Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Rondom het kerkelijk erf

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Rondom het kerkelijk erf

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De gepraedestineerde moordenaar In zijn lijfblad „Eenigheid des geloofs" put Dr. Woelderink zich tegenwoordig uit om de leer der praedestinatie los te maken van de boeien van het Gereformeerd determinisme. Immers meent Woelderink, dat de Gereformeerde praedestinatieleer, zooals deze in de vijf artikelen tegen de Remonstranten is beleden, niet is naar het Woord van God.
Om zijn praedestinatieleer, die feitelijk geen praedestinatie, maar revelatie is, d.w.z. die geen verborgen raad, maar klare openbaring is, aannemelijk te maken roept Dr. Woelderink op het schrikbeeld van den gepraedestineerden moordenaar.
Hij schrijft in „Eenigheid des geloofs" van 21 Maart j.l.:
„Het determinisme is hier bovendien onvermijdelijk geworden. Alle misslagen, die men begaan heeft, waren zoo van God voorbeschikt, het zondige erin was wel verkeerd, maar de daad zelf was niet te vermijden geweest. Het slot is immers, dat men God verantwoordelijk stelt, voor al het gebeurde, en ook de zondige kant aan zijn leiding wijt.
Laten we een oogenblik het voorbeeld nemen van een moordenaar, die door de kracht van zijn vuisten alleen iemand neerslaat. Die lichaamskracht is een goddelijke gave. Niemand onzer zal het ontkennen. Wil dat zeggen dat God hem ondersteund heeft bij zijn moord en hem eigenlijk daarbij behulpzaam is geweest ?
Daartoe moet men komen, als men de daad als daad gepraedestineerd acht."
Als ik deze redeneering van een man als Dr. Woelderink lees dan ligt het toch niet alleen aan mij, als ik hier de klanken hoor, van wat weleer de Remonstranten den Dordtschen Vaderen vóór de voeten hebben geworpen.
Maar behalve dit lijkt het mij toe, dat Dr. Woelderink weinig inzicht heeft in de onderscheiding tusschen, wat de theologie noemt praedestinatie en concursus, of de medewerking Gods. Die medewerking is nooit: God doet wat en de mensch doet wat en dus hebben ze allebei schuld. Zoo iets stelt Dr. Woelderink hier voor, maar zoo is het niet. God verleent altijd en overal de kracht het zij de mensch bidt of vloekt, maar de mensch handelt. Zegt de Schrift niet: In Hem leven wij, en bewegen wij ons, en zijn wij? De zonde ligt niet in de kracht, die geschonken wordt, maar in de daad, die geschiedt. Het is dezelfde kracht die God verleent, waarmede de een tot God bidt en de ander Hem vloekt. Het is hier, als met de taal, of wat Jacobus noemt met de tong. Het is de goddelooze natuur van den mensch, die al deze kracht Gods omzet in vijandschap tegen God en zijn naaste.
Onbegrijpelijk, dat een Doctor Theologiae kan schrijven, dat God iemand behulpzaam is geweest bij een moord, en dat dit voortvloeit uit de Gereformeerde praedestinatieleer. Hij schrijft toch „daartoe moet men komen". En wat die gepraedestineerde moordenaar betreft
Ik heb eens gelezen, dat een moordenaar voor de rechtbank zich op Gods besluit beriep. Hij was nu eenmaal, zei hij tot zijn rechter, gepraedestineerd om die moord te doen.
De rechter antwoordde hem — en ik denk niet, dat deze rechter een doctor in de theologie was — ben je gepraedestineerd om die moord te doen, dan ben je ook gepraedestineerd om te hangen, en ik veroordeel je tot de strop.
Zulk een taal versta ik beter, dan die van Dr. Woelderink, die bedoelt God vrij te houden van zonde, en die tegelijk de majesteit Gods over de zonde verkleint.
En als Woelderink telkens en telkens weer spreekt over Christus en de Heilsraad Gods en dat wij met Christus in die heilsraad mogen en willen inblikken, dan zou ik hem willen zeggen: inderdaad „inblikken" maar dan nooit een streep verder, dan Christus zelf er in geblikt heeft: „Niet mijn wil, maar de Uwe geschiede".
De Uwe!
Hier wordt Christus Zelf voorwerp van praedestinatie!
En daarom is Christus niet het laatste woord in de praedestinatie!
Wanneer zal Woelderink dit eens beter beseffen, en de Gereformeerde leer niet te schande maken?
Apeldoorn
J.J. van der Schuit

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 mei 1952

De Wekker | 4 Pagina's

Rondom het kerkelijk erf

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 mei 1952

De Wekker | 4 Pagina's