Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hoe leest gij ? 1

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoe leest gij ? 1

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Veel geprezen — niet gelezen!
Dat geldt van velen, die wel over de oude schrijvers spreken, maar die aan het lezen van hun werken zo goed als niet toegekomen zijn. Veel gelezen — niet verstaan!
Dat geldt van sommigen, die wel ijverig zijn in het lezen dezer werken, maar die tot de zin der gedachte van de schrijver nog niet zijn doorgedrongen.
Daarom heeft de vraag altijd betekenis: verstaat gij ook, hetgeen gij leest? Hieraan, dacht ik, toen ik „De Saambinder" las van 20 December 1956. „De Saambinder", het Orgaan der Gereformeerde Gemeenten, steekt in dit blad nogal eens de trompet bij het heenwijzen naar de oude Schrijvers. Soms krijgen de lezers de indruk, dat de klank van de oude Schrijvers nog hoger en nog krachtvoller tot hen doordringt, dan de Bazuin van Gods Woord. Toch weten ook wij dit trompetgeklank te waarderen.
Ook ons zijn de oude Schrijvers lief. Echter moet nooit uit het oog worden verloren, dat de oude Schrijvers lezen nog iets anders is, dan de oude Schrijvers verstaan. Op dit laatste komt het aan, gelijk wij allen wel zullen willen toestemmen.
„De Saambinder" van 20 December heeft mij hieraan zeer sterk herinnerd. Het ging over de vraag naar de verhouding van het aanbod der genade en de belofte. Wie geen vreemdeling is in Jeruzalem weet, hoe de Leiders der Gereformeerde Gemeenten hun leden voorgaan in het aanvaarden van een scherp verschil tussen aanbod en belofte.
Dit verschil is zelfs zo scherp, dat de Saambinder in genoemd nummer durft te betogen, dat allen, die het met haar beschouwing niet eens zijn, naar de eeuwige rampzaligheid worden verwezen. Dat is me geen kleinigheid!
Luister maar en U zult letterlijk kunnen lezen, wat „De Saambinder" schrijft: „Dit is het Schriftuurlijk beginsel, namelijk tot een ieder zonder onderscheid het Evangelie Gods prediken met bevel van bekering en geloof, met te nodigen en te roepen tot de zaligheid die in Christus Jezus is. Anderzijds de aanbieding met de belofte niet vereenzelvigen, opdat men niet met een ingebeelde hemel eeuwig de rampzaligheid zal moeten ingaan."
Ingebeelde hemel!
Eeuwige rampzaligheid!
Waarom toch moeten er altijd zulke geweldige donderslagen vallen, als wij met elkander enig verschil hebben over het punt van aanbieding en belofte?
Meent „de Saambinder" nu werkelijk, dat al dit „geknetter" heilig vuur op het altaar des Heeren is? Laat men toch niet zoveel vuurwerk afsteken, want dat maakt alleen maar wat lawaai.
Zeker, wanneer „de Saambinder" ons voor de vierschaar van het Woord Gods had gesteld en wij uit dat Woord deze ontzettende boodschap hadden gehoord — wie zou niet beven? Maar „de Saambinder" heeft deze gedurfde houding ontleend aan het lezen van Comrie's boek: getiteld: „verhandeling van de eigenschappen des zaligmakende geloofs".
Laat ik nu eens rustig zeggen, op gevaar af, dat ook mij „ingebeelde hemel" en „eeuwige rampzaligheid" door „de Saambinder" wordt voorgehouden, dat ik het met de Saambinder niet eens ben, omdat ik het... . met Comrie eens ben.
„Verstaat gij ook, hetgeen gij leest" is hier bovenal eis. Als ik nu zal aantonen, dat Comrie heel iets anders bedoelt, dan „de Saambinder" zijn lezers voorhoudt, misschien wil, dan dit Kerkelijk Orgaan die geweldig gedurfde woorden — want het zijn woorden, woorden, woorden anders niet — nog eens controleren.
Zo niet, het zij zo, maar dan kan ik slechts „de Saambinder" condoleren.
Ik wil reeds nu dadelijk „de Saambinder" een vriendelijk woord van Comrie ter overdenking geven, ter genezing, van excessen, die zowel door „de Saambinder" als door „de Wekker" niet moeten worden veronachtzaamd worden.
Comrie richt zich in zijn boek over de Eigenschappen des zaligmakende geloofs eerst tot de lezer en zegt dan: „Wij hebben de eenvoudigheid des Evangeliums zoeken te behartigen, nooit de Gemeente met winderige wijsheid zoeken op te houden, noch met onnodige verschillen te beroeren, terwijl beide weinig stichting toebrengen.
Wij hebben ook niemand in zijn wijze van verhandelen berispt en wij hopen, dat niemand onze wijze van verklaren en toepassen zal laken: elk toch naar zijn beste weten hopen wij, zoekt zijn order tot stichting aan te richten."
Zie dat is een goed woord van Comrie. Het klinkt zo heel anders dan „ingebeelde hemel" en „eeuwige rampzaligheid" voor de voeten te werpen van hen, die het niet met ons eens zijn over een zienswijze van aanbod der genade en belofte. Ik neem aan, dat zowel „de Saambinder" als „de Wekker" de Waarheid, die uit God is, wil dienen en dan moge dit recept van Comrie worden onthouden.
Nog altijd zijn onze kerken bereid met de Gereformeerde Gemeenten ook over dit verschil te spreken, en wanneer beiderzijds de Deputaten elkander mogen ontmoeten zal ook Comrie ter tafel komen.
Ik wil nu Comrie op dit bepaalde punt lezen, maar dan zo, dat we hem ook zullen verstaan.
Mij is nadrukkelijk gevraagd hieraan aandacht te willen schenken in „De Wekker", waaraan ik gaarne wil voldoen!
Daarom tot de volgende keer.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 februari 1957

De Wekker | 4 Pagina's

Hoe leest gij ? 1

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 februari 1957

De Wekker | 4 Pagina's