Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geen oorzaak voor vrees!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geen oorzaak voor vrees!

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ik, Ik ben het, Die u troost; wie zijt gij, dat gij vreest voor de mens, die sterven zal? Jes. 51 :12a.

Geen oorzaak voor vrees?
Maar staat de wereld dan niet in rep en roer? Dreigt een vloedgolf van verderf niet alles te verwoesten? Zijn wij dan geen sterfelijke mensen, in alles diep afhankelijk? Wat zullen wij vermogen tegen een machtig leger der vijanden? Wat moeten wij beginnen tegen de moderne wapenen? Denk eens aan de atoombommen! En daar komt nog vlees en wereld bij. Geen oorzaak voor vrees? Maar wij zijn toch op weg naar de eeuwigheid; wij moeten toch voor God verschijnen; wij hebben toch geen gerechtigheid; wij staan toch in alles schuldig en wij hebben in ons zelf geen kracht om in de geestelijke strijd te overwinnen? Geen vrees? Maar zingen wij dan niet: Duizend doden, duizend zorgen, kwellen mijn angstvallig hart ?
Geen oorzaak voor vrees!
Maar was het bondsvolk niet in de ballingschap, toen Jesaja deze woorden moest profeteren? Is Babel niet even machtig als de zeedraak Egypte? Is de grimmigheid van de verdrukker niet benauwend? Zit het volk niet als een kromgeslotene in de kerker, als een gevangene in de boeien? Zit het volk niet wenend in Babel en hangen zijn citers niet aan de wilgen? Is het niet onmogelijk om liederen Sions te zingen onder de mishandeling van de vijand?
Inderdaad, er zijn duizend zorgen, en duizend doden benauwen het geprangde hart van de ballingen.
En toch geldt, dat er geen oorzaak voor vrees is, wanneer het volk de HEERE vreest. Dat volk wordt getroost.
Hoe spreekt de HEERE dat volk aan? Hij spreekt aan het volk, dat de gerechtigheid najaagt en de HEERE zoekt. Het begin van dit hoofdstuk zegt het ons. Bij dit volk wordt dus de ware levenshouding gevonden en de godzaligheid betracht. Het volk is daarmee bezig, beoefent dat in het geloof. Dat overblijfsel naar Gods verkiezing zoekt gestadig Zijn eer, begeert Hem tot zijn deel en verwacht alle hulp in nood van Hem alleen. Voor het volk, uit Abraham gesproten en uit Sara, de onvruchtbare, voortgekomen, heeft de HEERE troostbeloften. Gods wet is in het hart van het volk; die wet is er ingegraveerd en het volk heeft die wet lief, betracht die wet bij dagen en bij nachten.
Gij zijt Mijn volk, spreekt de HEERE. Laten wij ons aan die merktekenen der godzaligheid toetsen. Wy kunnen dan weten of dit troostwoord ook ons geldt en wij dus ook geen oorzaak hebben om te vrezen. Zij, die de HEERE vrezen, behoeven niet te vrezen voor de dreiging van buiten. De HEERE troost Zijn volk. En hoe?
Het staat zo prachtig beschreven in dit hoofdstuk.
De HEERE troost Sion; Hij troost al haar puinhopen: de stad zal worden herbouwd; de verwoeste omgeving van Jeruzalem zal worden tot een paradijs. In die hof zullen gevonden worden blijdschap en vreugde, loflied en dankzegging, vanwege de verlossende daden des HEEREN. Niet de vijanden zullen triumferen, maar de God van Israël; Hij zal Zijn volk verlossen.
Ik, Ik ben het, Die troost, spreekt de HEERE.
Het volk zal aanschouwen wat Hij zal doen. De hemel gaat voorbij; de inwoners sterven als muggen, maar het heil des HEEREN duurt eeuwig en is volmaakt. Het volk behoeft niet te vrezen voor de smaad van de vijanden en niet op te schrikken onder de beschimpingen van de spotters. Zij allen zijn immers stervelingen. Vergankelijk zijn zij, als een kleed door de mot verteerd. De HEERE is machtiger dan Egypte, de zeedraak. Hij baant wondere wegen en de verlosten zullen uit de ballingschap weerkeren; de vrijgekochten zullen komen met gejuich; eeuwige blijdschap zal op hun hoofd wezen. Kommer en zuchten zullen wegvlieden.
Waarom, o volk, dat de gerechtigheid najaagt en de HEERE zoekt, vreest gij dan voor een sterfelijk mens, voor een mensenkind, dat als verdord gras wordt weggeworpen? Waarom vergeet gij uw Maker, Die de hemel uitspande en de aarde grondvestte? Waarom zijt gij dan de gehele dag verschrikt?
Ik, Ik ben het, Die u troost.
Troosten is de oorzaak van de kommer en de ellende opheffen. Een moeder bij het lijkje van haar lieveling zou haar tranen dadelijk drogen, wanneer zij, evenals eens de Sunamietische, haar lieveling levend in haar armen terug ontving.
Het volk, door Gods Geest bearbeid, leert droefheid doorleven. Zulk een zondaar is als een kromgeslotene; hij zit gebogen in de boeien, omgeven door de muren van de gevangenis. Hij kan zich niet vrijkopen en zijn banden niet verbreken. Wie verlost hem van toorn? Wie heft de dreigende vloek der wet op ? Wie werpt de vijanden neer? Wie betaalt zijn schuld? Duizend zorgen, duizend doden kwellen zijn angstvallig hart. Hij is, door Gods wet te schenden, krom van lenden, vol van druk, benauwd van hart. Zeer gebogen en verslagen, moe van klagen, gaat hij al de dag in 't zwart. Wie zal hem troosten?
Ik, Ik ben het, Die u troost, spreekt de HEERE.
Hoe kan de heilige en heerlijke God zulk een ellendige zondaar troosten, zó, dat er geen oorzaak meer is voor vrees ? Luister, o zondaar, wat de HEERE spreekt! Er is heilsopenbaring, openbaring van Gods waarheid. Er is zege in de weg van gerechtigheid; er is licht in de donkerheid; er is een machtige arm, welke kan verlossen. En dat heil openbaart de HEERE. In de volgende hoofdstukken spreekt de profetie er telkens van. Denken wij slechts aan Jesaja 53. Dan weten wij dat het verlossende en vertroostende heil alleen in Jezus Christus is. Neergebogen zondaar, Hij is om onze overtredingen verwond en om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld. De straf, welke ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden. Dat heil van die dierbare Borg rekent de HEERE Zijn volk toe en zo troost Hij dat volk, dat Hem zoekt en de gerechtigheid najaagt.
Ik, Ik ben het, Die u troost.
Jezus Christus is de Voorspraak, de Trooster in de hemel. De Heilige Geest is de Trooster in Zijn Kerk. Hij bezoekt de nooddruftigen en gevangenen; Hij spreekt toe allen, die in hun zonde en ellende zich ter genezing wenden tot de enige Heelmeester. Hij spreekt door het Woord en geeft er de kracht van door Zijn werk, en zo leert de verdrukte verstaan, dat de HEERE troost; dat Hij spreekt: Ik verlos u; Ik delg uw overtredingen uit en gedenk uw zonden niet. Ik heb u vrijgekocht door Christus. En dan komt er al een glans van vreugde op het gelaat van die ellendigen. Het is alsof de boeien wat losser worden; de druk is niet zo zwaar meer. Hun oog der ziel krijgt die Verlosser in het oog. Zij beginnen van Hem te spreken. En die vreugde op hun hoofd is het beginsel der eeuwige vreugde. Kommer en zuchten vlieden weg. Naarmate de Geest spreekt en toepast, zullen zij ook verstaan een Trooster, een Voorspraak in de hemel te hebben. En straks zien zij dat de gevangenisdeuren open staan en dat de schuldbrief gekwiteerd is. Dan gaan zij jubelend uit en zingen: Ik ben verlost, God heeft mij wèl-gedaan.
Neen, die troost wordt niet altijd even levendig genoten. Het geloof is niet altijd even sterk. En in de donkere uren schijnt het alsof de kerkerdeuren nooit opengingen. En daarbij die vijand, die spot en tart: Waar is uw God? En daarbij de nood van de tijd en de zorg voor dit leven! En dan vergeten wij niet alleen gemakkelijk onze Maker en vrezen wij niet alleen de mens, die een sterveling is, maar vergeten wij ook dat Gods gerechtigheid niet verbroken wordt en Zijn heil eeuwig is. En dan zitten wij weer in de klaaghoek. Neen, wij vergeten niet, dat Gods kinderen niet zijn als gepolijste beelden, welke iedere dag dezelfde glans vertonen, maar wij willen er aan herinneren, dat de HEERE de getrouwe is. Straks gaan de hemelen voorbij en sterven de vijanden als muggen. Kom, kind des HEEREN, hoor naar uw Maker, let op uw Verlosser en vertrouw op uw Trooster. Hij is de HEERE.
Maar wéé allen, die staan aan de zijde van de verdrukkers. God bekleedt straks Zijn arm met wraak en dan zullen de vijanden worden verstrooid, maar de verlosten zullen juichend, uit de grote verdrukking, treden in de zalen der eeuwige vreugde

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 juli 1955

De Wekker | 4 Pagina's

Geen oorzaak voor vrees!

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 juli 1955

De Wekker | 4 Pagina's