Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Pastorale brieven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Pastorale brieven

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Beste Vriend!
Het gesprek tussen Willem en Klaas, 14 dagen geleden u medegedeeld, heeft naar ik van allerlei zijden vernam, nog al wat bijval gewekt, waar ik heel dankbaar voor ben; ik kan niet alle schnjvers beantwoorden, maar volsta met dankbaar de wens uit te spreken, er nu naar te handelen. De kerk en de sacramenten zijn wel eens genoemd de cruces in de leer, d.w.z. rondom deze twee worden de meest ernstige verschilpunten zo in de leer als in de praktijk gevormd. Wat de kerk aangaat is de ideale staat ééne zichtbare kerk (formatie) als belichaming van de ééne onzichtbare kerk. Dit ideaal zal hier beneden wel nooit verwezenlijkt worden, aangezien de zonde (ook in ons denken) en haar gevolgen in deze bedeling nooit geheel te niet zal gemaakt worden. Reeds van de eerste Christelijke kerk af, in de dagen der Apostelen, was er verschil en geschil, zelfs verdeeldheid en scheuringen (zie Corinthe). De netelige vraag onder dit alles is: wanneer is er eis of verlof om de kerk formatie waarbij men behoort te verlaten. — Men make ten deze zeer ernstig onderscheid tussen afscheiding en separatisme. Separatisme wil zeggen de zucht naar uit elkaar gaan. Zich afscheiden, om maar te scheiden. — Dat is vanzelf verkeerd.
Afscheiding, vooral in de historische zin des woords, kan daarentegen geboden zijn. Maar wanneer? En op dit punt gaan de gedachten veelal uiteen. Tedere voorzichtigheid is vanzelf ook hier geboden. Wat onze eigen kerk (Chr. Geref.) aangaat — daarvan hebben de „Vaders der Afscheiding" steeds betoogd en betracht: „wij scheiden ons van het Genootschap af om bij de Kerk te blijven". Steeds hebben zij (vooral in hun pleidooien voor de Rechtbanken) betoogd en verdedigd, dat zij niet bedoelden een nieuw (vreemd) lichaam te stichten, maar het verslechterde te vervangen door betere formatie. Wanneer is echter daartoe het moment aangebroken? Een gewichtige vraag.
Vooreerst er is een groot verschil in de zuiverheid van de Belijdenissen en van de kerken. Zonder nu bepaald van een valse kerk te spreken, kan toch naar onze innigste overtuiging de eene kerkformatie hier zuiverder staan dan de andere. Men spreekt daarom wel van de „meest zuivere" openbaring. En naar de zuiverste hebben we te streven. Zo zegt prof. dr. H. Bavinck in zijn Dogmatiek, vele jaren geleden uitgegeven, als volgt: Wie daarom tot de overtuiging komt dat de Protestantse kerk beter is dan de Roomsche, en de Gereformeerde zuiverder is dan de Lutherse enz; en zelf zou ik er bescheidenlijk willen bijvoegen: „en dat de Chr. Geref. weer zuiverder is dan Gereformeerde — welnu zo iemand (zegt Bavinck) heeft deze minder zuivere te verlaten en bij de andere zich te voegen. — En, zo gaat hij voort, in de eigen kerk te blijven, in weerwil van veel onzuiverheid in leer en leven, is zolang plicht als zij ons niet verhindert, om naar de eigen Belijdenis getrouw te zijn en, zij het ook indirect, ons niet dwingt om de mensen meer te gehoorzamen dan God. —
Zoals we reeds in het vorige schrijven over de kerkkwestie zeiden: als in een kerk leervrijheid (dus in strijd met de Belijdenis) wordt gehuldigd; of ook wanneer men vordert dat men formules onderschrijft die niet overeenkomstig de Belijdenis zijn — dan komt de vraag aan de orde: kan en mag ik hier blijven; maar dan eerst, nadat het nodige is geschied om hierin correctie aan te brengen.
En dan komt hierbij nog een niet onbelangrijke zaak aan de orde: de consciëntie. Zeker, het is nooit geoorloofd tegen zijn consciëntie te handelen. En telkens kan men ook in vele andere zaken horen: mijn consciëntie verbiedt of gebiedt mij dit of dat. Maar daarmede is de zaak bij lange niet uitgemaakt. Want de consciëntie is niet de bron der waarheid. Dit is alleen Gods Woord. Ook vader Brakel wijst daarop in zijn Redelijke Godsdienst. De consciëntie is als de klok die de tijd zal aangeven, maar deze kan voorlopen of achterlopen. De consciëntie staat niet op zichzelf. Ze is onderhevig aan allerlei invloeden van opvoeding, omgeving, persoonlijke aard — tenslotte ook aan de zonde, en zo is er ook een dwalende consciëntie — en dienen we altijd ook de consciëntieuitspraken stipt te toetsen aan Gods Woord. —
Vader Brakel wijdt aan deze stof een heel hoofdstuk in zijn bekend werk: De Redelijke Godsdienst. — En dat wel in verband met het al of niet gebruik van het H. Avondmaal.
Zijn betoog komt in 't kort hierop neer:
Daar zijn sommigen die menen, dat er zoveel bederf in de kerken en in de ambtelijke bediening is, dat zij geen Avondmaal zeggen te kunnen vieren, ja dat men zich van de kerk maar moet afscheiden. En hij laat dan de redenering van sommigen horen, die zeggen, (toen ook al net als in onze dagen) dat men zich moet onthouden van de H. Dis, ja moet afscheiden van de kerk. Vooral gaat hij dan in op sommiger redenering die zeggen, dat zij in hun gemoed de overtuiging omdragen, zich te moeten afscheiden. Maar o, wat zet hij dan dezulken op hun plaats. Lees het zelf maar eens er op na: 't Komt hier op neer: daar is in zulke redenering o zoveel eigenwillige godsdienst, opgebouwd uit gemoedstoestanden en niet uit de Schrift. Ja, zegt Brakel, hun uitgangspunt is daarbij niet: wat zegt de Schrift, maar wat zeg ik; en dan halen ze er achteraf teksten bij om hun gemoedsingevingen fraai te maken, en zichzelf permissie te geven om zich te onttrekken; in plaats van eerst te vragen: hoe spreekt Gods Woord over deze dingen. Deden zij dit, dan zouden ze voor hun subjectivistische gevoelens en gedragingen weinig redelijke grond vinden. — Zo gaat het in de regel, men leeft uit zijn eigen ingevingen, gedachten, gemoedstoestanden, en dan komen de teksten als versiersel achteraan om op zulke godsdienst de kroon te zetten! — Het klinkt dan soms zeer mystiek, maar het is niet de ware. Dit is, in al dergelijke gevallen het onderscheid: bij valse mystiek haalt men de leer uit z'n eigen gemoedsleven, bij de ware mystiek wordt de ware geestelijke bevinding en mystiek opgebouwd uit het Woord. —
En gehoorzamen is beter dan offerande. Voor 't overige: ik rade u nogmaals aan: lees zélf Brakel er maar eens op na. Voor ditmaal weer genoeg.
Zendt Heere Uiv licht en waarheid neder en wat verder volgt.
Met hartelijke groeten, en U 's hemels leiding toebiddende,
Uw u toegen. Vr. en Br. in enigheid des geloofs.
G. Wisse.
Doorn, 19 Nov. '56.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 november 1956

De Wekker | 4 Pagina's

Pastorale brieven

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 november 1956

De Wekker | 4 Pagina's