Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Canada

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Canada

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het jaar 1954 is te Homewood de eerste Synode der Canadese Gereformeerde Kerken gehouden.
Deze kerken onderhouden correspondentie met de Gereformeerde Kerken art. 31 in Nederland, en worden als zusterkerken gegroet.
Zij hebben zich afzonderlijk geïnstitueerd, omdat zij niet kunnen aanvaarden de leeruitspraken der Christian Reformed Church, als in strijd met Schrift en belijdenis. Een punt van ernstige overweging op deze eerste Synode is geweest de opleiding.
Deze kerken hebben diep beseft, welk een invloed er uitgaat van een Theologische vorming, die voor een niet gering gedeelte medebeslist over het leven en de toekomst der kerken.
Evenals onze kerken in 1892 direct haar volle aandacht hebben gegeven aan de opleiding, zo ook deze Canadese Gereformeerde Kerken.
Echter zijn deze Canadese Gereformeerde Kerken nog te zwak om zelfstandig de opleiding ter hand te nemen.
Er is op de Synode te Homewood besloten om de kerken te verzoeken een viertal collecten per jaar te willen houden voor een eigen opleiding tot de dienst des Woords, en deputaten te benoemen om de gelden te beheren en nopens heel de zaak van de opleiding diligent te zijn.
Tot tijd en wijle van een eigen opleiding zal voor toelating tot het praeparatoir en peremptoir examen in deze kerken in Canada vereist zijn het candidaats-examen afgelegd aan de Theologische Hogeschool (art. 31) te Kampen.
Ik ontleen deze gegevens aan „De Reformatie" van 19 Februari.
Terecht wijst de Reformatie erop, dat de Kerken in Canada ten slotte een eigen weg moeten gaan. Nederland wordt hoe langer hoe meer een vreemd land voor de broeders in Canada. Het zou niet goed zijn, zegt het Blad, als deze kerken hun Nederlands geestesmerk zo exclusief zouden bewaren, dat ze dientengevolge vreemd zouden blijven aan het Canadese leven.
Ik heb deze dingen met grote belangstelling gelezen. Het zegt ons, dat deze Canadese Gereformeerde Kerken weten, wat zij zijn, en waar zij staan.
Zij zijn als kerken overtuigd, dat er een diep ingrijpend leergeschil is met de Chr. Ref. Church, en zyn daarin ons ten^ voorbeeld, of wij kunnen het ook omkeren, dat maakt hier weinig verschil.
Dit een en ander geeft mij aanleiding om over onze positie als kerken in onze verhouding tegenover de kerken in het buitenland nog wat verder te denken. Ik doe dit meer, omdat ik „ingezonden" stukken krijg, die mij duidelijk zeggen, dat in de boezem onzer kerken enige ongerustheid ontstaat over de gang van zaken.
Laat ik allen, die blijken sterk geïnteresseerd te zijn bij deze gang van zaken, nu eens heel duidelijk en rustig zeggen, dat er geen enkele aanleiding bestaat over een verzwakking van kerkelijk standpunt.
Heel de Generale Synode van 1953 heeft klaar en duidelijk dit standpunt gehandhaafd. Lees maar eens de rapporten, die de verhouding bespreken tegenover de Gereformeerde Kerken!
Maar ook een Generale Synode kan wel eens een besluit nemen, dat, hoe goed ook bedoeld, toch een onvolledigheid in zich draagt.
En zo zie ik het ten opzichte Van de Christian Reformed Church.
Wij kunnen en wij mogen deze kerken niet gelijkschakelen met andere kerken in het buitenland, waarmede wij niet, of nog niet, in correspondentie staan.
Er is hier een concreetheid, die wij tot geen prijs over het hoofd mogen zien, zullen wij niet onze eigen positie verzwakken, zo niet opheffen.
Het kan daarom dienstig zijn, dat wij memoreren, wat wij in de Acta der Synode kunnen lezen, waaruit deze concrete positie tegenover de Chr. Ref. Church duidelijk kan worden.
Allereerst hebben onze Deputaten geschreven aan de Synode der Chr. Ref. Church over de leergeschillen, die ons van elkander verwijderen.
Zo iets is aan geen enkele kerk in het buitenland ooit geschreven. Dit wijst al op een bijzondere positie.
In een brief, gericht aan de Synode der Christian Reformed Church, die is te vinden in Acta van 1950 blz. 200, staat te lezen:

„Uwe kerken toch hebben zich uitgesproken t.a.v. de uitspraak der Geref. Kerken in Nederland, gedaan op de Synode van Utrecht 1905, op een wijze, die in onze kerken bedenkingen moet opwekken. Naar onze diepste overtuiging zijn deze uitspraken in strijd met Schrift en Belijdenis. Daarom is het onze taak als Deputaten om te onderzoeken, of we inderdaad hetzelfde belijden, als we zeggen dezelfde belijdenis te hebben, en te vragen, hoe rijmt U de bovengenoemde uitspraken met onze belijdenis."

Dit werd geschreven Mei 1948.
In September 1952 hadden Deputaten onzer kerken een samenspreking met twee predikanten uit de Chr. Ref. Church Ds. Hoekstra en Ds. van der Kieft. Deze beide predikanten lieten uitkomen, dat de invloed en de door werking van de door ons afgewezen leringen in Amerika van weinig betekenis is.
Hoe hebben onze Deputaten hierop gereageerd?
Wij lezen in de Acta 1953 blz. 154:

„Hiertegenover werd onzerzijds gewezen op de teleurstelling van velen, die aanvankelijk aansluiting hadden gezocht bij één der Christian Eeformed Churches.
Tevens werd aangedrongen op het breken met de gewraakte leerstellingen, en hun gevaarlijke toepassing in de practijk van prediking en zielszorg. In verband daarmede werd door de gasten de mogelijkheid geopperd van het beroepen van een predikant uit de Chr. Geref. Kerken. Deputaten hebben erop gewezen, dat het bestaande contact daartoe geen ruimte biedt."

Het was op grond hiervan dat onze Deputaten aan Ds. Nederlof, toenmaals predikant bij de Chr. Geref. Kerk te Dokkum, duidelijk en onomwonden hebben gezegd, dat hij onder de vigerende bepalingen dit beroep niet in overweging mocht nemen, (zie blz. 154 Synodale Acta 1953).
Dit zijn alle duidelijke aanwijzingen, dat wij als kerken een concrete positie innemen tegenover de Chr. Ref. Church.
En het is mijn overtuiging, dat deze concretisering bij de laatste bepalingen over predikanten, die een beroep ontvangen van kerken uit het Buitenland (zie Acta 1953 blz. 40) niet voldoende in acht genomen is. Hierdoor is te weinig rekening gehouden, met wat reeds door vorige Synodes was besloten en ook niet voldoende gelet, op wat door onze Deputaten bij verschillende gelegenheden dienaangaande is gezegd en geschreven.
Het gaat nog niet zo zeer om het besluit, dat in 1953 door onze Generale Synode is genomen, als veel meer om de onvolledigheid van dit besluit.
De vraag is gewettigd, of wij wel zijn op de goede weg, wanneer wij zonder nadere stipulaties dit besluit ongewijzigd laten bestaan.
De tijd zou wel eens kunnen aanbreken, dat wij ons te laat zouden beklagen, als wij ons niet voldoende rekenschap van deze situatie hadden gegeven.
Het aannemen van het beroep door Ds. v. d. Pol naar de Chr. Ref. Church heeft althans deze lichtzijde, dat dit onze kerken oproept om zich nog nader te bezinnen.
Ik stem volledig toe, dat wij hier niet hebben een gemakkelijk vraagstuk, maar verkeerd zullen wij doen, als wij dit vraagstuk drijven in het nauw van „ware of valse kerk".
Het begrip „Kerk van Christus" is zo wijd en zo ruim, dat het iets laat zien van de Katholiciteit van de hemel.
Het is wel diep teleurstellend, en het wijst op een zondige gebroken gestalte van de kerk op aarde, dat wij niet kunnen samenkomen in één kerkverband met hen, met wie wij toch eenmaal hopen samen te zingen het lied van het Lam.
Als ik naar beneden kijk, bij al de smart der verscheuring van Christus' Kerk, zeg ik ik geloof éne, heilige, algemene. Christelijke kerk.
Als ik naar boven kijk bij al het heimwee des verlangens, zeg ik . . . . ik zie éne, heilige, algemene, Christelijke kerk.
„En ik zag en zie, het Lam stond op de berg Sion, en met hem honderd vier en veertig duizend, hebbende den naam des Vaders, geschreven aan hunne voorhoofden."
Dag der glorie! Ach wanneer?

A. (Apeldoorn) S.

P.S. Dit stuk stond al enkele weken in de drukproef. Volgende week hoop ik te beginnen met mijn artikelen over de leergeschillen in de Christian Reformed Church vóór en na 1905 (1908).

A. (Apeldoorn) S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 maart 1955

De Wekker | 4 Pagina's

Canada

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 maart 1955

De Wekker | 4 Pagina's