Levend Christendom

Van angst verlost.
Is er verlossing van die angst, welke genoemd is „bestaansangst, levensangst, doodsangst"? Wij kunnen ook zeggen: Is er verlossing van de zonde, waardoor de mens zo vol angst leeft? Die verlossing is er.
De verlossing is in Jezus Christus. Van het wonder dier verlossing spreekt de geschiedenis van het eeuwig heil. In het evangelie lezen wij ook over het lijden en sterven van de Borg. Hij heeft ook Zijn angsten gekend. Toen Hij de hof van Gethsemane binnenging en de Vader-Rechter Hem DE beker voorzette, begon Hij droevig en zeer beangst te worden. Vanwaar die angst ? Wie het lijdensevangelie leest, weet dat de hemel gesloten blijft na Gethsemane en de hel openstaat. Toen was de ure van de macht der duisternis aangebroken. Onder een gesloten hemel en bij een open hel gaat de Borg de lijdensweg verder. DIE drinkbeker heeft Hij aanvaard.
De Borg geeft Zich over tot de vloekdood. Hij verwerft de volkomen verlossing. Ook van de angst. De Borg in de doodsangst, maar om zo het volle leven, de volle bevrijding, te verwerven. Allen, die „gekneld in banden van de dood", in hun doodsangst de geloofstoevlucht tot de Borg leren kennen, zullen de kracht en de troost der verlossing ondervinden.
In hun doodsangst leren zij vluchten tot de heilige Rechter, Die alles weet, al hun zonden kent en hen rechtvaardig kan verdoemen. Maar Hij schenkt, in Christus, genade. De noden van de angst dergenen, die door Gods Geest de oorzaak van de doodsangst leren verstaan, zijn de geboorteweeën van het nieuwe leven genoemd.
Zonder de verlossing in Christus is de angst van de aangeklaagde zondaar een „hel voor de ziel". Maar in Christus geborgen is er geen vrees, al zien wij ons dan van legers omringd en al dreigen de zwaarste en gevaarlijkste bommen ons leven, onze dierbaren en al wat wij hier bezitten. Het leven is ons dan Christus en het sterven is ons gewin. „Geen angst, geen verschrikking meer. Ook de laatste vijand werd overwonnen".
Die verlossing van Gods kinderen houdt niet in dat zij nooit meer angst kennen in hun leven. Lees b.v. maar Psalm 107 en gij weet wel beter. Maar dan leven zij niet bij wat hun verlossing inhoudt. Dan gevoelen wij niet Gods hand, welke ons leidt tot heerlijkheid. In Gods heiligdommen leren wij wel wat het betekent geborgen te zijn in Christus. Dan ervaren wij weer dat het altijd goed gaat, ook door de diepste ellende. Verslonden door de liefde Gods en getroost aan Zijn Vaderhart, sterft de angst weg.
Op Gods weg aanvaarden wij ook de drinkbeker, welke de Vader Zijn kinderen voorzet. De genade van Jezus Christus maakt ons bereid en gewillig Hem te volgen, dragende ons kruis. Dan leren wij „de bereidheid tot het verliezen van eigen leven, van ons zelf" en dat is de weg tot het behoud van ons leven, tot het behoud van ons zelf.
Dan kunnen wij, gelijk de christenen in de tijden van vervolging, willig de vuurdood ingaan en de arena betreden.
De tijden zijn niet gemakkelijk. Het lijden kan veel zwaarder worden voor ons dan velen reeds hebben doorworsteld.
„God is, wel heel zwaar persend, bezig zijn kinderen te vormen in de angstige omklemming der benauwende vormen". (Dr. v. d. Spek).
Straks wordt dat vormsel weggenomen, weggebroken, en zal de bruid van Jezus Christus gezien worden zonder vlek of smet. Gelouterd door het lijden, gelijk het zilver wordt beproefd.
Inderdaad kan de Heere de angst gebruiken als een medicijn tot een nieuw leven. Maar wie in Christus is verlost heeft de angst, als medicijn, niet meer nodig. En het verloste volk in de hemel is volmaakt bevrijd van alle angst.
Wij lazen een artikel over de uitwerking van bepaalde atoombommen. Je verstand kan dat niet verwerken. Verschrikkelijke verwoestingen worden er door aangebracht. Wie geen Toevlucht voor zijn hart kent moet wel worden aangegrepen door de grootste en meest benauwende angsten. Het is te verstaan dat de mens, die zonder God leeft, in grote angsten komt tot zelfmoord.
Maar Gods kinderen mogen in de meest benauwende tijden zingen: In de grootste smarten blijven onze harten in de Heer' gerust!
Wij moeten in deze tijd verder. Laat onze ziel niet worden verteerd door angsten. Laten Gods roepstemmen dringen tot bekering. Haaste de onbekeerde zich om in Christus geborgen te worden door levend geloof. De Geest des Heeren kan die weldaad werken en versterken.
Laten de kinderen Gods toch dicht bij hun Verlosser leven. In gemeenschap met Hem, sterven de angsten weg. Hij was als Borg zeer beangst om ons van de oorzaak der angsten te verlossen en ons te doen delen in de beginselen der eeuwige vreugde en in de vrede, welke alle verstand te boven gaat.
Dan moeten ook zij door de oordelen heen, maar zij kunnen instemmen met een dichter, die zong: „Laat gerust de Maaier komen, 't koren wacht en is bereid".

v.d. M.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen