Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tweeërlei geloofsgrond of niet alleen een Jezus van hooren zeggen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tweeërlei geloofsgrond of niet alleen een Jezus van hooren zeggen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

En daar geloofden er veel meer om zijns woords wil, en zeiden tot de vrouw: Wij gelooven niet meer om Uws zeggens wil, want wij zelven hebben hem gehoord en weten, dat deze waarlijk is de Christus, de Zaligmaker der wereld. Johannes 4 : 41-42.

Het geloof wordt gedragen door het gebed, en het gebed is de ademtocht van het geloof.
Het geloof van hooren zeggen kan nuttig zijn, is zelfs noodzakelijk, want hoe zullen zij gelooven, zonder die hun predikt. Dit geloof is als voorbereiding onmisbaar.
De Samaritanen geloofden. Zij hadden het van die vrouw gehoord, maar zij gevoelden diep, dat zij met en onder dit alles nog iets misten, nl. een persoonlijk ontmoeten van Jezus. Zonder deze personeele gemeenschap kan er zijn een schoone godsdienst, een voorbeeldige kerkdienst, een degelijke leerdienst, een getrouwe avondmaalsdienst — maar dit alles is nog niet de persoonlijke gemeenschap met den Heere Jezus Christus.
Ik acht dien mensch gelukkig, die diep en teeder gevoelt, en het soms met hartetranen beweent, dat het niet genoeg is, al wordt onze kennis al vermeerderd aangaande God en goddelijke dingen.
Zulk een voorwerpelijke kennis geeft geen kracht in aanvechting, geen troost in droefenis, geen vrucht van waarachtige vrede, en verbleekt en verteert, wanneer wij den dood van aangezicht tot aangezicht tegentreden.
En als ge dan vraagt hoe dit geloof van hooren zeggen klimt tot een practische levenservaring, waardoor het wint aan diepte van aarde, zoo kan deze bladzijde ons leeren, hoe het kerstlicht zal schijnen, niet alleen in Sichem, maar ook in Uw en in mijn hart.
Wij lezen van deze Samaritanen: En zij baden hem, dat hij bij hen bleve.
Ik stel mij voor, dat het hier was, als eens bij de Emmaüsgangers, toen Jezus zich hield, alsof hij verder gaan wilde. Waarom anders dit zoo dringend verzoek, die zoo vurige bede, dat Hij toch blijven mocht?
O zeker, de Heere had aanstonds naar Sichem kunnen heengaan zonder gevraagd en zonder gebeden te worden. Maar dit is Gods gewone weg niet met zijn kinderen, die Hij verder leiden wil In het heiligdom des geloofs.
De Heere beproeft Zijn kinderen in hun gebedsleven.
Gebedsleven, dat is niet loslaten, dat is vastklemmen, dat is aanhouden, dat is vertrouwen, dat de Heere zal hooren de ziel, die tot Hem schreit.
Daar waren voor de Samaritanen zooveel stemmen, die hen influisterden, dat ze toch maar ophouden moesten.
De Samaritanen — Maar zij waren immers niet de uitverkorenen, zij stonden buiten de verbondslijn, zij waren niet de verloren schapen van het huis van Israël. Hoe gemakkelijk hadden zij het bruggetje gevonden, waarover zoovelen gaan, die de uitverkiezing als een spooksel zien. O dat schrikbeeld: je bent toch geen uitverkorene, houd op met bidden — hoevelen heeft het in den loop der jaren al in zijn wargaren gegrepen!
Wat al pijlen heeft de satan geslepen uit dit tuighuis der verkiezing, pijlen, die zoo schrijnend wonden, omdat er dan geen hoop meer overblijft. Maar hebt gij er wel. eens op gelet, dat in den Bijbel de uitverkiezing nooit met het gebed in verband wordt gebracht? De Bijbel is geen dogmatisch handboek, is geen leersysteem, maar Iaat ons het leven van Gods vromen zien midden in de practijk der godzaligheid. Daar wordt niet geredeneerd of zwaar gedogmatiseerd, maar daar zijn de ademtochten der ziel:
Zie mij Heer die elk moet duchten
Tot U vluchten
O, mijn God, verlaat mij niet.
Bidden is nooit redeneeren of dogmatiseeren, maar bidden is God eeren, die naar een verloren hart wil luisteren.
Zij baden Hem, dat Hij bij hen bleve.
Zal ooit Uw en mijn geloof een ander stempel dragen dan van „hooren zeggen" zoo mag hier onze naam niet verzwegen zijn.
Die Samaritanen baden — dat is de taal van het ootmoedig hart, om het te zeggen: al zijn wij dan geen Joden, geen beminden om der vaderen wil, dat wij dan beminden om Christus' wil mogen worden.
Dat was geen kleine zaak voor deze Samaritanen, met hun trots op Gerazim, met hun afkeer van den Jood, om hier tot een „Joods man" te gaan, neen voor dezen als op de knieën neer te zinken, en niet anders te smeeken, dat dat Hij bij hen zou blijven.
Zij vragen niet, dat Hij hun kranken zal genezen, dat hij hun melaatschen zal reinigen, dat Hij hun dooden zal opwekken, het ging deze Samaritanen niet allereerst om iets van Christus te ontvangen, het ging hen om Christus Zelf.
Zie, zult gij ooit kerstfeest vieren, zal ooit in Uw ziel flonkeren het licht, in den kerstnacht ontstoken, zal uw geloof zijn eenige fundatie vinden in den persoon des Heeren, zoo moeten wij nooit beginnen met den Heere om vele dingen te vragen — troost, hoop, kracht, — maar dan moet het ons gaan om Hem alleen.
Ik zeg niet, dat wij den Heere niet met een veelheid van vragen en begeeren mogen tegentreden! Zeker, dat mag wel.- Laat al Uw begeerten met bidden en smeeken bekend worden bij God. Maar wat niet mag, dat het tenslotte om de vervulling van die begeerten gaat.
Niet het geloof van hooren zeggen, maar het persoonlijk levenwekkend geloofsleven kent in den grond der zaak slechts één zielsbegeeren, om den Heere te mogen bezitten, omdat zijn bezit ons alles, letterlijk alles, waard is.
Zoo was het bij de Samaritanen en dan maakt de Heiland het met zich zelf altijd goed. Hij bleef daar twee dagen!
Een „Joodsch man" op de straten van Sichem! Neen, oneindig veel meer. De Christus, de Zaligmaker der wereld.
Wat een universeel woord, dat te meer beteekenis krijgt, nu het op Sichems straten werd gehoord. Hier is noch Jood, noch Samaritaan, hier is noch dienstknecht noch vrije, hier is Christus alles en in allen.
In Sichem een Christen-gemeente en in Jeruzalem een synagoge des Satans.
In Sichem een hallelujah, en in Jeruzalem ...... een kruist hem, kruist hem!
In Sichem uit steenen Abrahams zaad, en in Jeruzalem Abrahams zaad, die steenen blijven.
In Sichem de voorboden van die komen uit Oosten en Westen om aan te zitten in het Koninkrijk Gods. In Jeruzalem de kinderen des Koninkryks, die uitgeworpen zullen worden.
In Sichem een geloof uit een persoonlijk ontmoeten van Jezus, en in Jeruzalem een afkeer bij een persoonlijk ontmoeten van Jezus.
Ja waarlijk kerstfeest — de Zaligmaker der wereld, wordt tot een val of tot een opstanding in het midden der volken en niemand zal zich ontslagen kunnen rekenen van het kind te Bethlehem.
Eerst een geloof van hooren zeggen!
Vervolgens een geloof van biddend verlangen!
Daarna een geloof van zalig ontmoeten.
Eindelijk een geloof van hartelijk belijden.
Dat is de bladzijde, die wij lezen in het geboorteregister van Sichems bewoners.
Zoo moet ook gij de bladzijde kunnen lezen in Uw eigen levensboek, zult gij ooit de waarde van het kerstfeest, zult ge ooit de beteekenis van den geboren Koning, zult gij ooit de grootheid van den Zaligmaker der wereld kennen en genieten.
En op de poorten van Sichem staat voor mij te lezen en dat het ook op de poorten van Uw en mijn ziel te lezen staat:
Vraagt niet, wat ik blijf ontberen.
Vraagt niet naar mijn bange smart.
Christus toch is mijn begeeren.
Dorst naar Hem verteert mijn hart.
Apeldoorn
J.J. van der Schuit

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 december 1952

De Wekker | 4 Pagina's

Tweeërlei geloofsgrond of niet alleen een Jezus van hooren zeggen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 december 1952

De Wekker | 4 Pagina's