Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Pastorale brieven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Pastorale brieven

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Beste Vriend!
Dezer dagen schreef een onzer voorgangers buiten Doorn over het aankomen aan de Heilige Dis; en hoe dit niet moet gebeuren met „geverfde lipjes". Maar zulke Avondmaalgangers dienen ook zonder dat het Avondmaal is al zulke nieuwerwetse ijdelheid na te laten. Dat zal die dominee dan ook zeker wel bedoeld hebben. Mensen die zich zulke ijdeltuiterijen veroorloven als geverfde lippen, gelakte nagels, modekoppen enz., dienen te voren al geweerd te worden; zij vertonen althans nooit in Christus ingeplant en levende leden te zijn. Hun „stand" geeft in elk geval reden om te zeggen: gij hebt geen deel aan Hem. Ik weet van kerken (vooral in de stad) waar men 's Zondags, opziende, soms denkt aan een modeafdeling van C. en A., en dan allemaal maar tot „broeders en zusters" gepromoveerd! De dominee sloeg de spijker op de kop: „ons gehele leven moet één voorbereiding zijn", en voegen we er aan toe: ook elke preek een voorbereiding, en een terdege ontdekkende en uitzuiverende vermaning om de heilige dingen (ook heel veel behalve nog het H. Avondmaal!) van de kinderen Israëls niet te ontheiligen. Gods kinderen verlangen naar en houden van zulke prediking. In de dagen der Afscheiding was zulke prediking het soort dat men als brood uitdeelde. Ik had u immers beloofd er nog een en ander van mede te delen? Welnu lees dan maar eens, wat hier onder volgt; overgenomen uit preken van de beminde kennelijk door Gods' Geest gezalfde prediker Ds. Gezelle Meerburg Sr., een man bekend en bemind vanwege zijn godsvrucht, theologische kennis, eenvoud in zijn verschijning, en waardigheid in al zijn bediening, hij schaamde zich er ook niet voor in zijn eerbaar gewaad te vertonen een bedienaar des Evangelies te zijn.
Hier volge dan een en ander uit zijn prediking.
Eerst een bladzijde waaruit we kunnen leren, wat óók tot de ontdekkende prediking behoort, juist in het midden der zichtbare kerk. Gezette Meerburg preekte over: „waarom wordt gij een christen genaamd?" En dan zegt hij:
„Ik zie hier een ganse schare voor Mij, die allen de naam van christenen dragen, maar Lieve Toehoorders! Ik maak op dit ogenblik de vraag van de Onderwijzer de mijne: waarom wordt gij, of gij, of gij een christen genaamd? uw geboorte uit christenouders geeft u geen recht tot die naam. De christelijke doop, waarmede gij gedoopt zijt en waardoor gij ontvangen hebt alleen het teken en het zegel van de afwassing der zonde, geeft u evenmin het recht daartoe, daar slechts het bloed van Jezus Christus van alle zonde reinigt. Onze belijdenis, ons ten Avondmaal gaan, ons opkomen aan deze plaats maakt ons ook niet tot christenen. Een uiterlijke goede wandel, zonder inwendig christendom, maakt ons gelijk aan de phariseeën, die, als witgepleisterde graven, van buiten wel schoon schijnen, maar van binnen vol doodsbeenderen zijn. Enige kloppingen van het geweten en een ontroerd gemoed kan dikwijls ontstaan uit vrees voor de straf, en ook dat maakt het kenmerk van de christen niet uit. Het Woord der zaligheid met vreugde te horen voorstellen, hiermede gaat het dikwijls als met een morgenwolk die voorbijgaat, waarvan Jezus zeide: die in steenachtige plaatsen gezaaid is, deze is degene die het Woord hoort, en dat terstond met vreugde ontvangt, doch hij heeft geen wortel in zichzelven, maar is voor een tijd; maar als verdrukking of vervolging komt om des Woords wil, zo is hij terstond geërgerd.
Meent gij dat men zich de naam van christen waardig kan maken, omdat men de verkering zoekt met het volk van God? Doch de dwaze maagden waren ook onder de wijzen; zij droegen ook hare lampen, maar zij hadden nochtans de zalving van de H. Geest niet. Gij draagt allen de naam van christenen, M. H., doch zijn er niet velen, die onder die naam een onchristelijke leer en een onchristelijk leven voeren?
Zijn er niet, die het Evangelie van Christus ongehoorzaam, zijn? Zijn er niet die hunne gerechtigheid niet in de offerande van Christus zoeken, maar in hunne eigene schijnbaar goede dingen? Zijn er niet die niet willen, dat Jezus Koning over hen zij, maar zich door de driehoofdige vijand laten regeren en besturen? Zijn er niet die Christus wel tot hunne Priester zouden begeren, opdat Hij hunne zonden verzoene, maar als Profeet en Koning naar zijne leer en bevelen niet horen willen? Zijn er niet doch wat behoeven wij verder te gaan? Ik vraag het u nogmaals, M. H., ik vraag het u in de tegenwoordigheid van God: waarom wordt gij een christen genaamd?
Zijt gij over deze vraag gebelgd? Ik heb ze u voorgesteld, opdat gij u niet zoudt bedriegen, opdat gij niet door het dragen van de enkele naam christenen u enige voorrechten zoudt toeëigenen, welke u misschien niet toekomen, en waaraan gij nog geen deel hebt. Welaan beantwoord de volgende vragen:
„Wanneer zijt gij door het geloof een lidmaat van Christus en Zijn zalving deelachtig geworden? of weet gij niet, wat deze vraag te kennen geeft? Weet gij niet van een geest van overtuigingen des geloofs? Wanneer hebt gij u zelven als een doemschuldige leren kennen, en in de offerande van Christus de verlossing uwer zonden gevonden? Wanneer hebt gij de strijd aangevangen tegen de duivel, de zonde en de wereld? Weet gij niet een dezer vragen te beantwoorden, dan zijt gij nog geen christen, al draagt gij dan ook die naam en voor hem die de naam van christen gedragen heeft, en geen christen geweest is, zal het onverdragelijker zijn in de dag des oordeels, dan voor de inwoners van Sodom en Gomorrha."
Tot zover voor vandaag Ds. Gezelle Meerburg. De volgende week hoop ik u te laten horen, hoe zijn waarschuwingen voor het oordeel en de eeuwigheid weerklonken.
Als ook hoe hij een heerlijke weg van ontkoming met een volzalig aanbod van vrije genade voordroeg. Tevens hoe hij ook tegen een valse lijdelijkheid een wachter op Sions muren was.
Ik denk zo, als deze man thans eens „voorbereiding" zou houden, hij nog wat anders ten gehore zou brengen, dan dat men bij 't Avondmaal geen „geverfde lipjes" mag hebben! Ik hoop het u te laten horen volgende malen.
Ja ja van '34, echt en goed en volledig te zijn, dat houdt nog al wat in! Vooral die waarschuwingen voor zelfbedrog zijn zo uiterst noodzakelijk.
Dezer dagen sprak iemand mij van een diep treffend ontroerend, zielsontroerend geval van een beminnelijke persoonlijkheid, die zich in uiterste gemoedsbenauwdheid, kennelijk een psychopaat, van het levert had beroofd. O, zei de persoon die 't mij vertelde, toen ik dat vernam, heb ik uitgeroepen: o Heere bewaar mij toch voor zelfmoord. 't Is goed, antwoordde ik, maar vergeet vooral niet nog een andere bede: o Heere bewaar mij allereerst voor „zelfbedrog".
En dat is m.i. met name in onze dagen zo nodig, waarin alles maar christelijk heet en doet, en met een het lijkt soms wel practisch gedrevene algemene verzoeningsleer binnen de wanden der kerk. O, deze bede en waakzaamheid tegen zelfbedrog is een uitermate noodzakelijk element in de prediking, welke onze almeer oppervlakkige en nieuwekoerserige tijd van node heeft.
Maar ik ben nog niet ten einde.
Tot de volgende maal D.V.
Met hartelijke groeten en heilbede
Uiv Vr. en Br. in Chr.
G. Wisse.
Doorn, 7 Aug. 1956.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 augustus 1956

De Wekker | 4 Pagina's

Pastorale brieven

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 augustus 1956

De Wekker | 4 Pagina's