Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Roeping tot Predikant (II)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Roeping tot Predikant (II)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een a.s. candidaat kreeg voor zijn examen op om over te preken Hand. 4:20: Wij kunnen niet laten te spreken hetgeen wij gezien en gehoord hebben. De jongeman gevoelde hoe hij daardoor innerlijk werd geëxamineerd. En dat is een zeer voorname zaak. Ga, jongeling, nooit naar het admissie-examen voordat gij ook innerlijk geëxamineerd zijt. Dan zal dat niet zonder strijd gaan. Er zal een huivering door uw ziel gaan; gij zult u onrein van lippen kennen en met Jeremia begeren dat de Heere een ander zenden zal. Maar wie zich door de Alwetende laat examineren wordt óf inderdaad heengezonden, óf getroost en ontvangt een opdracht.
Zullen wij geroepen predikers zijn, dan zullen wij Hand. 4:20 moeten verstaan. Wie nooit „gehoord" en nooit „gezien" heeft in levend geloof, zal gemakkelijk kunnen zwijgen. Paulus wist wat hij eens hoorde en eens zag. De nood was hem opgelegd om het evangelie der genade te verkondigen. Zo zal het zijn met allen, die door de Heere zijn geroepen.
Nu weten wij wel dat de kinderen Gods allen iets kennen van een drang om te vertellen het heil Gods in Christus, maar dat is wat anders dan een roeping tot het ambt. Dat behoeft niet te ontmoedigen. De Heere formeert een volk om Zijn lof te verkondigen en wanneer de kinderen des Heeren dit verstaan hebben zij arbeid genoeg. Wij behoeven niet op een kansel te staan om van het heil der genade te kunnen spreken.
Een ieder wake er tegen zich zelf een roeping op te dringen. Soms geschiedt het dat anderen opwekken tot een roeping; wij schrijven expres: tot een roeping. Dat is heel verkeerd. Laten wij, én voor ons zelf, én voor anderen, deze heilige en ernstige zaken toch meer laten in de hand des Heeren. Wanneer de Heere roept, baant Hij wel een weg. Dan geeft Hij ook licht en wijsheid. Hij schenkt dan ook gaven om te studeren.
Zolang de Heere niet roept, en voor ons de weg niet baant, moeten wij maar voortgaan het heil te verkondigen in eigen omgeving. Werk is er genoeg. En de liefde vindt wel wegen. Is er in ons lust en drang om het evangelie te verkondigen, dan is er altijd overvloedig gelegenheid. Wie waarlijk gehoord en gezien heeft, gelijk de apostelen, zullen niet kunnen zwijgen. Dan wacht ons ook smaad en spot; dan moeten wij wel eens door het vuur, maar dat is wel goed. Dan worden wij zeker innerlijk geëxamineerd, wat zeer noodzakelijk is. Dat alles kan meewerken om tot helderheid te komen over wat roeping eigenlijk inhoudt.
Roeping tot het predikambt.
Het is niet zo heel eenvoudig om daarop een antwoord te geven, dat de vragende zielen bevredigt. Roeping zal tenslotte ook moeten blijken. Veel kan gesproken worden, zonder dat roeping blijkt. Ook is de practijk vaak in strijd met wat de mond zegt. Dat is heel ernstig.
Meermalen is er op gewezen dat er ook eisen zijn voor het lichaam en voor het karakter van hen, die staan naar het wondere ambt. Hoever de Levietische bepaling ons iets zegt, laten wij nu rusten; zie Lev. 21:17 v.v. Een gezond en sterk lichaam is wel nodig, want de arbeid is zwaar. Wel moet de dienaar vrij zijn van grote temperamentszonden en karaktergebreken. Natuurlijk zijn deze dingen zonde voor een ieder, maar een predikant kan zoveel bederven. Meesterachtigheid past hem in 't geheel niet. Iemand heeft geschreven dat meesterachtigheid erger is dan slechte preken. Bescheidenheid siert zeker de prediker. Vooral moet er zijn de innerlijke lust tot het ambt en de innerlijke drang tot het heilige werk. Lezen wij verder maar eens 1 Tim. 3:1-7; 2 Tim. 2:24, 25.
Die geroepen is tot het ambt zal de vreze Gods openbaren. Dan zal hdj ook de liefde van en tot Christus kennen. Zonder die genade zal men zeker niet van een roeping tot het ambt kunnen spreken. Maar dat alles bewijst nog niet dat er sprake is van roeping tot het ambt. Die roeping tot het ambt moet m.en ook niet te licht opvatten. Maar men moet vooral goed leren onderscheiden. Eenvoud is nog altijd het kenmerk van het ware. Wonderen werkt de Heere wel, maar wonderlijkheden zijn van de mens.
Onze oude theologen noemden de roeping tot het ambt wel een inwendige roeping. Zij noemden de roeping tractio (overbuiging) door de Heilige Geest gewerkt in het hart en in het geweten. Men wordt dan overtuigd dat men zich aan dat ambt moet geven en eigen werk moet loslaten. Die roeping moet ook goed onderkend worden. Ons gevoel kan veel doen; wat wij gaarne willen, kunnen wij gemakkelijk zien als Gods werk. Om goed te onderscheiden is veel licht nodig. Indien er roeping Gods is dan zal zij zich openbaren in een standvastige, ernstige, en inzonderheid in een oprechte begeerte om Christus in het evangelie te dienen. Men huivert dan voor bijoogmerken: naam, roem, eer, geldelijk voordeel enz. Men moet dus ook goed verstaan wat het ambt inhoudt. Bij de overtuiging door Gods Geest zal er dus ook zijn een drang der liefde. En wie kan de stuwing der liefde weerstaan? Die drang der liefde is ook volhardend. Een wel kunt ge niet verhinderen het water op te stuwen. De liefde Christi is niet tegen te staan. De roeping tot het ambt moet dan ook blijken in de liefde. Een predikant, die mist de bewogenheid der liefde is er heel ernstig aan toe; hij mag zich wel gedurig voor God bloot leggen om de Alwetende in zijn hart te laten zien of de liefde er niet in wordt gemist. Laat hij ook veel bidden om de Geest, Die ijskoude harten in liefdevlam steekt. Waar de liefde gemist wordt, kunnen de tegenstanders niet worden verdragen en zal men voor zijn vijanden niet kunnen bidden.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 mei 1955

De Wekker | 4 Pagina's

Roeping tot Predikant (II)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 mei 1955

De Wekker | 4 Pagina's