Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De gevaarlijke steen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De gevaarlijke steen

„En wie op deze steen valt, die zal verpletterd worden; en op wien hij valt, dien zal hij vermorzelen." Matth. 21:44.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het bergland vindt men op verschillende plaatsen waarschuwingsborden langs de weg met het opschrift: „Gevaar! Vallende Rotsblokken". Het gebeurt namelijk meermalen, dat grote stukken steen zich geleidelijk aan hebben losgewerkt en op het meest onverwacht met donderend geweld neerstorten. Wee de voorbijganger, die zich daar juist op dat ogenblik bevindt. Hij wordt meedogenloos verpletterd.
Dat is het beeld dat Jezus hier gebruikt. Hij spreekt nu Zijn laatste woorden tot Israëls oversten, eer Hij als gevangene zal verschijnen in hun midden. Jezus neemt afscheid van hen met een ernstig woord van gericht. De Evangelie-boodschap is niet alleen een liefelijk genadewoord; zij heeft ook haar keerzijde. Maar ook die gerichtsprediking is nog Evangelie en bedoelt te leiden op de weg der ontkoming.
Jezus heeft juist de gelijkenis der boze wijngaardeniers beëindigd en de oversten hebben heel goed verstaan „dat hij van hen sprak". Toch gaat Hij nog verder. Zij hebben immers de Schriften? Nu, dan moeten zij daaruit vernemen wat de Christus-verwerpers wacht! Psalm 118 kennen ze wel; zij zingen hem in hun Paas-liturgie. Het volk kent hem ook; het heeft er kort tevoren, bij Jezus' intocht in Jeruzalem de feestjubel aan ontleend: „Hosanna! gezegend is Hij, Die komt in de Naam des HEEREN!" Daarmede is Jezus openlijk als de Messias uitgeroepen. Maar in die Psalm staat ook nog iets anders: dat van de steen, die de bouwlieden verworpen hebben, en die geworden is tot een hoofd des hoeks.
Dat beeld spreekt ons misschien niet zo bijzonder toe. In de Bijbel komt het echter herhaaldelijk voor en Israël moest het wel verstaan. Het staat immers in verband met hun tempel! Daar waren zij trots op. De herbouw daarvan, na de ballingschap, was op zichzelf een bewogen stuk van Israëls historie. Of het nu werkelijk zo gebeurd is of niet, maar in ieder geval kunnen de Joden het zich best voorstellen: de leider van de bouw had een bepaalde steen een ereplaats toegedacht, als hoofd- en hoeksteen. Hij was bestemd om het gebouw te dragen en te sieren en bijeen te houden. De bouwers dachten er echter anders over; zij vonden die steen helemaal niet geschikt. Ze hebben hem van alle kanten bezien, maar wisten hem niet in hun schema in te voegen. Ten slotte hebben ze hem geërgerd weggeworpen.
Aan dat woord worden nu de Joodse leidslieden herinnerd, want het is bezig in vervulling te gaan door de verwerping van Christus. Maar Jezus verbindt hier nog enkele andere gedachten mee, die we telkens in de Schrift terugvinden. In Jes. 8:14, 15 wordt b.v. gesproken over „een steen des aanstoots" en „een rotssteen der struikeling", over „struikelen, en vallen, en verbroken worden". Ook kunnen wij hier denken aan de steen uit Nebukadnezar's droom, die zich ongemerkt losmaakte uit de bergen en tegen het beeld aanviel om het geheel te vergruizen (Dan. 2:34, 45).
Die steen is Christus Zelf, „van de mensen verworpen, maar bij God uitverkoren en dierbaar" (1 Petr. 2:4 ). Niet alleen de Joden hebben Hem verworpen; vele Christenen doen het met hen.
God presenteert ons de Christus, en wij kunnen Hem niet voorbijzien. De bouwlieden hebben die steen niet over het hoofd gezien; zij kwamen hem telkens weer tegen en hebben hem welbewust weggeworpen!
Er is geen neutraliteit tegenover de Christus Gods. Wij aanvaarden óf verwerpen Hem. Wie is Hij voor ons? Hoe hoog taxeren wij Hem, welke plaats heeft Hij in ons leven? Bij sommigen is er geen plaats. Anderen menen Hem zéker niet te verwerpen, al kunnen ze niet zeggen dat Hij hun één en al is. Maar vergeet dan niet dat ook de Joden wel wat in Jezus wisten te „waarderen". Ze hoorden Hem graag. Ze waren verrukt over Zijn wonderen. Ze eerden Hem als profeet. Ze hadden Hem gaarne Koning gemaakt, maar zoals zij zelf dachten dat Hij moest zijn. Ondanks hun Hosanna-geroep verwierpen ze Hem zoals Hij waarlijk is. Met Jezus verlegen zijn, of ons een eigen voorstelling van Hem maken, aangepast aan ons „schema", kan het begin van verwerpen zijn! Tegenover Jezus moeten wij nooit „doen alsof".
Wij moeten het eens worden met de plaats die God aan Christus toekent, gebouwd willen worden op Hem alleen. Zó worden wij zalig. En anders verwerpen wij Hem, al bekennen wij het onszelf nog niet.
Wie Christus verwerpt, is niet van Hem af. Hij is de steen des aanstoots en de rots der ergernis. Wij kunnen ons aan Hem stoten, over Hem struikelen! En dat juist als de Gekruisigde. Dat kunnen voorts alleen diegenen doen, aan wie Hij gepredikt is.
Wij kunnen ons stoten aan wat God in Zijn Woord over Christus zegt. Dan is het best mogelijk dat wij ons daar niet openlijk tegen verzetten en met onze mond Hem wel belijden, maar ons hart wil er niet aan, weigert in Hem te geloven zonder meer. We voegen er wat van onszelf bij, van onze werken, bekering, vroomheid, enz. Of we doen er wat van af en houden een Christus over naar onze smaak. In beide gevallen missen wij de troost der schuldvergeving, de kracht van het nieuwe leven en het uitzicht op de heerlijkheid. Wij zijn bezig ons aan Hem te stoten, zodat we in onze dwaasheid onszelf verwonden.
Wij kunnen over Hem struikelen. Hij wordt op onze weg geplaatst. Zo dikwijls wij het Evangelie horen, of lezen, treedt Hij vóór ons. Maar we voelen niet dat we Hem nodig hebben. Of - we willen de zonde niet loslaten, we ergeren ons aan Zijn eisen van heiligheid en levensvernieuwing. Hij is ons te „radicaal", omdat wij onszelf gelijk willen blijven, onze eigen lusten willen volgen, onze eigen idealen nastreven. We worden geërgerd aan wat Hij zegt over zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen. Hem volgen. Zo struikelt menigeen over Jezus, terwijl hij misschien zichzelf wijs maakt dat hij graag bekeerd zou wezen, Jezus zou kennen, enz.
Wij kunnen dus over Hem struikelen door Hem niet te willen zoals Hij is. Maar het kan ook zo, dat wij er voor terugdeinzen om Hem en Zijn volheid te aanvaarden zoals wij zijn! Het valt niet mee, geheel van genade te leven, zich op genade over te geven. We zijn afkerig van genade alléén. We willen eerst zelf aan allerlei voorwaarden voldoen, ons pasklaar maken voor Hem. Dat is óók een vorm van struikelen! Dan is Jezus niet voor ons zoals God ons Hem in Zijn Woord voorstelt. Er is dan misschien niet een kloof tussen Hem en ons, maar toch een afstand, al is het maar een duimbreed of een haarbreed. Wij menen dan dat er van ons uit eerst iets moet gebeuren om Hem onze daadwerkelijke Zaligmaker te doen zijn en Zijn weldaden deelachtig te worden. Velen blijven op dit punt staan. Hier is het struikelen over de steen des aanstoots, de rots der ergernis. Wij moeten leren, zoals wij zijn. Hem te geloven, Hem aan te nemen, zoals Hij is! Laat ons toch toezien, dat wij niet een andere Zaligmaker zoeken dan God ons geeft!
Wat een ontzettende gedachte, dat Christus voor velen zal zijn een steen, die hen vermorzelt! Dit zal zijn, wanneer Hij ten tweeden male komt. Nu is het een zich stoten aan Hem. Straks wordt dat andere woord vervuld: „op wien hij valt, dien zal hij vermorzelen". Dat zal het deel zijn van een Christus-verwerpende wereld. Dat zal het lot zijn van alle ongelovigen. Het zal de dag der wrake zijn. Hoeveel Christenen, hoeveel kerkmensen, zal dit oordeel treffen? Vreselijk er aan te denken! Maar het wordt ons nu in herinnering gebracht, opdat wij ons leven zouden herzien, onze eigen gedachten zouden laten varen en door de nood gedreven, vluchten tot Hem in oprecht geloof. Komen, zoals wij zijn, tot Hem, zoals Hij is!
B.(Blaricum), J.C.M.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 februari 1956

De Wekker | 4 Pagina's

De gevaarlijke steen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 februari 1956

De Wekker | 4 Pagina's