Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit Amerika

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit Amerika

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De meeste Wekker lezers zullen zich nog herinneren de correspondentie, die ik gevoerd heb met Ds. Tamminga over het Emigratievraagstuk. Ik heb toen gevraagd, of de broeders en zusters in Amerika mij eens rond en eerlijk wilden schrijven, hoe zij over deze zaken dachten. Wij, in Holland, kunnen ons zoo moeilijk verplaatsen in de kerkelijke situatie, zooals die in Canada en in Amerika wordt aangetroffen.
Ik kan hier eerlijk betuigen, dat de meesten van deze briefschrijvers het tenvolle met mij eens waren.
Een zeer klein getal schreef, dat het zich niet zonder bezwaar in mijn beschouwing kon vinden. Maar verreweg de meesten meenden, dat mijn visie op deze zaak ten volle verantwoord was.
Nu zoudt U wellicht wel willen lezen, wat zooal gezegd is geworden door menschen, die tot oordeelen bevoegd zijn, omdat zij uit ervaring spreken.
Maar ik zou dan zaken moeten noemen, die aanleiding konden geven tot misverstanden, want niet alle Christelijke Gereformeerde emigranten kunnen zich vinden in de „Old Christian Reformed Church", ook al voelen zij zich niet direct thuis in de „Chr. Ref. Church". Hier zijn vele gevoeligheden, en velerlei omstandigheden, die deze zaak zouden kunnen belichten.
Onder de vele brieven, die ik heb ontvangen, was er één, die een voorstel inhield, dat ter overweging kan dienen.
De Schrijver was het met mij niet eens. Hij had alleen het stuk van Ds. Tamminga gelezen, en hij greep naar de pen. Hij schrijft mij o.m.: „tot onze spijt ontvingen wij niet de Wekker, waarin U het antwoord plaatste aan Ds. Tamminga, waarnaar wij met zooveel spanning uitkeken".
Het spijt mij nog meer, dat deze broeder zoo vlug naar de pen heeft gegrepen. Maar trots deze wat al te groote voorbarigheid heeft zijn brief mij toch geïnteresseerd.
De schrijver waarschuwt heel sterk om toch vooral niet naar de Chr. Ref. Church te gaan. Echter beseft hij, dat zulk een negatieve aanwijzing niet veel of liever niets zegt, wanneer de emigrant, gelijk sommigen mij schreven, 2 en 3 duizend mijlen van Chatham verwijderd is.
En nu zal ik U laten lezen wat deze emigrant schrijft:
„Daar het voor de Chr. Ger. Kerk in Holland niet mogelijk is om elke emigrant te adviseren bij welke plaatselijke kerk hij zich het beste in Canada aan kan sluiten is er al eens een poging gedaan om te onderzoeken, of er niet kerken zijn, die op gelijke voet van belijden staan als onze Kerk? Heeft b.v. het bezoek van één onzer predikanten in 1950 aan Schotland ten opzichte hiervan ook resultaat gehad? Zou het ook verkieselijker kunnen zijn onze a.s. emigranten te adviseeren zich liever bij een Free Presbeterian Church aan te sluiten, dan bij de Chr. Ref. Church? Dit alles alleen indien (nog) geen eigen groep gevormd kan worden?
Wij zelf zijn reeds geruime tijd bezig met voorbereidingen te treffen om naar Chatham te verhuizen, waar echter veel moeilijkheden van materieele aard aan verbonden zijn. De Free Presbyterian Church hier bestaat n.l. uitsluitend uit oudere leden, en we zouden graag willen, dat onze kinderen bij het opgroeien ook Catechetisch onderwijs krijgen."
Dit schrijven zegt mij drie dingen:
1. dat het niet aangaat om direct een Hollandsche Christelijke Gereformeerde Kerk te institueeren in een vreemd land, waar men als emigrant binnen stapt. Zulk een advies durft zelfs deze schrijver niet te geven.
2. dat het gezinsleven onkerkelijk dreigt te worden, wanneer het zich isoleert van elke kerk ter plaatse.
3. dat de Kerk in Nederland kan adviseeren, (attesteeren?) wanneer de emigrant heentrekt naar een oord, waar geen zusterkerk haar tenten heeft opgeslagen.
Ook deze schrijver komt langs omwegen uit, waar ik sta.
Alleen zijn heenwijzen naar de Free Pres. Church ziet te veel over het hoofd, dat de taalkwestie hier nog veel en veel grooter moeilijkheid oplevert dan in de Chr. Ger. Kerk in Amerika, waar nog Hollandsch verstaan wordt, en ook nog wel Hollandsche diensten zijn voor emigranten.
Ik kan mijn briefschrijver wel mededeelen, dat er contacten gezocht worden met de Free Pres. Church in Schotland en dat het mijn plan is om in het laatst van Juli naar Schotland te gaan om daar deel te nemen aan een congres, uitgaande van de International Council of Christian Churches, waar ook de Free Pres. Church zal tegenwoordig zijn.
Reeds hebben onze Deputaten met den Voorzitter van de Synode der Free Pres. Church een samenspreking gehad, toen deze vóór eenige maanden in Holland is geweest. Deze kerk heeft als belijdenis de Westminster confessie.
Toch ben ik nog niet direct klaar om al onze leden, die naar Canada vertrekken, te „adviseeren" zich bij de „Free Pres. Church" aan te sluiten. Ik vermoed, dat vele moeilijkheden zich zouden voordoen, niet alleen, wat taal, maar ook wat kerkelijk leven betreft. Hier zou men zich aan veel moeten wennen, en wanneer de kerk adviseert, moet zij de volle verantwoordelijkheid kunnen dragen. Hier ligt het adviseeren niet zoover van het attesteeren.
Hoe het ook zij, ook deze mijn briefschrijver heeft goed begrepen, dat het emigratievraagstuk niet bepaald wordt door Chatham en Grand Rapids voor werelddeelen als Amerika en Canada.
En hiervoor ben ik dankbaar.
Ik vermoed, dat feiten meer zullen zeggen, dan woorden.
En over den feitelijken toestand kan alleen en uitsluitend de emigrant ter plaatse oordeelen.
Maar wij mogen zeker geen groote woorden voeren, vervolgens.... niets doen. Dit hebben mij de meeste emigranten geschreven, die met alle waardeering, voor hetgeen geschiedt in de buurt van Chatham en Grand Rapids daaraan niet genoeg hebben.
Gelukkig hebben wij nog ruim een jaar vóór ons, eer de Generale Synode samenkomt en kunnen wij ons rustig bezinnen op dit groote wereldvraagstuk.
Intusschen: Ik geloof één, heilige. Katholieke, Christelijke Kerk, en de Westminster is hierin nog duidelijker, dan onze drie formulieren. Maar, of wij het allen met de Westminster eens zijn?
Want het schema — waar — valsch — wordt in de Westminster geheel anders belicht, dan in onze Nederlandsche belijdenis.
Al weer een kwestie?
Intusschen kan het emigratievraagstuk niet wachten, totdat al deze theologische kwesties zijn opgelost.
Apeldoorn
J.J. van der Schuit

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 juli 1952

De Wekker | 4 Pagina's

Uit Amerika

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 juli 1952

De Wekker | 4 Pagina's