Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Brakel over Verbondsheiligheid (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Brakel over Verbondsheiligheid (3)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voor wie oppervlakkig leest is Brakel één van de steunpilaren om het gebouw der „veronderstellingen" al hoger op te trekken.
Immers Brakel zegt het zonder enige beperking, dat we de kinderen der bondgenoten uit kracht van de belofte voor kinderen Gods hebben te houden, totdat zij het tegendeel vertonen, blz. 979 „Redelijke Godsdienst", uitgave Donner.
Het gaat nu over de uitdrukking „totdat zij het tegendeel vertonen".
Duidelijk is, dat Brakel niet handelt over de kinderkens, die in hun jonkheid sterven, waarvan onze belijdenis zegt, dat godzalige ouders niet hebben te twijfelen aan de verkiezing en zaligheid hunner vroegstervende kinderen.
Het gaat over de kinderen, die door de Heere gespaard blijven, en die in de weg des verbonds zullen hebben te leren, wat is een verbondsonderhandeling met de Heere.
Nergens straalt dé liefde Gods over een verloren Adamskind helderder, dan waar de bondeling in zielsgemeenschap de God des verbonds ontmoet.
Het is waar, de ganse schepping is uitspraak van Gods liefde. Hij draagt haar door het woord zijner kracht, waardoor Hij ze eenmaal opriep. Uit al de werken van Gods almacht horen we de bazuinen van zijn liefde klinken en zij zingen ons voor: Hij doet Zijn zon opgaan over bozen en goeden. Hij regent over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. Hier zijn de harptonen der liefde Gods te beluisteren.
Maar in de weg des verbonds wordt in gans bijzondere zin gesproken van Gods liefde.
En het is deze tedere min, het is deze ontroerende heilsbemoeienis des Heeren, die de bondeling het diepst en innigst treffen zal, wanneer zijn ziel doorademd wordt van Gods opzoekende liefde naar zulk een wederhorige.
De vraag behoeft hier niet gesteld: zijn we nu aan de grens van het tegendeel?
Het geeft bewijs van geestelijke armoede, als wij uit het tegendeel, dat is feitelijk uit de negatie, willen opereren. Het is dan ook opmerkelijk, wanneer Brakel handelt over de jonge kinderen, die tot hun verstand gekomen zijn, zo legt hij niet aan de maatstaf van het tegendeel, maar bespreekt zeer ernstig en zeer naar eis des verbonds de positieve inhoud der geestelijke kenmerken, van een vragen en zoeken naar de Heere. Ook het kind kent zielsgeheimenissen, ook al zal zulk een kind zich niet ten volle rekenschap geven, van wat in de ziel omgaat. Het kind is hier voor anderen, als ouders en opvoeders, duidelijker, dan voor zich zelf. Het kind systematiseert niet, maar handelt. Bij het kind staat nooit de leer vooraan, maar steeds het leven. Waar Gods Geest in jonge kinderharten werkt zullen we steeds vinden een daad des geloofs, die stellig een weerspiegeling is van de leer des geloofs, maar die in het kind nooit praedomineert.
Het is deze practijk der godzaligheid, waarop. Brakel wijst, als hij het zielsproces wil beschrijven, zoals dit in en doorwerkt in een kindergemoed.
Ge kunt er van lezen in zijn Redelijke godsdienst, blz. 757, uitgave Donner, als hij daar zegt: „De ervaring leert, dat kinderen van drie, vier, vijf en zes jaren wedergeboren worden."
Reeds deze eerste regel in Brakels uiteenzetting is voor ons tot lering. Brakel heeft het over de wedergeboorte, maar tegenwoordig spreekt men alleen over de eis van het verbond: geloof en bekering. Het treft mij telkens, als wij een samenspreking hebben met de Deputaten van de Gereformeerde Kerken, dat zij met een zekere voldoening ons eraan herinneren, dat in hun kerken de eis van geloof en bekering elke bondeling wordt voorgehouden. Het is daar niet „gij zijt wedergeboren" of „gij wordt voor wedergeboren gehouden". Neen, de volle eis van geloof en bekering dient gepredikt te worden.
Echter lijkt het ons toe, dat het bij Brakel toch anders ligt. Bij hem is niet allereerst, wat de bondeling doet, maar wat Gods Geest in de bondeling doet. Niet de activiteit, maar de passiviteit, niet ons doen, maar ons zijn voor God geeft hier de doorslag.
Dit geeft inhoud en richting aan heel de verbondsleer en heel de prediking des Woords, die toch niet anders dient te zijn, dan ontvouwing van de weg des verbonds. Hier is het woord op zijn plaats: God bekeert de mens verbondsgewijze.
Hoort eens, hoe Brakel de wedergeboorte in de kinderen van 3 tot 6 jaar beschrijft. Hier treedt niet naar voren de eis van dit te doen en dat te laten, maar glanst veeleer het vrije werk van Gods herscheppende genade naar alle kanten uit.
„Deze kinderen, zegt Brakel, kunnen uit de kleine onderwijzingen tot de kennis van Christus komen, en door de Heilige Geest tot het geloof en de bekering gewrocht worden, zij vertonen, dat ze God in 't oog hebben, dat ze vrezen te zondigen, en gezondigd hebbende bevreesd worden, en biddende verzoening zoeken en het oog op Christus lijden hebben, dat ze kinderlijke strijden hebben en ook wel verblijd worden in God, sommigen behouden daarvan de geheugenis, ja, wel al hun leven."
Ik behoef niet verder Brakels zienswijze inzake geestelijke ontwaking in kinderharten U te herinneren. Wat wij gegeven hebben is duidelijk genoeg, dat hier alle wezenlijke elementen van een geestelijk verstaan van het verbond aanwezig zijn. De formule „totdat het tegendeel blijkt" is in Brakels verbondsleer meer dan een formule. Zij is voor hem ook meer dan de negatieve houding om niet met de wereld mee te doen. Zij is veeleer een herinnering aan de positieve inhoud van een zielsgesteldheid, die het zonder de Heere niet uithouden kan. Dat moge bij het kind anders zijn dan bij de volwassene, maar de levenselementen van schuld en zonde, van Christus en vergeving, van droefheid en blijdschap in en om God worden hier aangetroffen. Allen, die de weg des verbonds in zielspractijk gaan, kunnen in vele dingen van elkander onderscheiden zijn, maar in de diepten van hun aller hart gaan dezelfde zaken om, dat het hun om niemand anders dan om de Heere te doen is. Ze hebben in zich zelven geen uitkomst ontdekt en nu wordt langzaam het oog ontsloten voor een wonderdoend God, Die een rechte weg heeft ontsloten in de Zoon van Zijn welbehagen.
De Heere Jezus wordt dan de weg, waarop al die bondelingen jong of oud, kind of grijsaard geleid worden. Het is Gods Geest, die ze leidt tot Hem, die gerechtigheid heeft om onze ongerechtigheid te dekken, en wiens bloed van alle zonde reinigt. Dit wrocht heilige verbazing in de ziel. Wie nog nooit zich „verwonderd" heeft over het stuk zijner zaligheid, kent stellig niet de ware blijdschap in de Heere.
Verrassend is voor elke ware bondeling de weg des levens in Christus. Met onuitsprekelijke vreugde mogen we ons verblijden over het werk der zaligheid, dat te midden van zonde, en ook in de afgrond van de dood, leven en gerechtigheid heeft opgeroepen. En het is Gods Geest Zelf, die leidt tot het blijmoedig aanvaarden en tot een heerlijk vertrouwen, dat de Heere Zijn werk zal voleinden tot op de grote dag van Zijn heirkrachten. Zo wordt bewaarheid: het is niet desgenen die wil, noch desgenen die loopt, maar des ontfermenden Gods. We leren dan in de weg des verbonds alles verliezen om Christus te gewinnen.
Als de kracht van Christus leven levendig wordt in ons, kunnen we de Apostel verstaan: we vermogen alle dingen door Christus die ons kracht geeft.
Dit is verbondsheiligheid in verbondswerkelijkheid.
Welgelukzalig het volk, dat dit geklank kent.

U. (Utrecht) S,.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 september 1955

De Wekker | 4 Pagina's

Brakel over Verbondsheiligheid (3)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 september 1955

De Wekker | 4 Pagina's