Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Beste vriend!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Beste vriend!

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een Bijlage.
Beste vriend!
Dezer dagen kwam mij in handen een geschrift van den destijds tot God bekeerden Italiaanschen Hoogleraar Tonio Paleario, uit het jaar 1542. Hij was hoogleraar in de classieke letteren te Sienna. In dit geschrift geeft deze geleerde enkele citaten uit Kerkvaders en andere theologen die door de Roomsche kerk erkend worden; en in welke citaten duidelijk aan het licht treedt, dat de Reformatorische leer meer dan de huidige Roomsche leer bij hen waardeering vindt. Hier hebt ge dan enkele uitspraken van Paleario.
Hij schrijft o.a.: alle heilige leeraars na Paulus, hebben deze hooge en heerlijke waarheid van de rechtvaardiging uit het geloof erkend en bekrachtigd. Onder hen staat Augustinus boven aan in zijn geschrift over Het geloof en de Werken; in dat over De geest en de letter; in zijn 83 vraagstukken; in zijn Verklaring van Psalm 31; terwijl hij op nog vele andere plaatsen deze leer verdedigt en bewijst, dat wij gerechtvaardigd worden door het geloof zonder de hulp der goede werken.
Verder zegt Paleario: Origenes verdedigt deze leer in zijn vierde boek over den Brief aan de Romeinen, waarin hij verzekert, dat volgens Paulus het geloof alleen genoegzaam is ter rechtvaardiging.
Vervolgens: hetzelfde wordt ook bevestigd door den heiligen Bernhard in zijn 77e verhandeling over het Hooglied, waarin hij bewijst dat onze verdiensten niet den minsten invloed hebben op onze rechtvaardiging. Door het geloof, zegt deze Roomsche theoloog Bernhard uit de middeleeuwen, wordt de ziel aan Christus ondertrouwd, en met Hem vereenigd, zonder dat daarbij eenig goed werk van ons in aanmerking komt.
En verder: zoo zegt de heilige Ambrosius (Roomsch) in zijn boek over Jacob en het zalige leven: het is noodig voor ons, wanneer wij als rechtvaardigen voor God willen verschijnen, dat wij ons door middel van het geloof bekleeden met de gerechtigheid van Christus.
Zeer zeker, beste vriend, ook zonder deze getuigenissen staat voor ons vast op Schriftuurlijke gronden, wat we hebben geschreven over het geloof en onze rechtvaardiging; maar toch kan het geen kwaad, integendeel, als we nog eens in herinnering roepen wat in oude tijden door godgeleerden van vóór de Reformatie is betoogd. Hoe het met dezen man is afgeloopen? Hij is tenslotte op 70-jarigen leeftijd door de Inquisitie in Italië veroordeeld en opgehangen. Ja maar dat was in de 16e eeuw. Wat echter in 1951—'52 gebeurt in verschillende Roomsche landen lijkt er vaak sprekend op. Hoewel nu omgekeerd de Roomschen van een anderen vijand, het communisme, al meer te lijden hebben. Meer dan vreeselijk is het wat daarvan bekend wordt. Zoo bv. nu weer in O.-Europa die twee nonnen die zwaar geboeid door de straten werden geleid naar het gerecht, en tot enkele jaren zware gevangenisstraf veroordeeld zijn. Het heet dan, dat zij vele kinderen die aan haar waren toebetrouwd, zouden om het leven hebben helpen brengen. — Wat is de zaak? Deze nonnen hadden een soort weeshuis te verzorgen, voor ongelukkige kinderen. Maar die kinderen komen dan vaak verwaarloosd en met allerlei ziekten aan. Geen wonder dat die kinderen sterven. En dan hebben die zusters (nonnen) dit op hun geweten. Begrijpelijk! Men kan op die manier het sterven van alle jongens die op het slagveld vielen of anderszins, wel op rekening zetten van de verpleging. Zie, zulk een mishandeling roept om wraak; en wij zullen dit evenzeer met alle kracht als diep droevig afkeuren. Hier is de haat tegen alle religie aan het woord.
We mogen en zullen evenzeer bidden voor zulke ongelukkigen al zijn ze honderdmaal Roomsch. Maar men neme ons dan ook niet kwalijk, dat we nu omgekeerd ook hard protesteeren tegen wat in Spanje, Italië, Columbia enz. geschiedt.
Maar ik dwaal al weer af; een volgende maal D.V. heb ik u nog over wat anders te schrijven in verband met onze controvers.
Inmiddels zeer dank voor ontvangen brieven, die me steeds zeer veel genoegen doen; maar heusch, ik kan niet meer alles beantwoorden. Gaarne ondersteun ik de aanvrage om hulp voor Chr. Milit. Tehuizen; maar ieder zijn eigen taak; ik heb nu genoeg aan dit, wend u voor het andere tot bv. Ds. Henstra of wie daarvoor in aanmerking komen.
Vele hartelijke groeten en Gode bevolen.
Uw U toeg. Vr. en Br.
G. Wisse
Doorn, 7 Febr. '52.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 februari 1952

De Wekker | 4 Pagina's

Beste vriend!

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 februari 1952

De Wekker | 4 Pagina's