Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Rondom het Oude Testament XXVIII

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Rondom het Oude Testament XXVIII

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De eenheid van het Oude en het Nieuwe Testament. 2.
In de tweede plaats komt de eenheid van het Oude en het Nieuwe Testament hierin uit, dat zowel het Oude als het Nieuwe Testament ons Christus openbaart. Niet alleen in het Nieuwe Testament, maar ook in het Oude Testament is Christus, Hijzelf zegt van de geschriften van het Oude Testament: „Die zijn het, die van Mij getuigen" (Joh. 5 : 39), De Oudtestamentische openbaring wijst heen naar Christus, maar vindt ook haar grond in Christus. Christus is de inhoud, maar ook de grond en het centrum der Oudtestamentische openbaring. Heel de openbaring van het Oude Testament is Christusopenbaring. We vinden deze openbaring om te beginnen in de geschiedenis van het Oude Testament.
De geschiedenis van het Oude Testament is maar niet zonder meer geschiedenis van het oude volk Israël. Dan zou ze er heel anders moeten uitzien. De geschiedbeschrijving van het Oude Testament is principieel onderscheiden van wat we met een al te groot woord de geschiedbeschrijving in het oude Babel of Egypte kunnen noemen. Zij is geschiedenis van Gods heil. In Babel en Egypte wordt beschreven wat tot vergroting van de roem van de koning kan dienen. Wat die roem in de weg staat, wordt eenvoudig in de annalen weggelaten. Dat geldt van de geschiedbeschrijving van Israël niet. Daar gaat het om de geschiedenis van Gods openbaring. Wat uit politiek oogpunt belangrijk is, wordt soms geheel en al voorbijgegaan. Politiek gezien is Omri een van de grootste koningen van Israël geweest. Nog ongeveer anderhalve eeuw na zijn dood, wanneer koning Jehu al lang diens koningshuis heeft te gronde gericht, wordt in Assyrische teksten Israël nog genoemd „Bit-Choemri" d.w.z. „Huis van Omri", waaruit wel blijkt, welke indruk Omri heeft gemaakt op de omwonende volkeren. Maar de Bijbel doet de hele regeringsperiode van Omri met een paar verzen af (1 Kon. 16 : 21—28).
Van de obelisk van Salmanassar weten we, dat koning Jehu de eerste koning van Israël is geweest, die met de opkomende macht der Assyriërs is in aanraking gekomen, maar de Bijbel vertelt ons daarvan niets. Het gaat in de geschiedenis van Israël, zoals ons die in de Bijbel wordt verhaald, niet om allerlei politieke gebeurtenissen, maar om Gods openbaring. De regeringsperiode van Achab wordt ons in de Bijbel uitvoerig beschreven, niet omdat Achab uit politiek oogpunt zo'n belangrijke koning is geweest, maar omdat zijn periode belangrijk was om de openbaring, die God gaf niet het minst door het optreden van de profeet Elia.
We moeten bij de geschiedenissen uit het Oude Testament dus in de eerste plaats vragen: wat openbaart ons hier God.
Deze openbaring Gods is ook Christus-openbaring. Er zijn geschiedenissen in het Oude Testament, die direct heenwijzen naar Jezus Christus. Denk aan de geschiedenis van de val van de mens en de afkondiging van de moederbelofte (Gen. 3). De geschiedenis van de roeping van Abram uit Ur der Chaldeeën krijgen we direct te zien in het licht van de komende Christus. Abram wordt geroepen, opdat in hem „al de geslachten des aardrijks zullen gezegend worden" (Gen. 12 : 3). De uittocht van Abraham heeft heilshistorische betekenis. God leidt Abram uit, opdat hij de stamvader zal worden van het volk, waaruit eenmaal de Christus zal geboren worden, die Zijn zegen zal uitbreiden over alle volken. Als Jakob zijn zonen zegent, hebben we in zijn zegen over Juda (Gen. 49 : 8vv) een heenwijzing naar Christus, die de waarachtige Silo is.
Soms is de heenwijzing naar Christus ook minder direct, maar wel aanwezig. Ik denk b,v, aan de geschiedenis van Abrahams offer. Daarin wijst het ram, dat door God in de plaats van Izak wordt gesteld en door Abraham wordt geofferd, heen naar Christus, God vraagt niet de dood van Izak, maar stelt daarvoor in de plaats een offerdier. Dat is de wezenlijke inhoud van heel Israëls offerdienst en is een heenwijzing naar Jezus Christus, die door God geofferd wordt voor de zijnen, opdat zij zouden leven. We zien hier in de geschiedenis van Abrahams offer de openbaring van dezelfde liefde van God als die Hij ook geopenbaard heeft in de gave van Zijn eigen Zoon.
We zien ook, hoe God in de geschiedenis van het Oude Testament bezig is plaats te maken voor Christus, Wanneer God met Noach het natuurverbond sluit, waarbij Hij belooft deze aarde door een zondvloed niet meer te verdelgen, dan maakt God door dit verbond ruimte voor het verlossend werk van Jezus Christus,
Het boek Ruth laat ons zien, hoe God de komst van Jezus Christus voorbereidt. Daartoe moet Ruth uit het land van Moab komen, waardoor God onder het Oude Testament reeds toonde, dat in Jezus Christus is noch Jood noch heiden. En daartoe moest Boaz Ruth lossen, opdat uit het geslacht van David, die als een nazaat van Boaz en Ruth geboren wordt, de ware Losser komen zal.
Zo is ook de geschiedenis van Esther op de komst van Christus gericht. De historische feiten, die ons in het boek Esther worden vermeld, hebben de strekking ons Christus te verkondigen. Hamans boze aanslag is in wezen een poging van de duivel om de komst van Christus te verhinderen. Wanneer die aanslag gelukt ware, zou de goddelijke toezegging, dat het overwinnend vrouwenzaad uit het geslacht van Abraham zou geboren worden niet in vervulling zijn gegaan. We hebben in het boek Esther te doen met een geweldige episode in de ontzaglijke worstelstrijd tussen de slang en het vrouwenzaad, waarin het vrouwenzaad overwint, de overwinning van Jezus Christus.
In de geschiedenis van het Oude Testament gaat het om de komst van Christus in deze wereld. De geschiedenis van het Oude Testament stuwt daarheen voort.
B.J. Oosterhoff.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 augustus 1952

De Wekker | 4 Pagina's

Rondom het Oude Testament XXVIII

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 augustus 1952

De Wekker | 4 Pagina's