Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Levensstijl

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Levensstijl

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is heel moeilijk om in deze tijd van toenemende verwereldlijking van het hele leven christen te zijn en werkelijk als christen te leven. De kwestie van de christelijke levensstijl is een van de moeilijkste vragen, waarmee we dagelijks te maken hebben in de practijk van ons leven.
Hoe moeten we de juiste weg vinden om enerzijds christen en anderzijds mens van deze tijd te zijn? Beter gezegd: om christen te zijn in deze tijd. We bedoelen met deze laatste uitdrukking niet het christen-zijn afhankelijk te maken van de eisen van deze tijd en nog minder van de geest van deze tijd; wel om aandacht te vragen voor het feit dat elke tijd juist z'n eigen gevaren en bedreigingen voor het christenleven meebrengt. Deze tijd, waarin de Heere ons geplaatst heeft, niet in het minst. Waarbij dan tegelijk komt het moeilijke probleem van de gang van de tijd en de ontwikkeling der dingen, de sfeer, waarin wij leven etc. die het niet gemakkelijk maken om de juiste beslissing te nemen of die ons zelfs meezuigen zonder dan een weloverwogen beslissing wordt genomen.
Als het op levensstijl aankomt in deze tijd, dan kunnen we onder ons in hoofdzaak drie typen onderscheiden.
Daar is allereerst wat ik zou willen noemen de capitulatie-stijl. De levenshouding van hen, die zij het al niet theoretisch dan toch in ieder geval practisch, zijn gecapituleerd voor de invloed van hun omgeving, de gewoonten van „men", de geest van de tijd. Deze capitulatiestijl wordt veel meer gevonden dan we een kwart eeuw geleden mogelijk achtten. Men behoeft altijd geen kwaad opzet te veronderstellen en evenmin steeds bewuste onverschilligheid. Ach neen, maar juist het ongemerkte, het geruisloze, het „als vanzelf gaat het" — is hier zo ernstig en zo gevaarlijk.
Ik noem één sprekend voorbeeld, hoewel er veel meer te noemen is. We bespraken drie weken geleden het „Memorandum" van N.C.O.O.V., waarin aangedrongen werd op het herstel en de handhaving van de christelijke levensstijl in het leger. O.a. werd gesproken over 't reizen van onze militairen op Zondag. Dit is inderdaad een nationale zonde geworden. Ook uit onze Chr. Geref. gezinnen zijn er verschillende jongens, die aan deze zonde meedoen en dus ook reizen op Zondagavond. Dat is nu een typisch voorbeeld van capitulatie-stijl. Dit betekent een grote verzwakking van de christelijke zede niet alleen, maar ook een ondermijning van Gods gebod. Men moet zich eens indenken, welke indruk dit maakt op hen, die met argus-ogen het bovengenoemde Memorandum lezen. Ze lezen de bezwaren van het Zondagsreizen in deze brochure, die sterk beklemtoond worden. Maar hun reactie zal zijn: als dit dan zo'n groot bezwaar is in christelijke kring, waarom reizen dan zoveel militairen van christelijke huize op Zondag? Dan is dat toch blijkbaar niet zo'n groot en onoverkomelijk bezwaar? Deze capitulatie-houding heeft reeds veel kwaad gedaan en zal bij de voortduur, indien men op deze weg voortgaat, de innerlijke kracht van het christendom nog meer verzwakken.
Een tweede type levensstijl is dez.g.n. negatieve levensstijl. De houding van „raak niet en smaak niet en roer niet aan". Alles wordt zonder meer afgekeurd. Niets deugt. Alles, maar dan ook alles is verkeerd. Tegen alles wordt neen gezegd. Doet een ander iets, dat „men" in eigen kring niet gewoon is, dan veroordeelt men dit zonder meer en betrekt men dit oordeel direct op de eeuwige staat van iemand, zo hij zich uitgeeft voor een christen. Deze negatieve levensstijl heeft reeds veel kwaad gedaan in de loop der jaren, omdat een dergelijke levenshouding wel heel weinig vruchtbaar is. Als men iets afkeurt omdat „men" iets niet doet of niet gewoon is, als men direct met de banvloek klaar staat en deze grondt op de gedragingen der mensen zonder meer, dan klopt hier iets niet. Een dergelijke negatieve levensstijl heeft reeds velen afgestoten, omdat men achter het neen niet voelde kloppen het hartelijke ja. Men kan uit gewoonte en traditie veel dingen afkeuren — misschien ook nog terecht! — maar wanneer deze afkeuring niet gedragen wordt door hartelijke liefde, door een vaste, levende overtuiging, dan heeft deze negatieve levensstijl allerminst wervende kracht.
Als onze Amerikaanse broeders b.v. het roken van Nederlandse christenen hartgrondig veroordelen en tot krasse uitspraken komen (sommigen hunner): Waar de rook van de sigaar is, kan de adem van de H. Geest niet zijn, dan kan dit heel gemakkelijk een negatieve levensstijl tot achtergrond hebben.
Wanneer men het rhytmisch zingen als een duivelswerk veroordeelt, dan dreigt ook hier het gevaar van een negatieve levensstijl, temeer als men hoort dat in kerken van onverdacht Gereformeerde belijdenis aan de overkant van de oceaan op andere wijze wordt gezongen dan we in onze Nederlandse kerken gewoon zijn. Men dient met zijn oordeel voorzichtig te zijn. Anders vervalt men in een negatieve houding, waar uiteindelijk niemand mee gebaat is. Dit betekent niet een pleidooi voor de invoering van het rhytmisch zingen; wel een verzoek om toch alle factoren in rekening te brengen.
Of wanneer iemands zaligheid in twijfel wordt getrokken, omdat hij bij de huiselijke maaltijd de Nieuwe Vertaling ter kennismaking leest, dan is deze veroordeling bewijs van een negatieve levensstijl. Als men met de geschiedenis op de hoogte is, dan weet men hoe een dergelijk negativisme zich altijd gelden doet, wanneer iets nieuws aan de orde was. Ook deze opmerking betekent niet een propagandastuk je voor de Nieuwe Vertaling voor kerkelijk gebruik. Maar dit gevaar van een negatieve levensstijl is groot. En het leven naar deze stijl is nog allerminst een bewijs van ware godsvrucht.
Daarom moeten we hebben een positieve levensstijl. Een levenshouding, die beheerst wordt door de vreze des Heeren. Alleen wanneer een krachtig en gelovig ja wordt uitgesproken tot de Heere en Zijn dienst, kan men ook neen zeggen tegen allerlei levensuitingen, die met deze dienst niet in overeenstemming zijn. Maar is het neen niet op dit ja gebaseerd, dan is het armzalig, krachteloos en onvruchtbaar.
Alleen een positieve levensstijl kan anderen tot jaloersheid brengen. Men staat dan zelf volkomen achter zijn afwijzing. Men komt tot deze uiting uit waarachtige liefde tot de Heere en durft dat ook te zeggen. Het wordt dan niet: ik mag dit niet en ik mag dat niet, maar ik wil dit niet en ik wil dat niet.
Wie er alleen een negatieve levensstijl op nahoudt, zal menigmaal zich moeten herzien. Hoe vaak is het niet gebeurd dat iets 15 jaar geleden als zonde werd gestempeld, wat men vandaag rustig tolereert.
De vreze des Heeren moge ons leiden en onze gezinnen beheersen. Dan is er een goede norm. Dan kan er van ons iets uitgaan.
Ja, het is moeilijk om christen te zijn. De bede, die we zo vaak gedachtenloos zingen, moge ons dagelijks richten en overal:
Leer mij naar Uw wil te hand'len.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 februari 1955

De Wekker | 4 Pagina's

Levensstijl

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 februari 1955

De Wekker | 4 Pagina's