente te maken heeft" (Ds. B.A. Bos en Dr. F.L. Bos). De laatste tekst zegt ook al bitter weinig als bewijs voor de leer der Geref. Kerken. Het is Jes. 59 : 21 „Mij aangaande dit is mijn verbond met hen, zegt de Heere: Mijn Geest, die op u is, en Mijn woorden, die Ik in uw mond gelegd heb, die zullen van uw mond niet wijken, noch van de mond van uw zaad, noch van de mond van het zaad uws zaads, zegt de Heere, van nu aan tot in eeuwigheid toe".
Wie het voorgaande vers leest, merkt dat dit woord geadresseerd is aan hen, „die zich in Jacob van den afval bekeren". Ook hier is geen sprake van een te veronderstellen wedergeboorte van het zaad der gemeente in het algemeen. De Heere belooft hier aan het zich bekerende Israël, dat Zijn Geest als de Geest der profetie, der evangelieverkondiging tot in de verste geslachten hun deel zal zijn. Mijn Geest op u en Mijn woorden in uw mond.
Ook in de andere „bewijs"plaatsen bij de vervangingsformule door de Synode genoemd, wordt ook niet in het allerminst uit Gods Woord bewezen, wat de Geref. Kerken leren naar dat Woord te zijn.
Dat is zo jammer, want daar gaat het juist om. Wij zijn er vast van overtuigd, dat de Geref. Kerken hier, op dit punt de Schrift niet mee hebben, maar tegen.
Het is mij een raadsel, hoe zij die voor het Woord Gods met ons willen buigen, deze leer kunnen aanhangen en maar steeds (zoals ds. van Strien) als specifiek Gereformeerd met hand en tand blijven verdedigen.
Ik betreur dit meer dan ik in woorden kan zeggen. Niet allereerst en allermeest omdat dit tussen ons een onoverkomelijk struikelblok is, want ik draag de „blaam" niet specifiek Gereformeerd, maar Christelijk Gereformeerd te zijn met vreugde en het verhindert mij niet om anderen, ook ds. van Strien c.s., waar en waarin het maar mogelijk is te waarderen.
Maar daarom gaat het mij zo ter harte, dat de Geref. Kerken deze leer handhaven, omdat het speculatie, dwaalleer is en dwaalleer doet dwalen.
W. Heerma

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 januari 1952

De Wekker | 4 Pagina's

Wat leren vandaag de Geref. Kerken? III

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 januari 1952

De Wekker | 4 Pagina's