Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Vleeswording des Woords en de nieuwe Theologie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Vleeswording des Woords en de nieuwe Theologie

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In deze dagen van dankbaar advent komt telkens de tekst uit het Evangelie van Johannes ons voor de geest: het Woord is vlees geworden.
Dit zo bekende woord is daarom nog niet een gekend woord. Daar is geen woord in de Bijbel zo diep van zin, als deze bekende woorden.
Allereerst treft ons hier de naam, die aan de Zaligmaker wordt gegeven n.l.: „Het Woord". De andere Evangeliën noemen hem „Jezus Christus".
Het Woord! Dat is de uitbeelding der gedachten, de drager van een denkwerkelijkheid, de Openbaring van een geestesdiep.
Een woord is het naar buiten treden van een logische geest, want is het dat niet, dan zou het wartaal worden.
Echter hebben wij hier meer dan gedachten, dan Openbaring, dan het naar buitentreden van innerlijke geestesrijkdom.
Hier is het Woord tevens persoonlijkheid, en daarom zegt Johannes: Het Woord was God.
O diepte des rijkdoms! Zo kunnen wij hier met Paulus belijden. Paulus kan niet uitdrukken, hoe diep.
Diep! Dat is de verticale lijn, die zo gans verschilt van het horizontale vlak. Wat horizontaal is, dat ligt in de verte. Maar de Schrift spreekt meestal niet hoe ver, maar hoe diep het is, wat God bewogen heeft om aan arme zondaren te gedenken. God zelf, in de persoon des Zoons, als de ontsluiering van Zijn Wezen, en daarom het Woord, komt te staan midden in het dal des tijds om de moegeleefde zwerver, erger, om de dood- en doemschuldige zondaar de weg naar de ingang der eeuwige heerlijkheid te banen.
Daarom is „Het Woord" de poort der eeuwigheid, en de psalm der zaligheid, door God Zelf aangeheven midden in de treurmars der mensheid. Tot zover gaat alles goed, als wij willen luisteren naar de nieuwe Theologie.
De meeste Wekker-lezers zullen wel eens gehoord hebben van namen als „Neo-Orthodoxie, of theologie der crisis, of theologie des Woords, of dialectische theologie. Sommigen noemen het met één woord n.l. Barthianisme.
Wat mij betreft kunt gij al deze namen cadeau krijgen en noem ik het „Nieuw Modernisme".
Zeker dit nieuw modernisme heeft andere uitdrukkingen. Dit nieuw modernisme heeft gebroken met al de oppervlakkigheid der 19e eeuw, toen Jezus niet meer was dan ideaal, dan een mens van bijzondere kwaliteiten, wiens voetstappen wij hebben te volgen. Met deze school van het Neo-Kantianisme heeft het Neo-Modernisme totaal gebroken.
Het is te begrijpen, dat er vele eenvoudigen zijn, die thans niet meer weten te onderscheiden tussen een moderne opvatting en de ouderwetse Bijbelse opvatting van de vleeswording des Woords.
Immers in deze moderne opvatting spreekt de Godheid van Jezus zulk een krachtig woord, schijnt de zon der Openbaring in zulk een bekoorlijke glans, dat het voor de meesten niet toegankelijk is om hier het ware van het valse te onderscheiden.
Wij leven nu eenmaal in de dagen van de caricatuur, en ook in de leer van de vleeswording des Woords is er een caricatuur aan te wijzen, die de gedaante draagt van het Lam, maar waaraan ten enenmale de historische werkelijkheid d.w.z. de historische Jezus ontbreekt.
Al treedt de Bijbel op met goddelijk-historisch gezag, de nieuwe Theologie kan dit historisch element niet aanvaarden, vooral niet, als het raakt de geboorte van Jezus.
Jezus is een stutsel uit het verleden, een mens, die twee duizend jaren geleden geleefd heeft, maar die heeft weinig meer te betekenen voor het heden. Wat geweest is, is voorbij. Dit leeft slechts in herinnering voort. Maar Het Woord, de grote glans der Godsopenbaring, blijft. Dat alleen heeft eeuwigheidswaarde.
De nieuwe theologie kiest nu de sterkste woorden om toch maar te verduidelijken, dat zij het wonder van de Godmens belijdt. Dit juist is de verstrikking, die menigeen niet merkt, als de nieuwe Theologie, of liever als het Nieuw Modernisme een lofzang aanheft om toch vooral goed te laten uitkomen, dat zij aanvaardt de dubbele belijdenis: Het Woord is God, en het Woord is vlees geworden.
Men zou zo op de klank afgaande zeggen: wat wil men nog meer!
Ik zou hierop antwoorden: Het zit niet in de woorden, maar in de zaken, die hier aan de orde komen.
Vlees geworden!
Dat houdt nog niet in, volgens de nieuwe theologie, dat Jezus uit de maagd Maria geboren is.
Vlees, dat is de toestand der vernedering, waarin Jezus is neergedaald, en voor zulk een toestand is niet direct nodig een geboren worden uit de moederschoot van Maria, maar een daad van Gods souverein willen.
Vlees worden wil hier niet anders zeggen, dan worden, hetgeen God voorheen niet was.
Daarom meent de nieuwe Theologie, dat in het Evangelie van Johannes de geboorte uit de maagd Maria van ondergeschikte betekenis is.
Wij moeten ons niet te veel aan zulk een historisch feit vastklemmen, want dan zijn wij bezig ons geloof aan een harde spijker op te hangen, inplaats van te leven uit de bewogenheid Gods.
Daar ligt b.v. voor mij het boek van Dr. G.C. van Niftrik „Kleine dogmatiek". Hii zelf erkent in zijn „voorwoord", dat hij de werken van Barth ten bate van zijn geschrift „geplunderd" heeft.
Hij zegt niet, dat hij de historische verschijning van Jezus ontkent, maar hij zegt het zo, dat hij aanleiding geeft, dat op zijn minst deze historische verschijning wankel komt te staan. Wij lezen b.v. op blz. 91:
„Hoe belangrijk de kerk het historisch en philologisch onderzoek ook vindt (Het Woord werd immers vlees) - het is toch niet het vlees als zodanig, dat ons redt, maar het Woord, God Zelf. Het is niet de historische Jezus als zodanig, die ons redt, maar Christus, de Heer. M.a.w. de menselijke natuur van Christus is naar Gereformeerde leer een schepsel en dus niet God Zelf. Ons geloof bouwen op de historische Jezus als zodanig (dus afgezien van het feit, dat Hij Gods Zoon was - afgezien van het feit, dat Hij het vleesgeworden Woord was) is niets anders, dan afgoderij, schepsel-vergoding."
Hier maakt Van Niftrik een caricatuur van de Gereformeerde leer, want deze leer heeft nooit gekend en nooit beleden een Jezus als zodanig. Zulk een afgetrokken begrip moge in het brein van het nieuw modernisme kunnen opkomen, maar de Gereformeerde leer weet van zulk een onderscheiding, die in werkelijkheid een scheiding is, niets, totaal niets.
De nieuwe theologie wil het wonder der menswording Gods aanvaarden, maar wil tegelijk de maagdelijke geboorte, de mens Jezus, een product van het verleden, een stuk vlakke historie maken, die voor de bewogenheid onzer eeuwige zaligheid geen betekenis heeft. Wie b.v. kan lezen een boek als van Brunner, één van de vooraanstaande figuren in deze nieuwe theologie, getiteld: „der Mittler", „de Middelaar", kan daar vinden, dat hij het wonder der menswording wel aanvaardt, maar dat de geboorte van Jezus uit de maagd Maria in de Bijbel wordt beschreven om het biologisch begrijpelijk te maken. Heel die leer, zegt Brunner, van de ontvangenis uit de Heilige Geest is tamelijk laat ontstaan, en "heeft niet de ,, Openbaring, maar allerlei dogmatische motieven ten grondslag. Zelfs schrijft Brunner, dat de leer van de maagdelijke geboorte al lang zou zijn prijs gegeven, als niet dogmatische overwegingen een beletsel waren geweest (blz. 289 der Mittler).
Brunner schrijft, dat alles aankomt op het wonder der menswording van Gods Zoon in streng Johannëische-Paulinische zin.
En wat verstaat deze leider van dit nieuw modernisme hieronder?
Laten wij er goed op letten, want de gevaren der verstrikking zijn hier groot, en ons volk, ook ons Christelijke Gereformeerde volk, moet aan deze dingen herinnerd en voor deze gevaren gewaarschuwd worden, vooral in de dagen van Advent.
Brunner gaat hierbij van de gedachte uit, dat het dogma van de menswording noch voor Paulus noch voor Johannes directe waarde heeft. Hij zegt: „Paulus schrijft slechts, dat hij geboren is uit het zaad van David naar het vlees, maar de Zoon van God naar de Geest". Johannes heeft er genoeg aan door te zeggen: „Het Woord is vlees geworden". De ganse apostolische litteratuur zwijgt ervan, ook Markus. En wat door Matth. 1:18-25 en Luk. 1:35 wordt verhaald is niet voldoende om er een „Schriftbewijs" op te funderen. Daarbij komt nog, zo gaat Brunner voort, de mogelijkheid, dat het begin van Lukas en Mattheus eerst gans anders is geweest.
Dat zijn nu de mannen, die zo hogelijk roemen het wonder der geboorte, die niet ophouden om te bazuinen, dat God mens geworden is, maar die heel de historische grondslag van dit wondere gebeuren ondermijnen, en aan de kerk haar Zaligmaker roven.
Barth, de grootmeester van deze theologie, of van dit nieuw modernisme, gaat zelfs zo ver, dat hij in zijn boek, waarin hij handelt over de Apostolische geloofsbelijdenis als tekstgrondslag voor een beschouwing van de voornaamste problemen der dogmatiek schrijft op blz. 86: „inderdaad, het is niet in te zien, waarom de leer van de incarnatie (vleeswording) niet, als in zich zelf gegrond, verstaan zou kunnen worden of in hoeverre zij naar haar inhoud een aanvulling door de leer van de geboorte - uit-de-maagd - zou nodig hebben". Merkt ge wel, die geboorte uit de maagd Maria kan wel genoemd (Barth spreekt hier van een noëtische (aanwijzende) betekenis, maar zij heeft geen werkelijke (ontische) betekenis.
Als dat waar is, dan kunnen wij art. 18 van onze Nederlandse geloofsbelijdenis wel ten vure dragen. U moet dit artikel er eens op nalezen. Een prachtige meditatie in deze adventsweken.

Apeldoorn, J.J. van der Schuit.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 december 1954

De Wekker | 4 Pagina's

De Vleeswording des Woords en de nieuwe Theologie

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 december 1954

De Wekker | 4 Pagina's