Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De goedertierenheid des Heeren voor wie Hem vrezen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De goedertierenheid des Heeren voor wie Hem vrezen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Maar de goedertierenheid des HEEREN is van eeuwigheid en tot eeuwigheid over degenen, die Hem vrezen. Ps. 103 : 17a.

Psalm 103 wordt een bekende Psalm genoemd, maar wie peilt de diepte er van? De dichter is David.
Wij weten niet wanneer en onder welke omstandigheden de man naar Gods hart deze Psalm heeft gedicht. Hij begint met een „Loof den HEERE" en hij eindigt er mee. Wat is er ontzaglijk veel genoemd tussen deze lofverheffingen.
Heel de levensgang van de kerk; heel de levenservaring van Gods kinderen. Er zijn hoogten en diepten in deze Psalm. En tegen de donkere achtergronden der vergankelijkheid en zonden, straalt het rijke en eeuwige licht van Gods genade.
De goedertierenheid des HEEREN is van eeuwigheid tot eeuwigheid voor wie God vrezen.
Laat alles vergaan, alles worden weggevaagd van deze aarde; laat ons leven heensnellen en men ons van alles beroven, de goedertierenheid des HEEREN blijft eeuwig.
De goedertierenheid des HEEREN.
Wat moeten wij daaronder verstaan?
Het woord heeft meer dan éne betekenis. Hier wordt het gebruikt in betrekking tot de HEERE. Déze naam wijst op de God des verbonds. Dat wijst reeds op een bijzondere betrekking.
Die betrekking houdt ook in dat de HEERE aan zijn volk denkt, over zijn volk waakt, zijn volk zegent en de vijanden van dat volk nooit toelaat de kinderen van Hem te verdelgen.
Die naam zegt ons dat er een verhouding der genade is. Die verhouding kan er zijn, omdat de HEERE zijn Zoon als Breukheler gezet heeft in de breuk der zonde. Daarom kan er zijn en is er het Verbond der genade. Daarom kunnen zondaren gemeenschap hebben met God, de Heilige. Daarom kunnen goddelozen in het gericht worden vrijgesproken. Daarom kan ik die God als mijn Vader leren kennen en zingen: Gods verborgen omgang vinden, zielen, waar zijn vrees in woont.
Maar die benaming zegt nog meer.
Er is sprake van de goedertierenheid des HEEREN.
Het woord goedertierenheid wijst hier op genade, welke van de HEERE uitgaat, dus op de vrije genade. De HEERE legt de levensband, de genadeband, de geloofsband, tussen Zich en zijn volk.
Zo deelt zijn volk in het leven. De HEERE onderhoudt dat leven.
Die genadeband kan nooit worden verscheurd.
Satan tracht dit wel te doen. De wereld trekt op allerlei wijze aan die band. Ik zelf dreig die te verscheuren door mijn zonden. Maar de HEERE houdt die band sterk; die band is niet te verbreken. En de HEERE laat de genade zó toevloeien, dat de verbondene ook blijft bestaan. Alleen uit genade.
Op deze wijze bereikt de HEERE ook zijn doel met zijn volk. Niet één van zijn kinderen zal ontkomen.
Die goedertierenheid is van eeuwigheid en tot in eeuwigheid.
Die goedertierenheid ligt in Gods raad verzekerd; zij is goedertierenheid Gods.
En deze is ten volle geopenbaard in Christus, die het Leven is. Wanneer de HEERE de genadeband legt, die levende band, door het herscheppend werk van zijn Geest, dan wordt de zondaar Jezus Christus ingelijfd. En dat werk kan nooit worden vernietigd. Die goedertierenheid blijft eeuwig.
Wij kunnen nooit precies zeggen wat eeuwigheid inhoudt. Naar de betekenis van het woord is het niet uit te drukken.
Maar het is de goedertierenheid des HEEREN, en de HEERE is eeuwig. Zijn heil vergaat niet. Nooit.
De zijnen zijn de verlosten in Christus; zij staan onder Gods veilige genadebescherming en leven uit de volheid der genade, welke in Christus is.
Dat is het rijke, troostvolle; dat is de enige troost in leven en in sterven.
Maar voor wie is die weldaad? En kan ik weten of ik ook tot die gelukkigen, tot die begenadigden behoor?
Wij moeten goed onderscheiden. Alle bondelingen staan in een zekere betrekking tot de HEERE. Dat legt verantwoordelijkheid op. De HEERE eist hen op, eist ons allen, geheel op. Wij hebben geen recht ons leven te besteden in de dienst der zonde, in de wereld, ten bate van ons zelf. De HEERE wil dat wij Hem dienen met ons ganse hart. Hij wil dat wij dat doen in blanke oprechtheid. Al wat ons daartoe ontbreekt, wil Hij schenken uit genade. Wij zijn nooit te verontschuldigen, wanneer wij onbekeerd blijven leven en alzo sterven.
De poort der genade staat nog open. Klop aan, zondaar of zondares, wanneer gij nog onvernieuwd van hart zijt. Vergeet niet wat het leven is. De tijd der genade is kort. De dagen des mensen zijn als het gras, gelijk een bloem des velds, alzo bloeit hij. Daarom bedenke een* ieder dat Gods tijd „NU" is.
De uitwendige verbondsrelatie geeft nog geen grond om te zingen: Loof de HEERE, mijn ziel, die al uw ongerechtigheid vergeeft.
De goedertierenheid des HEEREN is voor wie Hem vrezen.
Dit vrezen betekent niet (zonder meer) vrees voor God hebben.
Vrees hebben wij, wanneer ons iemand of iets van buiten bedreigt. Ik kan in een woud verdwaald zijn en een leeuw ontmoeten. Die leeuw kan mij verscheuren. Geen wonder, wanneer ik dan vrees. Een besmettelijke ziekte kan uitgebroken zijn en velen aangrijpen. Tussen de zieken wandel en werk ik. Die ziekte kan mij aangrijpen.
Ik kan dan in grote vrees verkeren. Geestelijk kan ik bedreigd worden door de wet Gods. Ik bemerk iets van de vloek der wet. Ik versta iets van de dreigende toorn Gods. Ik weet dat er een hel is.
Dat alles kan mij in doodsangst brengen en dan vrees ik.
Dat alles leert mij niet zingen: Loof de HEERE, mijn ziel. Alles bedreigt mij tot verderf; allen bedreigen mijn ondergang. God dreigt met de ondergang der verdoemenis, 1 Cor. 16 : 22.
De vreze Gods kent het Object der liefde buiten zich. De vreze Gods is ook wel „vrees", maar dan in de zin van eerbied voor God; houdt in het waken tegen alles wat Hem niet eert.
De vreze des HEEREN is in allen, in wie de liefde Gods in het hart is uitgestort door de Heilige Geest. Dan is er herscheppende werking des Geestes in ons.
Dan kennen wij de HEERE in beginsel recht. Wij verstaan tegen Wie wij hebben gezondigd; wij leren dat belijden met David, Ps. 51.
Wij verstaan dan ook dat wij van nature verwerpers van het Evangelie, van de Christus, van het aanbod van Gods genade zijn. Dat is onze droefheid. Wij hebben tegen de HEERE gezondigd; wij missen Hem, die liefde is en lief heeft en liefde toont. En die liefde doet spreken: Ik zal U hartelijk liefhebben, HEERE, mijn Sterkte, Ps. 18 : 2.
Van veel kunnen wij nog niet spreken; veel is ons in de ervaring nog vreemd. Maar één zaak staat vast, dat weet de HEERE ook: wij hebben Hem lief. En dat is waar, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad. In het liefdegericht maakt de HEERE ons eerlijk.
Laat het dan waar zijn dat mijn leven is als het gras. Laat het dan waar zijn dat de bestrijders mij niet met rust laten en mij alles zoeken te ontroven. Laat het dan waar zijn dat ik een onheilige in mij zelf ben en alles verzondigde en verzondig.
Hij heeft de genadeband tussen Zich en mij gelegd, in Christus, en zijn liefde in mijn hart uitgestort. En die liefde blijft, omdat de goedertierenheid des HEEREN is van eeuwigheid en tot in eeuwigheid.
Loof de HEERE mijn ziel!
Neen, niet mijn vrezen van de HEERE, is de grond van mijn vertrouwen. Dan zou ik steunen op een zandgrond, welke wegspoelt, op een staf, welke breekt.
Maar de grond ligt in de goedertierenheid des HEEREN vast.
Daarin straalt zijn eeuwige liefde uit, ten volle geopenbaard in Christus. In Hem zien wij de LIEFDE, „aan het kruis met spijkers geklonken, doorgenageld, doorstoken, bebloed; Liefde in de diepte der helle verzonken.... " Die LIEFDE is de rotsgrond voor wie de HEERE vrezen.
HEERE, leer mij U meer en meer vrezen, opdat mijn lof zuiverder opklimme tot Uw eer.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 juli 1953

De Wekker | 4 Pagina's

De goedertierenheid des Heeren voor wie Hem vrezen.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 juli 1953

De Wekker | 4 Pagina's