Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Toelichting op de Kerkorde  (C)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Toelichting op de Kerkorde (C)

Kerkorde (50)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zooals we de vorige maal opmerkten hebben de kerken van de Calvinistische reformatie van meetaf het huisbezoek opgenomen onder de ambtelijke werkzaamheden. In de verschillende Kerkorden wordt er dan ook telkens over gehandeld. De Kerkorden van de Gereformeerde kerken in andere landen laten we nu rusten, om ons te beperken tot die van de Gereformeerde kerken in ons land. Reeds het Convent van Wezel, 1568, sprak ten aanzien van de ouderlingen uit: „Het is daarom buiten allen kijf, dat hun ambt hierin bestaat, dat zij, een iegelijk over zijn eigen parochie (of wijk), naarstig de wacht houden en de hun toevertrouwde (gemeenteleden) van huis tot huis minstens eenmaal per week en (voorts) zoo dikwijls het de gewoonte zal zijn naar de regeling van elke kerk bezoeken, vooral echter tegen den tijd der Avondmaalsviering; dat zij naar de zuiverheid van hun levenswandel en zeden, naar hun getrouwe onderwijzing van hun huisgenoten, naar de gebeden, die zij in den morgen en avond voor hun huisgenoten doen en naar soortgelijke dingen nauwkeurig onderzoek doen; dat zij hen kalm en toch ernstig vermanen en naar gelegenheid en bevind der zaken hetzij tot standvastigheid hen vermanen, hetzij tot lijdzaamheid hen versterken, hetzij tot de ernstige vreeze Gods hen opwekken; een iegelijk, die hetzij troost hetzij bestraffing van noode heeft, vertroosten of bestraffen en overal waar dit noodzakelijk zal wezen, de zaak ter behandeling zullen brengen bij hen, die met hen gesteld zijn over de broederlijke vermaningen, om gezamenlijk met dezen de terechtwijzing naar gelang van de overtreding vast te stellen. Zij zullen er ook aan denken allen en een iegelijk in hun wijk te vermanen, opdat zij hun kinderen ter catechisatie zenden". Cap. IV, art. 2. Ter uitvoering van deze bepaling wordt dan in art. 3 gezegd, dat de gemeente in wijken verdeeld moet worden. De synode van Emden, 1571, sprak eveneens over het huisbezoek, zij het veel minder uitvoerig, art. 25. Uit verschillende artikelen van de acta van de synode van Dordt, 1574, blijkt, dat deze synode van de onderstelling uitging, dat het huisbezoek overal plaats vond. Het zou te ver voeren hier de uitspraken van al de nationale synoden over het huisbezoek over te nemen. We mogen volstaan met de vermelding, dat alle nationale synoden over het huisbezoek handelden, en dat deze zaak meermalen op de vergaderingen van classen en particuliere synoden ter sprake kwam. Opmerkelijk is, dat men al heel spoedig den eisch van het wekelijksche huisbezoek liet varen. Alleen het Convent van Wezel schreef dit wekelijksche bezoek voor. De practijk zal wel geleerd hebben, dat dit hooge Wezelsche ideaal niet bereikt kon worden. Wel hield men vast aan de bepaling van Wezel, dat het huisbezoek vooral tegen den tijd der avondmaalsviering moest geschieden. Onze Kerkorde zegt dan ook, in volkomen overeenstemming met de bepalingen der oude synoden, dat het huisbezoek zoo vóór als na het Heilig Avondmaal moest geschieden. Het bezoek vóór het Avondmaal had ten doel om tot de rechte viering van het Avondmaal voor te bereiden, het bezoek na het Avondmaal om over de vrucht van de Avondmaalsviering te spreken. Vanouds heeft men dus altoos het huisbezoek ten nauwste in verband met de Avondmaalsviering gebracht, waaruit volgt, dat het huisbezoek naar de meening van onze vaderen, op zijn zachtst uitgedrukt, al zeer onvolledig geschiedt, indien er met de belijdende leden in het gezin niet over de viering van het Avondmaal gesproken wordt en indien er met de volwassen „doopleden" in het gezin niet gehandeld wordt over hun verhouding tot dit Sacrament.
Het zal wel niet veel meer gebeuren, dat er, nu de Avondmaalsviering in den regel vier maal per jaar plaats vindt, ook vier keer per jaar huisbezoek gedaan wordt. In de practijk wordt het meestal een „jaarlijksch" huisbezoek. In vele gemeenten vindt dit huisbezoek dan in den herfst of in den winter plaats, maar er zijn ook plaatsen, waar het in den zomer geschiedt. Dit ligt aan allerlei plaatselijke omstandigheden en gewoonten. Op allerlei zaken zou hier nog gewezen kunnen worden, zooals bijv. op het al of niet-wenschelijke van het afkondigen van den kansel van dag en uur en naam, van het zenden van kaarten, waarop vermeld staat, wanneer een gezin huisbezoek kan verwachten, enz., maar we laten deze dingen rusten, omdat we geen handleiding voor het huisbezoek schrijven. ledere kerkeraad regele een en ander zooals dit het meest profijtelijk voor de gemeente is. Maar hoe dan ook geregeld, elke kerkeraad zorge er voor, dat jaarlijks ten minste eenmaal in elk gezin huisbezoek ontvangt. Kan dit niet door het klein getal der ouderlingen, dan worde dit vermeerderd. Of is het niet mogelijk doordat sommige ouderlingen met ander werk overladen zijn, dan dienen zij van dat andere werk ontheven te worden, indien dit kerkelijk werk is, of indien dit nietkerkelijk werk is, dan hebben zij toch te bedenken, dat dit ambtelijk werk primair is — het is heilige roeping, door God hun opgelegd en door henzelf bij de bevestiging aanvaard. Misschien levert dit in sommige gevallen groote moeilijkheden op, moeilijkheden, die soms haast niet opgelost kunnen worden, maar welke bezwaren er van verschillende zijden ook mogen rijzen, elke kerkeraad sta er op, dat er in ieder gezin tenminste eenmaal per jaar huisbezoek worde gedaan. Het heil der gemeente eischt dit! En mochten er soms al eens kerkeraden zijn, die hierin traag of nalatig zijn, laten dan de gemeenteleden zulke kerkeraden in liefde op deze heilige roeping wijzen. Desnoods make men in den rechten kerkelijken weg deze nalatigheid bekend aan de classis, opdat deze den nalatigen en ontrouwen kerkeraad herinnere aan zijn duren plicht.
Apeldoorn
J. Hovius

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 februari 1952

De Wekker | 4 Pagina's

Toelichting op de Kerkorde  (C)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 februari 1952

De Wekker | 4 Pagina's