Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De engel bij de priester in de beurt van zijn dagorde (2e Advent)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De engel bij de priester in de beurt van zijn dagorde (2e Advent)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

En van hem werd gezien een engel des Heeren, staande ter rechterzijde van het altaar des reukoffers. Luk. 1:11

Zacharias, de priester, diende naar vaste beurt, 8.
Onder het dienen gaat de hemel open. De priester reukoffert; de vader bidt; de priester zal straks zegenen. Hij zet in de beurt van zijn dagorde zijn werk voort. Hij, de adventchristen, wacht ook. Heeft hij misschien juist overpeinsd: Ik verwacht de HEERE, mijn ziel verwacht, en ik hoop op Zijn Woord. Wij weten het niet. Misschien heeft hij op dat ogenblik heel niet gedacht aan een boodschap uit de hemel. De HEERE is een verrassend God en doet zo vaak ervaren: eer zij roepen zal Ik antwoorden. Het uur van het reukoffer duurt nog voort; het volk wacht in gebed. Straks zal het volk door de weerkerende priester Zacharias worden gezegend, met de Oudtestamentische zegen, Num. 6:24-26. Zacharias is nu nog in het heilige en dan gaat de hemel open.
En van hem werd gezien een engel ...
Die engel is uit de hemel. De hemel is dus opengegaan. Zacharias, ge leeft niet onder een gesloten hemel. Voor Gods volk kan het soms schijnen dat de hemel gesloten is. De klager Jeremia deed horen, toen hij zijn ziel uitstortte voor God: Gij hebt mijn ziel verre van de vrede verstoten; Gij hebt ons met toorn bedekt en Gij hebt ons vervolgd. Gij hebt niet verschoond. Gij hebt U met een wolk bedekt, zodat er geen gebed doorkwam (Klaagl. 3). Heel bang kan het dan zijn. De vijand spot: Nu zult ge nooit meer zingen: 'k Riep God niet vruchtloos aan! Vader Zacharias heeft vaak gebeden; gebeden om een kind, maar er werd geen kind geboren. Hoe vaak heeft de priester gebeden: Och, dat Gij de hemelen scheurdet .... Jes. 64:1. Maar de hemel bleef dicht; de Beloofde der vaderen verscheen niet. En nu gaat de hemel open. God gedenkt aan Zijn volk. Zing maar Kerk van Jahwé, nu en straks: Hij heeft gedacht aan Zijn genade.... !
En van hem werd gezien een engel.
Een van de gedienstige geesten, uitgezonden tot de dienst van hen, die de zaligheid beërven zullen, staat nu in het heilige. Een gezant van het hemelhof. Deze engel is Gabriel, vs 19. Hij is een engel, die voor God staat, in aparte dienst is. Hij is hier boodschapper van genade. Opmerkelijk is dat bij de keerpunten in het Koninkrijk Gods, de engelen verschijnen. Van die engelenwereld weten wij niet veel, maar uit de Schrift is duidelijk dat deze dienende Geesten ook instrumenten zijn in verband met het komende Koninkrijk Gods. Dat blijkt ook hier.
De engel werd gezien staande ter rechterzijde van het reukofferaltaar. De engel komt aankondigen het licht; eerst de dageraad, dan de opgaande Zon. Weldra zal de Star uit Jakob verschijnen; de Zon der gerechtigheid zal opgaan.
De engel staat aan de rechterzijde van het reukofferaltaar. Blijkbaar stond deze engel tussen de gouden kandelaar en het reukofferaltaar. Men heeft gemeend, dat hij een ereplaats mocht innemen, omdat hij een gezant des hemels was en omdat hij een hemelse opdracht had te vervullen. Duidelijk is dat de engel van Jahwé er stond; Zacharias zag hem niet komen. Het staan zal wel aanduiden een houding van dienstbereidheid en dienstvaardigheid. Er spreekt ook eerbied voor het heilige en de Heilige uit. Van het Oosten kwam men de tempel binnen. Voor wie binnenkwam zag aan zijn rechterzijde de tafel der toonbroden en aan zijn linkerzijde, in het Zuiden, de gouden kandelaar. Tussen die beide, iets naar voren, stond het reukofferaltaar. De engel stond aan de rechterzijde van dat altaar. De priester had hem aan zijn Iinkerhand. Blijkbaar erkende dus de engel ook de hoogheid van het priesterambt. Hoofdzaak is, ook naar het ons voorkomt, dat dit staan aan de rechterzijde van het altaar, bewees dat de engel een boodschap moest brengen, welke in het allernauwst verband stond met de komende Messias; een boodschap welk een antwoord was op da gebeden van het volk. Die gebeden van het volk werden immers verzinnebeeld in het opstijgen van de wierookwalmen van het reukofferaltaar. Maar die boodschap was ook een antwoord op de gebeden van de priester, die diende naar de beurt van zijn dagorde.
En van hem werd gezien ....; en Zacharias hem ziende ....
Een engel verscheen hem. Dat staat voorop; daarop wordt nadruk gelegd. Het gaat er om, dat Zacharias die engel zag, en zag waar die stond. Dat die engel hem, en hier, verscheen, zegt iets bijzonders; Zacharias moest de verschijning zien. En hij zag. Maar hij doorzag de zaak nog niet. Integendeel: Hij ontroerde en vreesde, toen hij zag, vs 12. Het was heel niet nodig geweest dat Zacharias zo van streek raakte. Dat hij verschrikt en verward raakte, stond in verband met zijn bestaan als zondaar. Wanneer de zondaar in verbinding wordt gebracht met het heilige, met de Heilige, dan zal er siddering zijn, opdat ons schuldbesef zegt: wat staat u te wachten? Gods wet is de vorm van Zijn gerechtigheid. Wanneer zelfs de verschijning van een dienaar van de Heilige, staande in het heilige, al zo ontroert, wat moet dan de verschijning van de Heilige Zelf wel niet nalaten.
Zacharias zag; een blinde ziet niet en daarom kan veel zichtbaars hem ook niet ontroeren. Die ziet, ontroert. Hevig komen de gemoederen dan in beweging, zoals de wateren bij stormweer. Zacharias dient wel in het heilige, maar hij is nog in zijn aardse tabernakel, 2 Cor. 5:1 , v.v. Hij beantwoordt niet volmaakt aan het heilige en doorleeft nu iets van: de letter doodt. Hij doorleeft iets van: wéé mij, omdat ik een man van onreine lippen ben en woon in het midden van een onrein volk. Hij doorvoelt wel, dat zijn priesterlijke dienst geen schuld wegneemt en geen gebedsverhoring verdient. Zo de HEERE de ongerechtigheid gadeslaat, wie zal voor Hem staande blijven? Zacharias is ook in zichzelf verdoemelijk voor God. De bediening van de letter, is de bediening van de verdoemenis. Maar de bediening des Geestes komt! (2 Cor. 3). Juist wanneer wij goed leren dat de letter doodt, verdoemt, zullen wij bereid worden om te verstaan dat er Een, die meer is dan Gabriel, voor God moet staan, niet als dienaar zonder meer, maar als Borg. Welnu dat heil moet Gabriel boodschappen. Daarom behoeft Zacharias niet te vrezen. Hij hoort veel. Uw gebed is verhoord. Gij ontvangt een zoon. Die zoon zal voorloper zijn van de Messias. Achter hem komt de Messias, Die ook voor u zal staan voor God. Hij is de grote Hogepriester.
En het geschiedde in de beurt van zijn dagorde, vs 8.
En van hem werd gezien een engel.. . vs 11.
Laten wij in onze adventstijd getrouw zijn in de beurt van onze dagorde. Lezers, misschien hebt gij het moeilijk. Gij klaagt: zou God Zijn gena vergeten ....? Misschien kunt gij uw gebed niet door de wolken krijgen. Mogelijk wacht gij al heel lang op antwoord. Maar de HEERE antwoordt niet. Gij vreest. God zegt immers: Hij spreekt gewis tot elk die voor Hem leeft. Leeft gij wel voor Hem? Ach, wij vrezen zo vaak ons te bedriegen. De bestrijder zegt: gij zijt precies als een Saul: God antwoordde hem niet meer. Adventschristen, wacht. Blijft dienen in de beurt van uw dagorde. God is getrouw. Zorg dat de HEERE u vindt, waar gij zijn moet; in Zijn huis; in uw bidvertrek; op uw kantoor; bij uw werk. Ge weet niet wanneer de hemel voor u opengaat, maar Hij weet het. Hij is een verrassend God. Klaag Hem niet aan; klaag uzelf maar aan. Hij zorgt meer dan een vader; Hij troost beter dan een moeder. Hij komt, ook tot uw ziel. De eerste verschijning uit een open hemel zal u wellicht doen beven, maar, let wel, het is omdat gij ziet. Gij weet, dat gij voor de Heilige niet kunt bestaan. Alles klaagt u aan. Gij ziet. De hemel gaat open en .... gij vreest om te komen.
O, mijn ziel, wat buigt gij u neder. Luister wat de HEERE spreekt: Vrees niet! Uw gebed is verhoord. Weet ge wel, bestreden ziel, dat gebed, dat éne vooral .... o God weet wel, welk gebed. Uw gebed is verhoord. Gij zult uw zoon hebben! Vul maar in, worstelende lezers. Gij zult ....
Vrees niet, want de voorloper komt en achter hem de Redder.
Het klaaglied zal Johannes zingen; zondaar, ween, schrei uit uw nood voor God!
Jezus speelt straks op de fluit; zondaar huppel van zielevreugd.
Uw gebed is verhoord.
Toch is het waar, o mijn God: 'k Riep U nooit vruchtloos aan ....; Gij hebt mijn gebed verhoord.

L.H. v.d. Meiden

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 december 1954

De Wekker | 4 Pagina's

De engel bij de priester in de beurt van zijn dagorde (2e Advent)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 december 1954

De Wekker | 4 Pagina's