Gods universele heilsnodiging III

De inhoud van de heilsnodiging raakt het behoud van de mensen en wijst tevens de weg der behoudenis aan. Laten wij daarvan toch diep doordrongen zijn.
Volgens Jes. 45:22 gaat het om de zaligheid in de weg der bekering. Wanneer de HEERE de volken der aarde oproept om zich tot Hem te wenden, dan roept Hij op tot bekering. Zich tot de HEERE wenden betekent: keer u tot Mij, maar dit keren tot God moet zijn waarachtig bekeren. Heel dikwerf wordt in de Schrift het woord „wenden" gebruikt in de zin van „bekeren". Het is niet genoeg dat de volken zich omkeren, maar het is noodzakelijk dat zij zich bekeren. Dat houdt ook in breken met de afgoden. Kernachtig worden deze zaken ook beschreven in Hos. 14:2-5. Wij gaan nu niet verder in op wat bekering inhoudt. Wie zich met het hart van de afgoden afkeert en zich oprecht tot de HEERE wendt om bij Hem alle hulp, alle heil, alle zaligheid te zoeken, zal niet beschaamd uitkomen. Bij de HEERE is raad en wijsheid en bij Hem zijn de woorden der zaligheid. Wie zich op deze wijze tot de HEERE wendt, zal met smekende ogen op Hem zien, schuld belijden voor Hem en Hem ook smeken om vergeving. Met alle drang der liefde moet uit de mond der verkondigers van de universele heilsboodschap gehoord worden dat de HEERE spreekt: Wend u, zondaar, wie gij ook zijt, af van uw afgoden en zoek genade, wijsheid en hulp bij de HEERE alleen; zie op Hem, Die in Christus een verzoend God en Vader is en bij Wien milde handen en vriendelijke ogen zijn. Sluit uw oor niet voor de roepstem des Heeren, maar zoek Zijn Woord te verstaan door de Heilige Geest. Bekeer u tot Hem. U, uzelf, raakt deze boodschap allereerst. Bekeer gij u allereerst tot Mij en predik dan ook anderen dit heil. Wend u tot Mij, de enige Redder en hoor dan wat Ik kan en wil doen: Ik genees de verbrokenen van hart en verbind hen in hun smarten, Ps. 147:3; Ik zal uw afkering genezen; Ik zal u vrijwillig liefhebben; Ik zal u verhoren, Hos. 14.
De HEERE bedoelt door die oproep tot bekering de behoudenis van de zondaar, de verlossing van de gebondene. Het woord behoudenis in Jes. 45:22 b.v. heeft dezelfde betekenis als de naam Jozua en de naam Jezus. Indien wij ten volle konden verklaren wat het woord zaligheid inhoudt en wat de volle verlossing is in Jezus Christus, zouden wij het woord behouden enigszins kunnen benaderen. De onvergelijkelijk rijke verzoening met God drieënig wordt er in bedoeld. Alleen in de eeuwigheid zal de verloste kerk ondervinden in de rijkste zin, wat dit betekent.
Laat u behouden, verlossen; laat u met God verzoenen. U laten verzoenen is een streep halen door al uw eigen werk. U laten verzoenen is geloven, is God laten werken, is de hoogste activiteit des geloofs, want dan schrijft gij de dood op al het uwe. Laat u verlossen, dat is het Kruis in het rechte licht zien, dat is Jezus Christus erkennen als de enige Zaligmaker, dat is God de eer geven van heel het zalig worden. Dit wordt alleen geleerd op de school van de Heilige Geest. Een andere weg der zaligheid is er niet. De HEERE heeft Zelf gezegd: Ik ben God, en niemand meer, Jes. 45:21. Hij is de verlossende God; Hij zorgt voor de vervulling van Zijn beloften. Hij is de machtige en genadige God, in Christus een verzoend God en Vader. Zijn Woord is de waarheid. Laten daarom allen, die zich arm en ellendig hebben leren kennen, zich vrijmoedig en kinderlijk tot Hem wenden om zich door Hem te laten zaligen. Met handhaving van Zijn gerechtigheid wil en kan Hij verlossen, zelfs bij het naderen van de dood. Daarom luistert naar Zijn Woord. Hij kan en wil oren en harten openen voor dat Woord. Hij, Die van Zijn troon dit Woord doet uitgaan, kan en wil harten breken, de vijandschap doen staken en behoudenis schenken. Wat bij mensen onmogelijk is, is mogelijk en zeker bij Hem. Wil niet stug, gelijk het paard, weerstreven. De Heere klopt nog aan de deur van uw hart en biedt het volle heil aan.
Hoort ellendigen, de schoonste nodiging. Blijft niet van verre staan, al zijt gij met uw afgoden bedrogen uitgekomen, al heeft de dwaalleer u teleurgesteld en ziet gij u naakt, verloren, schuldig, verdoemelijk, zonder gerechtigheid voor God. Kan het Evangelie van de behoudenis in de Borg, uit genade alleen, u niet bekoren? Betaamt u niet zulk een Middelaar? De kinderen des Heeren hebben ervaren dat in Hem al hun heil is. Zij leren steeds meer dat zij zich tot de HEERE moeten wenden om zich te laten verlossen. Zij worden steeds dieper ingeleid in het wondere heilgeheim van het zalig niets-doen, wat de hoogste geloofsactiviteit in de genade is. Steeds moeten zij zich, gebroken en ellendig, wenden tot de grote Geneesmeester. In Hem is hun heil. Welzalig allen, die vast op Hem betrouwen.

L.H. v.d. Meiden

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen