Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Anti-Revolutionair beleid,
Gedachtenwisseling tussen Prof. Dr. J.P.A. Mekkes en Prof. Mr. A.M. Donner. Uitgave T. Wever, Franeker, 56 blz.
In dit werkje wordt op hoog plan van gedachten gewisseld over het beleid van de A.R.-partij in de jaren na de oorlog. Prof. Mekkes is bevreesd dat door het saamwerken in een kabinet met b.v. de P.v.d.A. een verzwakking van de A.R. principiële instelling ingetreden is en niet voldoende onderkend zijn de gevaren van deze tijd. Hij sluit in zijn betoog zeer sterk aan bij Mr. Groen v. Prinsterer. Prof. Donner meent dat de gewijzigde situatie geen wijziging van beginselen gedoogt maar wel van praktijk. Een werkje dat tot nadenken stemt over de politieke vragen van de dag en de achtergronden daarvan.

W. Kremer.


Soldaten rondom Jezus,
door Ds. A.T.W. de Kluis, Uitgave v. Keulen, Delft, 92 blz.
Een boekje over soldaten, voor soldaten en door een soldaat. En toch evangelie-verkondiging. Ds. de Kluis is Hoofdlegerpredikant. Hij brengt in dit boekje de soldaten uit het N. Testament ten tonele. Op soldatenmanier vertelt hij over hen en Iaat hun relatie, hoe dan ook, tot Jezus zien. Soms doet hij het op originele wijze. Pakkend, boeiend. Hier komt ook het vraagstuk van de aanpassing om de hoek kijken. Hoe ver moet men de luisteraar (lezer) tegemoet komen om hem voor het Evangelie gehoor te doen krijgen? Pakkend zijn soms de opschriften: Bevel is bevel!? (de soldaten van Bethlehem) Judas als pelotonscommandant. Zo iets is fris. In „Soldatencabaret" gaat de schrijver mij te ver. Er zijn hier grenzen. Een boekje dat als prikkel en nagel kan werken. Misschien is het iets voor uw jongen, die onder dienst is,

W. Kremer.


Door waar geloof alleen,
door Ds. T.Th. v. Munster, uitgave J.H. Kok te Kampen, 101 blz.
Dit boekje wil in veertien hoofdstukken de betekenis van het geloof in het licht stellen. En het doet dit door verschillende zaken in verband met het geloof te beschrijven. Na eerst gesproken te hebben over „Door geloof alleen" worden vervolgens uitverkiezing, wedergeboorte, bekering, volharding, schuldbelijdenis, kennis, ergernis en andere zaken die de Schrift in hun betekenis voor het geloof of als vrucht daarvan doet zien, besproken.
De schrijver doet dit niet op theoretisch dogmatische wijze, maar wil midden in de praktijk staan en daarin leiding geven.
Er staan in dit boekje inderdaad vele goede en schone zaken. De betekenis van het geloof en de verbanden, die er tussen een levend geloof en de genoemde zaken in de Schrift gelegd worden, komen soms heel scherp en duidelijk naar voren.
En toch liet mij dit werkje onbevredigd. Het geloof zelf is mij te veel beredeneerd. Het onderscheid tussen een levend geloof en al wat daar op gelijken kan is niet duidelijk genoeg. Ik mis hier teveel het levende werk des Geestes. De schrijver laat niet zien, althans niet duidelijk genoeg, waarin dit bestaat. Het zoekende hart zal hier vaak zeggen: was ik maar zo, bij mij gaat het niet zo vlot en gemakkelijk.
Wat ik hier mis is dat er een geestelijke weg naar de kennis van Christus is. Zijn er geen worstelingen in dat geloof zelf, waarbij doorleefd wordt: Heere ik geloof, kom mijn ongelovigheid te hulp? Te weinig komt hier de verbondsbediening des Heeren uit, waarin Hijzelf plaats maakt voor Zijn heil in de harten der Zijnen.
Er is mij hier te weinig geestelijke diepte van een verantwoorde religieuse psychologie. Ik dacht bij het lezen van dit werkje aan wat Prof. H. Bavinck eens schreef toen hij klaagde over het gemis aan geestelijke diepte in de stichtelijke lectuur van zijn dagen (1904).
Wat mij opviel is dat de schrijver veel gezangen en liederen citeert maar heel weinig de psalmen. Geven juist niet de psalmen de reflecties van het hart, dat de geloofsrelatie met de openbaring Gods kent, weer?
Hoeveel schoons ik er ook in vond, myn eindindruk is dat hier aan de psychologische, de geestelijke zijde, van het leven des geloofs tekort gedaan is. En waar dat geschiedt, wordt maar niet een bepaalde opvatting onbevredigd gelaten, maar aan de Schriftuurlijke weergave van het geloofsleven tekort gedaan.

W. Kremer.


Herstel,
door Starr Daily, vertaald door H. v. Vliet, 161 blz.
De grote Heelmeester,
door Frank Uttley, vertaling van C.J. Schreuder en M.C. Castendijk, 156 blz.
Beide uitgaven van H. Veenman en Zn., Wageningen.
Bovenstaande werkjes kunnen in één adem genoemd worden omdat zij beide handelen over één onderwerp, n.l. de lichamelijke en psychische genezing in verband met geloof en gebed.
Het eerst genoemde is meer een verhalend werk. Het brengt ons in aanraking met Pastor Brown uit Chicago, een prediker, die buitengewoon veel gevallen van opzienbarende genezingen in zijn praktijk kent, waarbij hij als middel mocht optreden.
Het boek doet wat Amerikaans reclameachtig aan. Dat behoort blijkbaar nu eenmaal bij de stijl, die men daar, in bepaalde kringen, er op na houdt, ook als het gaat over godsdienstige zaken.
Zulk een toon ligt ons niet. Temeer niet als er nogal sterk de nadruk gelegd wordt op de mens zelf.
Toch valt niet te ontkennen dat hier ook rijke gedachten naar voren komen. De noodzaak van een diepgaande ontferming in alle pastorale arbeid wordt hier heel sterk benadrukt.
Fijn vond ik hier ook de grondgedachte dat de pastorale benadering psychotherapeutisch verantwoord dient te zijn.
Bovenal legt de schrijver de nadruk op de noodzaak van het letten op en zich open stellen voor de leiding des Heiligen Geestes.
Van andere aard is het werkje van Uttley.
Dit geeft eerst een beschouwing over de wijze waarop in het N. Testament, inzonderheid door Christus, het lijden, gezien wordt. Er is lijden dat wel als een zegen gezien kan worden, dat is het lijden dat voortvloeit uit vervolging om Christus' wil en er is lijden dat nimmer als een zegen beschouwd wordt, dat is het lijden door ziekte. Tegen dit laatste bindt Christus de strijd aan. Vervolgens heeft het werkje een aantal meditaties over verschillende N. Testamentische genezingswonderen, die in het licht van bovengenoemde opvatting gezien worden. Het werkje besluit met een beschouwing over de doorn in het vlees bij Paulus. Eveneens in het licht van bovengereleveerde opvatting, wordt hier dan geponeerd dat deze „doorn" van Paulus niet in een of ander lichamelijk lijden kan hebben bestaan, maar de vervolging, de smaad en de tegenstand geweest is, die hij terwille van het evangelie leed.
Deze beide werkjes zijn van betekenis nu de vragen naar de betekenis van geloof en gebed voor het lichamelijk welzijn weer sterke nadruk gekregen hebben. Wij zijn onder ons met de vragen daaromtrent nog niet klaar. Toch worden we er met de neus opgedrukt. Hier liggen veel vragen als van de verhouding tussen woord en daad in de ambtelijke bediening; tussen het lichamelijke en het geestelijke; de vraag ook naar het verschil en de verhouding tussen Christus, de Apostelen en ons, ambtsdragers van nu.
Dat er ten deze onder ons een en ander verwaarloosd en In de schaduw gekomen is, is zeker. Anderzijds gaat het zonder meer niet op, gelijk nogal nadruk ontvangt in het werkje over Pastor Brown, dat het niet kennen van genezing, gebrek aan geloof verraadt. Het trof mij dat beide werkjes niet de genezing tot een zaak op zichzelf willen maken. Zij stellen de geestelijke redding voorop.
Treffend is ook dat hier sterke nadrukt valt op een levende Christus, Wiens hand ook nu niet verkort is. Onder ons hebben wij niet zelden een begripmatige Christus, die wij meer dogmatisch dan in levende werkelijkheid kennen.
Juist nu wij onder ons nog lang niet klaar zijn met deze vragen zijn werkjes als deze toch van betekenis. Zij prikkelen tot nadenken en bezinning.

W. Kremer.


Wetenschap en kunst.
Een bundel voordrachten, gehouden door de Professoren F.W. Grosheide, G.H.A. Grosheide, Hellema, v.d. Kooy en Smitskamp. Uitgave J. H. Kok te Kampen.
Deze bundel voordrachten doet een poging het verband aan te tonen dat er is tussen de theologie, het recht, de economie, de geschiedeniswetenschap, de wiskunde en de kunst.
Dit is zeker niet altijd een gemakkelijke opgave. Wie b.v. begint met te lezen wat Prof. F.W. Grosheide zegt over het verband tussen theologie en kunst vraagt zich af hoe dit verband te vinden zal zijn. Toch ziet de schrijver kans op aannemelijke wijze dit verband te leggen.
Deze bundel, die een of andere leergang vastlegt, geeft inderdaad veel te leren. Hij doet verbanden zien, die men op het eerste gezicht niet vermoedt.

W. Kremer.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 augustus 1954

De Wekker | 4 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 augustus 1954

De Wekker | 4 Pagina's