Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geestelijk leven naar het Woord

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geestelijk leven naar het Woord

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er is over het geestelijk leven al heel wat geschreven en gesproken. Vele malen zonder beleven van de zaken, waarover men sprak. Heel dikwerf werd, wat men besprak, ook los gemaakt van het woord van God. Dan openbaren zich de misstanden; dan zoekt men zich op de been te houden in zijn staat van de dood of in dorheid der ziel. De kerk des Heeren heeft al heel wat kwaad ondervonden van het mysticisme, maar ook heel wat schade geleden doordat bij de bediening des woords de mystiek des Woords verzwegen werd, óf uit blindheid, óf uit onbewuste geestelijke onkunde. Men heeft dan het Woord niet verstaan, niet goed, d.w.z. in zijn diepte, verklaard. Gods kinderen ontvangen dan geen voldoende onderwijs; ook ontvangen zij niet het geestelijke voedsel uit het Woord, wat in het Woord toch inderdaad wordt geboden. De volle bediening van het Woord is daarom zo noodzakelijk; de zuivere bediening is eis. Wanneer men eerst van het Woord een allegorie maakt, iets anders laat zeggen dan wat er staat, en dat die allegorie, dat andere, wat wij er van gemaakt hebben, gaat verklaren, moeten wij wel op dwaalsporen komen. Wanneer de goddeloze Ahasveros met zijn vrienden aan zijn tafel zit, is dat niet een allegorie van God met zijn gunstelingen, als Abraham b.v. aan zijn tafel. Wie op zulk een wijze het Woord verklaart, verdraait het. Maar al zijn er al die gevaren, op de echte mystiek moet toch goed worden gelet.
Wijlen Ds. H. Hoekstra kon op dit mystieke leven ook ernstig wijzen. Hij is wel een aparte figuur geweest in de Ger. Kerken. Wie zijn boek over het Hooglied wel eens gelezen heeft, weet dit. Eens wees hij, midden in een preek, op de mystiek, welke niet anders is dan het verborgen leven der gemeenschapsoefening met God door Christus. Dat is heel eenvoudig mystiek omschreven. Een ieder, die wedergeboren is, die het leven der genade in beginsel bezit, die door Gods Geest herscheppend wordt bearbeid, bezit de wortel van deze mystiek, want hij is Christus ingelijfd en leeft dus uit Hem. Die wortel spruit uit, wat naar de aard van die wortel is. En de levende bruid moet zich hierin oefenen; het moet haar begeerte, haar diepe lust zijn dat die wortel uitspruit, door zich van harte af te keren van alle zonde en te staan naar de vreze des Heeren, naar het leven Gods. De bruid, moet die weldaad, dat beleven van de zalige gemeenschap met God, zoeken, voor zich inroepen, opdat zij de kracht en de vreugde er van mag wegdragen. Begeerd wordt dan dat genade van Christus het hart vervulle, sterke tot de geestelijke strijd en bekwame tot een teder, godvruchtig leven.
De betekenis van die ware mystiek wordt niet altijd zuiver uiteengezet. En de onzuiverheid van voorstelling wekt en werkt verwarring. Wanneer het profetische Woord niet goed wordt verklaard en de sacramenten niet zuiver worden bediend, zal het mystieke leven óf verzwegen worden, óf worden bestreden. Het volk des Heeren ontvangt dan geen zuivere voorlichting, waardoor het gemakkelijk uit de koers kan raken. En dan wordt het verborgen leven verkeerd geleid, los van het Woord, los van de kerk en van de sacramenten. De gelovigen gaan zich dan verdiepen in ingevingen en gezichten, in inbeeldingen en in wat men van andere wondere geesten hoorde en las. Daarom moet ook Gods volk met beslistheid, zonder aanzien des persoons, teruggeroepen worden naar het Woord, opdat het geestelijk zuiver worde geleid en een godvruchtig gebruik leert maken van de middelen der genade. Dan zal de kerk recht worden gebouwd, de wedergeborene geestelijke kennis ontvangen, het leven van ootmoed openbaren, in het geloof worden versterkt en anderen ten zegen kunnen zijn. Gevaren zijn er dus zeer zeker. Wie de kerkgeschiedenis kent weet, welke vreselijke uitwassen , het mysticisme openbaarde en op welke dwaalwegen soms Gods kinderen terecht kwamen. Maar al die gevaren en uitwassen moeten nooit oorzaak worden om te zwijgen over het echte mystieke leven, over de zuivere omgang met God in levend geloof, in tedere vreze des Heeren. De vrije genade geeft geen vrijbrief voor de zonde; de gevaren van het mysticisme verlenen geen vrijbrief om in de bediening des Woords het mystieke leven te verwaarlozen of er zelfs tegen te strijden. Bij zulk een doen zou geen ziel vrucht dragen, doch wel schade lijden. Vooral ook voor hen, die het leven Gods slechts in beginsel kennen, is dit alles zo onvruchtbaar en schadelijk. Zij hebben nog zo weinig ervaring van het mystieke leven; zij kunnen nog zo slecht onderscheiden tussen mysticisme en mystiek, tussen wat nabootsing en echt is in betrekking tot het geestelijke leven. Zij zien het verguldsel spoedig voor goud aan; bij zichzelf vaak het goud voor verguldsel. Dan wordt de Heere niet verheerlijkt; dan is er geen wasdom der genade; dan gaat er niet veel stichting van de kerk uit; dan zullen de jonge godvruchtigen niet spoedig van hun kinderziekten worden genezen; dan is er weinig een wandelen in het licht en een zich verheugen in de Heere. De geringschatting, de verwaarlozing, laat staan de minachting of bespotting van dat mystieke leven, zou de doodsteek zijn voor de gemeente van Christus. Men kan geen groter moord begaan aan de gemeente Gods dan haar te doen derven de levensbewegingen van de verborgene uitgangen des harten, om in het licht van haar Bruidegom te wandelen. Beneemt men haar dat, dan verliest zij haar levensmerg, ook haar geur en schijnsel naar buiten. (Zie Hoekstra; Hooglied, 88-91). Mocht door de zuivere bediening van het Woord de Bruid meer haar aard openbaren, de zonde de rug toekeren, met de zonde breken en in Godsvrucht wandelen.

L.H. v.d. Meiden

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 mei 1954

De Wekker | 4 Pagina's

Geestelijk leven naar het Woord

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 mei 1954

De Wekker | 4 Pagina's