Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Noodzaak der Geloofsverzekering

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Noodzaak der Geloofsverzekering

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dat geloofsverzekering mogelijk is, leert de Heilige Schrift duidelijk genoeg; daarover behoeft niet te worden geschreven. Die Schrift wekt er ook toe op, 2 Cor. 13:5; 2 Petr. 1:10. Wij weten ook dat ongeloof zonde is en Jezus Christus Zelf heeft zijn discipelen bestraft in dit opzicht, Luk. 24:25. Maar dat alles laten wij rusten.
In dit artikel willen wij alleen wijzen op het schadelijke voor de ziel, wanneer zij het staan naar geloofsverzekering veronachtzaamt. Onze oude schrijvers hebben ook vaak op deze zaken gewezen. Het gemis aan geloofsverzekerdheid stremt de ziel in velerlei opzicht. Het gemis aan die zekerheid beneemt haar allereerst de vrijmoedigheid des geloofs. Wanneer ik die vrijmoedigheid mis, durf ik voor mij zelf niet te geloven dat ik een kind van God ben. Dan loop ik maar met die „grote vraag" of ik met recht het eigendom ben van Jezus Christus. Mis ik die vrijmoedigheid dan durf ik er ook niet van te getuigen en anderen worden dan niet opgewekt om ook dat grote heil te zoeken. Mis ik die vrijmoedigheid dan durf ik mij niet vrij uit te spreken voor den Heere; ik durf niet te zeggen mijn Liefste, mijn Vader, enz. En nu mag het waar zijn dat de oorzaken van het gemis dier vrijmoedigheid verschillend zijn, zij zijn er, en de vrijmoedigheid wordt gemist. De ziel geniet dan niet van het heil in Christus. Zij durft niet te spreken over haar bezit; zij vreest straks nog buiten te blijven en zingt niet van het „blij vooruitzicht". Heel somber gaat Gods kind dan dikwerf door het leven. Die vrijmoedigheid houdt de ziel terug om in dagen van zorg en nood al de bezwaren en zorgen te leggen in de hand des Vaders, die weet wat de zijnen behoeven. Petrus Immens heeft er ook op gewezen in zijn boek over de godvruchtige avondmaalganger. Dat laat zich goed begrijpen, want juist in verband met het heilig Avondmaal zit de ziel vaak vol vragen. Het gemis aan zekerheid des geloofs stremt ook de voortgang in de heiligmaking, schrijft Immens, omdat zulk een ziel geen gebruik durft te maken van de beloften en van den Heere Jezus, want zij weet niet of zij wel deel aan Hem heeft. Het gemis aan zekerheid beneemt al de troost, blijdschap en zoetigheid van het leven, omdat de ziel door gedurige kommer wordt neergedrukt. Men kan God de roem van de ontvangene genade niet toebrengen, hoewel dit zo zeer betamelijk is, indien men weet genade ontvangen te hebben. Onverzekerd zijn is zeer nadelig, omdat dit veel ongestalten in de ziel verwekt, want de liefde tot God en Christus wordt menigmaal verflauwd. In die diepte der onzekerheid wordt dan geklaagd: mijn hoop is vergaan en mijn sterkte van den Heere. In die weg wordt de mond gesloten en de Heere wordt niet groot gemaakt over het wonder van zijn genade. Voor anderen lijkt het dan dikwerf dat de dienst des Heeren niet veel vrucht nalaat en dat zij, die God vrezen, toch eigenlijk maar een naar leven kennen. Dergelijke opmerkingen maakt Immens op de bladzijden 84 en 85.
Wie geen vreemdeling is van het geestelijke leven, zal dit alles moeten toestemmen. De ziel kan toch soms goed weten geen vreemdeling te zijn van de genade Gods, maar door allerlei oorzaken niet delen in het licht en daarom de vrijmoedigheid missen om van die genade te getuigen. Paulus sprak er zo vrij en zo heerlijk van. Hij wist: mij is barmhartigheid geschied, mij, de grootste der zondaren, 1 Tim. 1:15, 16. Hij wist ook dat de Heere hem die genade geschonken had, opdat Paulus een toonbeeld zou zijn voor anderen. Hij kende de geestelijke worsteling, Rom. 7, maar wist ook van de triumf. En dat alles diende opdat hij zou kunnen dienen. Maar de levende ziel, in het gemis van de vrijmoedigheid des geloofs, weet, dat zij in haar onvrijmoedigheid zwijgt; zij geniet ook niet van het zalige en zoete van de vrijmaking des Geestes. Zij mist de blijdschap; zij geniet van de geloofsgemeenschap met Christus zo weinig. Zij kent de liefde wel, maar zij klaagt meer: „zou ik de liefde wel bezitten", dan dat zij zingt: „God heb ik lief". Zij voelt ook wel dat dit kracht onthoudt om te strijden tegen de zonden. De verzekerde zal kunnen zeggen: ik ga dat pad der zonde niet op, want aan mijn verlossing „kleeft het bloed" van mijn Zaligmaker. En zulk een ziel, welke de zekerheid mist, gaat in eigen omgeving vaak als een stomme rond. Wat moeten de kinderen en dienstbaren wel denken van de ouders, die zo zwijgend en bevreesd, zo traag van hart en zo ongelovig hun weg gaan. Er gaat dan zo weinig geur van ons christen-zijn uit. Laten wij dit alles toch opmerken. Dit alles is tot grote schade van eigen ziel; het is tot grote schade van onze naasten; het is niet, en dat is het voornaamste, tot ere des Heeren.
Welzalig allen, die delen in de vrijmoedigheid des geloofs, omdat zij meer of minder verzekerd zijn van hun aandeel in Christus. Leef vrijmoedig, o ziel, welke in dit heil deelt; getuig en geniet, geniet en getuig er van. Laat uw licht schijnen. Weet dat gij optrekt met de verloste „maagdenstoet" uw Bruidegom tegemoet. Zing er van; loof den Heere er voor. Wandel voorzichtig, want de zonde neemt de vrijmoedigheid weg.
Het spreekt vanzelf dat wij het in dit artikel hebben over verzekerdheid des geloofs, welke vrucht des Geestes is, en niet bestaat in een soort vrijmoedigheid van karakter en soms overslaat in een zekere vrijpostigheid.
Ook hebben wij hier niet gesproken over de oorzaken van gemis aan verzekerdheid en evenmin over de weg om tot die zekerheid te komen. Wij wezen er op waarom zekerheid noodzakelijk is.

L.H. v.d. Meiden.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 april 1954

De Wekker | 4 Pagina's

Noodzaak der Geloofsverzekering

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 april 1954

De Wekker | 4 Pagina's