Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Toelichting op de Kerkorde (CXI)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Toelichting op de Kerkorde (CXI)

Kerkorde (61)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

We beloofden in dit artikel nog een paar vragen te zullen behandelen. Allereerst deze vraag: hoe moet een diaconie handelen, wanneer haar legaten met een bepaalde bestemming vermaakt zijn? De regel is, dat dit geld natuurlijk naar den wil van den erflater moet besteed worden. Maar Prof. P. Biesterveld is van oordeel, dat de diakenen, als zij van zulke legaten van te voren kennis dragen, er bij de legatarissen op moeten aandringen het geld zonder nadere bepaling van de bestemming aan de diaconie te vermaken. Het Diaconaat, Hilversum, 1907, blz. 297. Hij wijst op het feit, dat de omstandigheden zich voortdurend wijzigen, en dat er thans een behoefte kan bestaan, die dringend voorziening eischt, terwijl over enkele jaren zulk een behoefte niet meer bestaat. Toch is het geld er voor gegeven en het mag ook alleen daarvoor besteed worden. In dit verband mogen we nog wel wijzen op allerlei moeilijkheden, die er kunnen ontstaan, indien het gelegateerde geld voor andere doeleinden, dan waarvoor het gegeven is, gebruikt wordt. Als algemeene regel kunnen wij wel zeggen, dat het voorkeur verdient gelden zonder speciale bestemming aan de diaconieën te vermaken, en dat de diakenen verstandig doen dit bij eventueele gelegenheden kenbaar te maken. Maar er kunnen toch uitzonderingen zijn, zoodat ook hier weer elk geval op zich zelf beschouwd en beoordeeld dient te worden. Een voorbeeld moge dit verduidelijken. Gesteld, dat een diaconie haar armen goed kan verzorgen, zij zou echter o zoo gaarne bijv. een rusthuis voor ouden van dagen stichten, maar zij ziet geen kans het benoodigde kapitaal te verkrijgen. Nu is er iemand, die van deze moeilijkheid van de diaconie op de hoogte is. Hij legateert nu een belangrijk bedrag aan de diaconie onder voorwaarde, dat zij daarvoor een rusthuis zal stichten. Neem nu aan, dat de diakenen van dit toekomstige legaat kennis dragen, dan zou het toch dwaasheid zijn om er bij den erflater op aan te dringen deze voorwaarde te laten vallen? We kunnen niet inzien, dat dit dan op den weg der diakenen zou liggen. Zoo zouden meer voorbeelden te noemen zijn. Daarom worde geval voor geval beoordeeld, hoewel de algemeene regel is, dat de diaconie het best gebaat is met legaten zonder speciale bestemming.
Een volgende vraag is, of een diaconie niet verstandig doet een reserve-kas te kweeken, om onmiddellijk te kunnen helpen, indien een lid of een gezin plotseling in grooten nood komt. Deze vraag moet bevestigend beantwoord worden. Elke diaconie weet, dat er zich plotseling zulke gevallen kunnen voor doen. Dan moét soms zeer snel hulp worden geboden en niet altijd zijn de diakenen of de gemeenteleden in staat het benoodigde aan de diaconie voor te schieten. Voor zulke gevallen is het zeer gewenscht een reserve-kas te vormen. Maar zeer bepaald onder de voorwaarde, dat het vormen van zulk een reserve niet mag ten koste van de normale en noodzakelijke uitkeeringen. Zou men door op de gewone ondersteuningen te bezuinigen zulk een kas vormen, dan zouden in dit geval de armen eigenlijk het gelag betalen en dat is ongeoorloofd. Maar kan de diaconie, zonder op de gewone ondersteuningen te beknibbelen, zulk een reserve kweeken, dan is dat zeer gewenscht en o.i. zelfs plicht.
Komen we nu tot de uitdeeling der gaven aan de armen, dan blijkt, dat ook hier allerlei vragen beantwoording eischen. We beperken ons tot de volgende.
Reeds in vroeger eeuwen is de vraag gesteld, of de diaconie ook andere armen, dan die tot de gemeente behooren, mag helpen. Onze vaderen hebben hierop een toestemmend antwoord gegeven. Zoo zegt bijv. Koelman in zijn Het Ambt en de Pligten der ouderlingen en diakenen, (uitg. A. Oskam, Rotterdam, z.j.) blz. 370: „Of de Diakenen moeten vergaderen en uitdeelen de aalmoezen voor allerlei armen zonder onderscheid? Ik antwoord: Eigenlijk, en eerst en voornamelijk moeten zij die vergaderen en uitdeelen voor de geloovigen en voor de broederen, volgens dat woord van Paulus, Gal. 6 : 10 „laat ons goed doen aan allen, maar meest aan de huisgenooten des geloofs". Maar gelijk de private geloovigen zich niet onttrekken van de nooddruftigen en verdrukten buiten de Kerk, zoo moeten ook de Diakenen dezelfve niet geheel van de handreikingen uitsluiten; en zoo plagten de Diakenen in de meeste steden en dorpen allerlei armen van die plaatsen te hulp te komen.... want de geloovigen moeten ook hunne vijanden te hulp komen: dewijl zij onze naasten en ons vleesch zijn, volgens de teksten: Rom. 12 : 20, Spreuk. 25 : 21, Matth. 5 : 44, 45, Luc. 10 : 29—37, Hand. 17 : 26, Jes. 58 : 7." Tot zoover Koelman.
Met dit standpunt zijn alle beoefenaren van het Geref. kerkrecht het o.i. terecht eens. Wel moeten naar eisch der Schrift eerst de eigen armen der gemeente verzorgd worden, maar indien mogelijk strekke de barmhartigheid zich ook uit tot anderen. Inzonderheid klemt hier Gal. 6 : 10. Met het oog daarop wordt ook in het Formulier van bevestiging van ouderlingen en diakenen tot deze laatsten gezegd: Bewijst weldadigheid aan alle menschen, maar inzonderheid aan de huisgenooten des geloofs. We voegen hierbij de opmerking, dat ongetwijfeld het socialisme in de vorige eeuw niet zulk een goeden voedingsbodem had gevonden, indien de, dikwijls rijke, diaconieën haar roeping én tegenover de eigen armen én tegenover de buitenstaanders beter hadden verstaan!
Apeldoorn
J. Hovius

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 september 1952

De Wekker | 4 Pagina's

Toelichting op de Kerkorde (CXI)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 september 1952

De Wekker | 4 Pagina's