Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Ezechiëlse Daniël (XII)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Ezechiëlse Daniël (XII)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

We hebben in ons vorig artikel vrij uitvoerig stilgestaan bij de legende van Danel, zoals we die door de opgravingen te Ras Sjamra hebben leren kennen.
We hebben dat gedaan, omdat er in verband met het Oude Testament nog al een en ander over deze Danel is te doen geweest.
Men vermoedde namelijk, reeds terstond na de ontcijfering van deze legende, dat men hier te doen had met Daniël uit Ezechiël 14:14, 20 en 28:3.
In de twee eerst genoemde teksten van Ezechiël is sprake van drie mannen, n.l. Noach, Daniël en Job.
God zegt daar door de profeet Ezechiël tot de Israëlieten, die zich in Babylonische ballingschap bevinden, dat wanneer een land tegen hem gezondigd heeft en zwaar overtreden, Hij in dat land de staf des broods zal breken en daarin zal honger zenden. En al waren deze drie mannen in hun midden, n.l. Noach, Daniël en Job, zij zouden door hun gerechtigheid alleen zichzelf kunnen redden, maar geen anderen.
En wanneer God zwaard of pest brengt in het land, dan zouden die drie mannen Noach, Daniël en Job zelfs hun zoon of dochter niet kunnen redden, maar alleen Zichzelf. Waar in deze teksten de nadruk op valt, is de persoonlijke verantwoordelijkheid. De ballingen meenden, dat Jeruzalem nog wel gered kon worden door enkele vromen, maar de profeet wijst er op, dat zelfs mannen als Noach, Daniël en Job alleen maar zichzelf zouden kunnen redden.
Het is duidelijk, dat met deze mensen bijzonder vrome mannen worden bedoeld. De profeet wil zeggen, dat zelfs de allervroomsten nog maar alleen zelf zouden kunnen behouden worden.
Wie zijn deze mannen? We kennen Noach als de rechtvaardige, die uit de zondvloed, waardoor de eerste wereld werd vernietigd, alleen met zijn gezin gered werd. En Job is de grote lijder uit de oudheid, die God zeer diende, maar door zijn lijden nog dichter tot God gebracht werd.
Maar wie was Daniël? Diens naam komt bij Ezechiël nog eenmaal terug en wel in hoofdstuk 28:3. Daar zegt hij spottend tot de koning van Tyrus, dat hij nog wijzer wil zijn dan Daniël.
Nu kennen wij inderdaad iemand uit de Bijbel met de naam Daniël. We lezen van hem in het boek Daniël. Deze Daniël is als knaap bij de eerste verovering van Jeruzalem door de Babylonische koning Nebucadnezar, tijdens de regering van koning Jojakim, in het jaar 604 v. Christus meegevoerd naar Babel. Hij zal toen misschien een jongen van een jaar of twaalf geweest zijn. Hij was dus een tijdgenoot van de profeet Ezechiël, die in het jaar 597 door Nebucadnezar werd meegevoerd naar Babel onder de regering van koning Jojakim.
We leren deze Daniël kennen als een vroom man, die zich niet schaamde om de HEERE te dienen. Dat toonde hij in zijn jonge jaren, toen hij weigerde als Israëliet van de heidense spijzen der Babyloniërs te eten (Dan. 1) en als oud man, toen hij het gebod overtrad, waarin gezegd was, dat tot geen andere macht gebeden mocht worden dan tot de koning der Perzen (Dan. 6).
Maar wanneer Ezechiël in hoofdstuk 14 in één adem noemt Noach, Daniël en Job, kan dan daar met Daniël deze Daniël bedoeld zijn?
Noach en Job zijn twee figuren uit de grijze oudheid en Daniël die wij kennen uit het naar hem genoemde boek, was een tijdgenoot van Ezechiël, die toen Ezechiël dit woord sprak, een jongeman van omstreeks 25 jaar moest zijn geweest.
En waneer Ezechiël dezelfde Daniël bedoelde als uit het boek Daniël, dus zijn eigen tijdgenoot, had hij dan niet beter de volgorde Noach, Job, Daniël, dan de volgorde Noach, Daniël, Job kunnen gebruiken ?
En zou Daniël toen al zoveel bekendheid hebben genoten, dat zelfs de koning van Tyrus met hem was bekend geworden (Ez. 28:3)?
Het lijkt mij inderdaad juist, dat we bij de Ezechiëlse Daniël aan een andere Daniël moeten denken dan die uit het boek Daniël.
Maar dan staan we voor de vraag: welke Daniël? Uit de Bijbel kennen we geen andere Daniël.
Voor velen scheen de legende van Danel van de bekende tekst van Ras Sjamra te doen te hebben met Daniël uit de profetieën van Ezechiël.
Ezechiël zegt van Noach, Daniël, Job dat ze door hun eigen vroomheid zelfs hun kinderen niet konden redden. Dat kon Danel uit de legende ook niet. Zijn zoon stierf immers ook.
En evenals Job en Noach was ook deze Danel een figuur uit de grijze oudheid.
En dit vermoeden scheen te meer gewettigd, omdat Ezechiël in zijn profetie Daniël ook bekend veronderstelt bij de koning van Tyrus, een Fenicische stad. Daniël uit het boek Daniël zal aan de Tyrische koning niet bekend zijn geweest, maar als koning van Fenicië zal hij zeker met de hoofdpersoon uit de oude Fenicische legende zijn bekend geweest.
Dat in de legende de naam Danel luidt en bij Ezechiël Daniël, maakt geen verschil. Eigenlijk luidt de naam in de Bijbel ook Danel. En bovendien, de verbindingsklinker tussen de twee delen van een eigennaam kan verdwijnen, zonder dat de betekenis van de naam verandert. Vgl. de namen Abram en Abiram; Abner Abiner; Absalom en Abisalom.
In een slotartikel komen we op de gedachte, dat we bij de Ezechiëlse Daniël te doen hebben met Danel uit de oude legende van Ras Sjamra, nog eenmaal terug.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 september 1953

De Wekker | 4 Pagina's

De Ezechiëlse Daniël (XII)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 september 1953

De Wekker | 4 Pagina's