Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Man van onreine lippen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Man van onreine lippen

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dewijl ik een man van onreine lippen ben. Jes. 6:5b.

Wij hebben lippen en wij hebben een tong.
Paarden leggen wij tomen aan om ze te leiden; schepen worden bestuurd door het roer recht te gebruiken. Maar de tong, o die tong, dat kleine lid, zegt zo veel en doet zo veel over de lippen komen, omdat de wachter bij de lippen niet waakt. Een wereld van ongerechtigheid wordt vaak openbaar, wanneer de tong zich roert. De tong ontsteekt het rad onzer geboorte, onze levensloop; die tong zet alles in vlam, tast alles aan en wordt zelf ontstoken van de hel. (Jac. 3).
Het is wel heel erg, wanneer de onreine lippen zich dan openen.
Maar nog erger wordt dit, wanneer die lippen spreken op onreine en onware wijze over het heilige. Indien wij met de Farizeeër danken en onze onreine lippen roemen beter te zijn dan de tollenaar; indien wij spreken: Heere, Heere, doe ons open; indien wij zeggen, dat wij gemeenschap met God hebben, Hem kennen en bezitten, en de waarheid niet spreken. Ook op de christelijke erve is die tong zo in beweging. IJdel wordt er gebazeld over het heilige, over de Schrift, over de leer der godzaligheid; ook over het al of niet bezitten van de vergeving der zonde. En wie dienaar des Woords is moet dit wel dubbel bedenken; Sommige mensen zijn heel woordenrijk en brengen de tong gemakkelijk in beweging. Maar veel, wat beluisterd wordt, is ijdel gezwets, zot geklap, maar geen taal, welke de HEERE behaagt.
Velen, die niet weten dat zij mensen van onreine lippen zijn, spreken heel gemakkelijk over het bezit van het geestelijke leven; zij hebben diepe inleidingen en bijzondere ervaringen; zij staan ver boven anderen en zij zijn zeer ver gevorderd in de genade. Zij spreken, opdat anderen zouden horen wat in hun ziel woont en zouden verstaan dat zij wel heel bijzondere mensen zijn. De tong, Gods bijzonder instrument, wordt dan verfoeilijk gebruikt. Laten wij toch niet vergeten dat wij van elk ijdel woord rekenschap moeten afleggen. Vreselijk is het, wanneer wij denken groot te zijn; de HEERE, de Heilige en Rechtvaardige, de Verzoenende en Genadige alleen, is groot.
Gods kinderen durven niet zo gemakkelijk en niet zo haast zeggen: ik ben verlost; God heeft mij welgedaan.
Jesaja sprak van onreine lippen. Hoe kwam die man er toe? Waarom dacht hij zo heel klein van zich zelf en waarom beleed hij zich zo schuldig? Jesaja kwam werkelijk in gemeenschap met God. Hij zag de Heilige op de Troon, zag de Heilige in Zijn heerlijkheid. Hij hoorde de Serafs, de heilige engelen zingen het trishagion, het driemaal-heilig. Serafs zijn hemelgeesten, die als doorgloeid zijn van het vuur der heiligheid Gods en met de (voor de zondaar) verterende en verzoenende heiligheidsopenbaring Gods in betrekking staan, en zij zijn er levende getuigen van. Zij staan; zijn tot de dienst van hun Heere bereid; zij hebben vleugels en bedekken zich voor Gods majesteitsopenbaring; zij vliegen gewillig uit, wanneer de Heere hen zendt. Zij roepen de heiligheid des HEEREN uit. De HEERE is de absoluut Verhevene, afgescheiden van de zonde en handhaaft Zich in elk opzicht tegenover het schepsel. De heerlijkheid van Hem is de openbaring en uitstraling van Zijn deugden.
Onder die Zelfopenbaring des HEEREN komt de profeet tot zichzelf, ziet hij hoe de engelen zich bedekken en wordt hij zelf teruggedrongen en vernederd. Dan hoort gij: wéé mij, ik verga! Dan kent hij zich als een verlorene, als een vernietigde. Hij is een man, een persoon, van onreine lippen. Alles wat de mens uitsluit van de gemeenschap met God, wat in strijd is met Zijn wezen, is onrein. Lippen wijst op de concentratie der persoonlijke zondigheid. En dit tegenover de reine lippen der Serafs. In de nabijheid der heiligheid Gods, onder het roepen van de-Serafs, weet Jesaja zich onrein, weet hij, dat zijn lippen onrein zijn en hij onbekwaam is om recht van de HEERE te spreken; weet hij, dat zijn tong, dat kleine vuur, heel wat over de lippen kan brengen, dat onrein is, gruwelijk voor God is, niet waar is. Vandaar zijn belijdenis.
Wij weten dat Jesaja geroepen werd tot profeet. Hij moest niet alleen spreken als christen, als gelovige, die ook getuige Gods moet zijn. Neen, de HEERE riep hem tot profeet, profeet van de Heilige, van de Verhevene, Die Zich openbaart in gerechtigheid en schuldvergeving, in de eis van Zijn heiligheid en in het bloed der verzoening. Jesaja moest openbaringsorgaan van die God zijn, aflezer van Zijn Raad, boodschapper van wat God openbaarde. Evangelist van het Oude Verbond. Maar hoe zal hij, man van onreine lippen, getuigen? De HEERE zal hem er toe bekwamen.
Wij worden niet allen geroepen tot profeet of tot profetes. Maar wij moeten wel getuigen zijn van de HEERE, op de rechte wijze. Sommigen, die de naam christen dragen, doen dat heel gemakkelijk. Telkens weer komt over de lippen van hen dat zij bekeerde mensen zijn, dat zij rijke ervaringen hebben, dat zij dicht bij God leven, op weg naar de hemel zijn, uitverkorenen zijn, gerechtvaardigd en geheiligd zijn, vrijgemaakte mensen zijn en bijzondere gunstgenoten Gods. Blinden en zwakken in het geloof luisteren met open mond, wanneer al de genoemde zaken over de lippen der sprekers, der praters, komen. Hoe komt het toch dat sommigen zo gemakkelijk de lippen openen en dat Gods lieve kinderen zo vaak zwijgen? Wat is toch de oorzaak van dit zwijgen bij het volk des Heeren? Hoe moeten wij het verklaren, dat ze zo moeilijk hun tong in beweging kunnen brengen, wanneer zij een persoonlijke belijdenis moeten afleggen? Waarom komt zo heel bezwaarlijk over hun lippen: ik ben een van de verlosten, van de gekenden en de gezaligden? De verklaring wordt ons in dit hoofdstuk geboden. De levendgemaakten zijn met de Heilige in aanraking gekomen; Hij is een verterend vuur en een eeuwige gloed; Hij doorgrondt het hart en proeft de nieren. Zij roepen het wéé over zichzelf uit; zij snikken het uit: ik ben een man, een vrouw van onreine lippen en daarmee erkennen zij dat ze geheel verdorven, geheel boos en geheel en voor eeuwig verdoemelijk voor God zijn.
O laten wij toch toezien wat wij zeggen, hoe wij spreken en dat wij spreken voor Gods aangezicht, voor het oor des Heeren. Verstaan wij diep wat Jesaja beleed: ik ben een man van onreine lippen, dan gaan wij niet zo gemakkelijk de preekstoel op, rijken wij ons niet zo gemakkelijk de beroepsbrief uit, getuigen wij niet zo vrij van wat wij zelf menen te bezitten en zetten wij zeker niet ons zelf op de troon.
Indien wij verstaan wat de profeet Jesaja beleed, dan hebben wij het vuur des Geestes nodig om te belijden. Wij denken gering van ons zelf; wij weten dat wij verwerpelijk zijn, dat de doodsmacht tegen ons is en ons zoekt te omknellen, dat wij geen recht hebben op de genade en dat onze tong een bedrieger kan zijn. Wij smeken: Heere, behoed de deuren van mijn mond en laat niets ontglippen dat U niet behaagt.
Kind des Heeren, laat het u troosten, dat gij eerder het wéé over uzelf uitroept dan dat gij u de kroon der zaligheid opzet. Bestrijders van buiten en van binnen, bovenal de kennis van de Heilige, doen u uitroepen: ik ben onrein. Om uit te roepen: ik ben des HEEREN, is niet zo eenvoudig. Daarvoor is iets anders nodig dan wat praten over de Heilige en de heilige zaken.
In de gemeenschap met de Heilige worden wij neergeworpen en sterft al het onze, belijden wij: wéé mij, ik ben onrein. Wie zal het wèl over ons uitspreken en hoe zullen wij er van kunnen getuigen?

L.H. v.d. Meiden

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 november 1954

De Wekker | 4 Pagina's

Man van onreine lippen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 november 1954

De Wekker | 4 Pagina's