Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Mattheus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Mattheus

En na dezen ging Hij uit, en zag een tollenaar, met name Levi, zitten in het tolhuis, en zeide tot hem: Volg Mij. Ev. v. Luk. 5:27

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op de schilderij, die Rembrandt van de Apostel Mattheus gaf, zien wij deze discipel bezig zijn Evangelie te boek te stellen. Een engel fluistert hem daarbij in wat hij schrijven moet. Op deze wijze heeft de kunstenaar willen weergeven de hemelse leiding in het leven van de geroepene des Heeren. Op zichzelf een goede gedachte. Alleen maar, hier is meer dan een engelenstem in het geding. Het geheim van het leven van Mattheus is, dat de stem des Heeren zelf hem bereikt heeft; hem juist die zich voor alle stemmen geïsoleerd had.
Er is een opmerkelijk verschil tussen de mededeling van Lukas en die van Mattheus zelf. Lukas noemt een naam, Mattheus zegt: er was een mens. Een mens, inderdaad. Het was buitengewoon menselijk, zoals het gegaan was bij Levi. Niets menselijks was daarin vreemd. Het kon ook uw en mijn geschiedenis zijn.
Levi was een door en door egocentrisch mens geworden. Had hij van jongsaan het ideaal gehad om vooruit te komen? Een „streber"? In alle geval, hij had succes.
Een welgezeten ambtenaar woont in Kapernaum, door velen gehaat en . . .. benijd. De weg naar deze positie was een alsmaar zich afzetten tegen invloeden en stemmen, die tot hem kwamen. Levi is met zijn „vrienden", met zijn verworven bezit en met zichzelf alléén komen te staan.
De invloed van thuis had hij genegeerd.
De stem van Gods wet, hij had er zich tegen verhard.
De inspraak van zijn geweten — het kan op de ongelegenste momenten vragen: gaat dit wel goed? — had hij doodgedrukt.
De verachting van de massa — wat haatte men een tollenaar! — hij had ze tot lucht verklaard.
En nu Jezus in Kapernaum woonde — er werd nogal een en ander over Hem verteld — Levi was niet van plan om er zich door te laten beïnvloeden.
Hij zat in het tolhuis. Dat is zijn domein en het had tegelijk iets van een vesting gekregen. Ja, inderdaad een mens.
Een „mens" is een raadsel. Was hij inderdaad wel zo zeker als het scheen? Zo gearriveerd, zo voldaan, zo rustig? Ik weet het nog niet.
Van welke kant komt nu de doorbreking van dit isolement der verlorenheid? Ziet u het in de tekst boven? „En na dezen, ging Hij uit".
De doorbraak van het isolement der zonde gaat van de Christus zelf uit. Dat wordt het wonder en de roem in Levi's leven.
Levi is de eerste tollenaar, die door Jezus toegevoegd wordt aan de in aanbouw zijnde N.tische kerk.
De officiële kerkmeesters — Schriftgeleerden en Farizëen — komen in actie. Zij murmureren. Maar dit kan toch niet! Neen, naar de maatstaf van hun wet misschien niet. Maar hier is zelfopenbaring van Jezus, in Wien het wonder, dat de HEERE zich aan zondaren verbindt, volle werkelijkheid wordt.
Alleen wie het wonder der genade verstaat, kan het werk van Jezus kennen.
Het schijnt voor Levi wel een zeer dunne draad waarmede Jezus hem aan Zich verbindt. Twee woorden in het Hollands, één woord slechts in het Grieks. Maar een woord dat dan ook alles inhoudt.
Het heeft maar niet alleen de zin van: kom maar mee! Neen, er zit de gedachte in van: houdt u aan Mij, leen mij het oor; laat u leren.
Er zullen nu weer andere stemmen ook proberen te spreken. Stemmen, die vragen: Kan dat maar zo? Verwijten over vroeger, opmerkingen van terzijde; wie kent ze niet?
Houdt u aan Mij. Zoals tevoren Levi alleen luisterde naar zichzelf, zo moet hij nu alleen ingesteld worden op het spreken des Heeren.
Wat valt er nu een ander licht op de carrière, die zo prachtig leek. Wat hebben die boeken nu andere cijfers. Wat winst scheen bleek onherstelbare schade te zijn geweest!
Hier is de klemmende kracht van het Woord des Heeren dat levend en krachtig is. Dat wonder van de roeping des Heeren verklaren? Niemand, die het vermag. Er schuilt een onverbrekelijke kracht in. Geen wonder, de Drieënige God zelf staat er achter. Al dieper heeft dit woord: Volg Mij, Mattheus aangegrepen.
De tollenaar werd discipel; de discipel werd een schuldige zondaar achter Jezus; de schuldige werd een onmachtige in zichzelf. Maar er kwam geen situatie of gesteldheid, waarin dit: Volg Mij, geen uitzicht bood.
Immers al groter wordt dan juist de volkomen algenoegzaainheid van zulk een zaligmaker. Leraar, Borg en Levensbron wil deze Heiland zijn.
Onvermoede rijkdommen gaan er straks voor Mattheus leven. De ware koning Israëls geeft, die Hem leren volgen, het léven.
Radicaal is de beslissing van Levi. Maar tactisch is ze ook. Er blijkt inderdaad apostolische begaafdheid reeds in hem te schuilen.
Hij breekt niet onbesuisd zijn leven af. Hij wil winnen voor Jezus.
Er wordt een maaltijd aangericht. De vroegere vrienden worden genood. Het was blijkbaar gewoonte en men had het graag zo. De club van vroeger komt bijeen.
En wie vormt het middelpunt? Levi? Neen, van hem lezen wij geen woord.
Jezus wordt ook genodigd. Dat is echt apostolaatswerk. Diep is Levi er van overtuigd dat Jezus voor tollenaren alles kan worden;
Hij wil de schande van met tollenaren gemeenschap te hebben dragen.
Immers Hij kwam niet om te roepen rechtvaardigen, maar zondaars tot bekering. En in die bekering krijgen zij lust, die Hij riep.
Hoe groot zal het wonder in Levi's ogen geworden zijn.
Gods verkiezing en genade is ondoorgrondelijk.
Levi krijgt een nieuwe naam, hij wordt Mattheus. Waarom? Van Wie? Niemand, die het weet. Er klinkt in de nieuwe naam iets van: gave van God. Inderdaad, gave Gods aan de kerk was het.
Wonderlijk in de ogen der eerste discipelen mogelijk. Ze kenden Levi. Hoe vaak hadden ze bij hem de omzetbelasting voldaan. Voor een toekomstig discipel hadden zij hem. niet aangezien. Voor hen wel beschamend, dat hij het werd.
En de pen ging mee uit het tolhuis. Naar de oudheid wil heeft hij driemaal geschreven. Eerst „Woorden van Jezus". Toen een geheel evangelie, het grootste dat wij hebben en het oudste, in de Arameese taal. Misschien daarna hetzelfde in het Grieks. Hoe de verhoudingen van deze drie precies liggen weet niemand.
Maar dat het Evangelie van Mattheus rijk is, is zeker. Hij heeft de kerk een woord leren spellen van diepe zin. Het woord „vervuld". Alles is in Jezus vervuld wat God de HEERE gesproken heeft.
Vervuld is maar niet: gebeurd zoals voorzegd was, maar vol geworden, zo vol dat zelfs tollenaren er uit leven kunnen.
En vanuit deze volheid schrijft de vroegere tollenaar een aanklacht tegen Israël. Dat Israël verweet hem dat hij tollenaar werd. Maar sinds Jezus deze tollenaar opzocht verwijt hij Israël, dat het niet met hem in deze koning Israëls gelooft.
Koning Jezus verwekt uit tollenaren getuigen.
Dat is zijn heerlijkheid.
En het is onze zaligheid.
Ook nu.

Kremer.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 augustus 1956

De Wekker | 4 Pagina's

Mattheus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 augustus 1956

De Wekker | 4 Pagina's