Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een zingende Jezus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een zingende Jezus

En als zij de lofzang gezongen hadden gingen zij uit naar de Olijfberg. Mattheus 26 : 30.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het was in 't begin der tijden, toen de aarde nederzonk op haar grondpilaren, dat morgensterren vrolijk zongen, en de kinderen Gods juichten. Hoe schoon zal dit lied der eerste scheppingen geweest zijn!
Maar schoner nog is mij de lofzang van Christus, dien hij zong in zijn laatste levensnacht. Het is een treffende ure, waarin deze Bijbelwoorden ons verplaatsen. Wij zien hier, dat Jezus zich gereed maakt het Kedrondal te betreden, en Gethsemaneh's diepte in te gaan. De laatste nacht van het vernederd leven des Heeren is thans aangebroken. Judas is bezig het spel des verraads te spelen. Maar geen toeleg van satan, geen gestalte van Judas, geen schrik van smart en wee zal Jezus belemmeren de lofzang aan te heffen. Midden door die donkerte, en boven deze schrikgestalten uit klinkt het lied der verwachting, dat de werken des duivels zullen verbroken worden.
Jezus zingt!
We lezen dikwijls in de Bijbel, dat Jezus bidt. Hier is het voor het eerst, dat wij uitdrukkelijk lezen, dat Jezus zingt. Ik meen te mogen zeggen, dat het niet zonder grote oorzaak is, dat juist op deze plaats en onder deze omstandigheden er voor 't eerst melding van wordt gemaakt. Sommige schriftverklaarders hebben gemeend, dat hier de bedoeling zou achter zitten om het lied te wijden. Maar terecht is hiertegen opgemerkt, dat het lied al sinds eeuwen gewijd was onder Israël, toen tempel en voorhof weergalmden van Godslof.
Neen, het is veeleer om het lijden van Christus te karakteriseren. Zijn lijden is een lofzang, en daarom zullen wij eens bij gouden harpen zingen het lied van het Lam, dat geslacht is.
Dat lijden is geen klaagzang, geen smartekreet van het „helaas", geen ondergang in de dood, maar dat lijden is een victorie-roep over alle dood en hel en satans woeden.
Het lijden zelf een lofzang, die zal doorklinken tot in de donkere graf spelonk van Jozefs hof, en die niet vergeten zal worden tot in de zalen van de triumferende kerk.
Het lijden van Christus is niet een sombere avond, die daalt, maar veel eer een lichtende morgen, die doorbreekt aan zwarte kimmen der zonde. Heeft de Heiland Zelf ons hieraan niet willen herinneren, toen Hij midden in Zijn lijden sprak: Nu is de Zoon des mensen verheerlijkt, en God is in Hem verheerlijkt?
Jezus zingt en Zijn lijden is juichenstof!
Zullen niet Gods engelen aan hemelse vensteren geluisterd hebben, toen deze lofzang, dit hallel in de nacht van lijden werd gezongen. Eens hebben Gods engelen in Efratha's velden gezongen, en wij hebben reeds veel malen geluisterd naar dat machtig oratorium: „Eere zij God". Maar nu zien wij niet Gods engelen, maar der Engelen Heer en Koning naar de harp grijpen, en hij zet het grote hallel in: „Looft, gij knechten des Heeren, Looft de Naam des Heeren".
Elke paasmaaltijd werd onder Israël besloten met het zingen van het tweede gedeelte van het „grote hallel" (ps. 113-118). Het kleine hallel, of het eerste gedeelte, werd dan bij de aanvang van de paasmaaltijd aangeheven.
Jezus zingt!
Zwijgt nu gij engelenrijen en... luistert.
Hoort nu, gij satan, in de diepte der hel. Hij zal de strijd met u aanvangen, maar Hij zal het doen met een lied op de lippen.
Jezus zingt!
Hoort het, gij, goddeloos Sanhedrin! Waar zijt gij Pilatus? Waar zijt gij Herodes? Waar zijt gij Kajafas? Meent niet, dat zulk een zal sidderen voor uw rechtstoel of zal beven voor uw toorn, maar straks gij wel voor de Zijne.
Jezus zingt!
Hoort, hier is overwinning midden in de strijd, als psalm 118 aan de beurt is: Ik zal niet sterven, maar leven, en Ik zal de werken des Heeren vertellen. De steen, dien de bouwlieden verworpen hebben, is geworden tot een hoofd des hoeks. En dan die laatste strophe, waarmede Hij afscheid neemt uit de paaszaal, en heenkeert naar het strijdperk van het lijden:
„Gij zijt mijn God, daarom zal ik U loven, O mijn God, ik zal U verhogen. Looft den Heere, want Hij is goed, want Zijne goedertierenheid is in der eeuwigheid."
Wanneer wij Christus in deze lijdensperiode zien, gebogen onder Zijn kruis, neergedoken in diepe lijdenskolken, neen, dan zullen wij daar niet vinden een martelaar, maar een held, die al stervend met het lied der victorie in Zijn ziel overwint.
Hier krijgt het woord van de zanger zijn allerschoonste tonatie:
'k Zal Zijn lof zelfs in de nacht
zingen, daar ik Hem verwacht.
En mijn hart wat mij moog treffen
tot den God mijns levens heffen.
Het lijden een lofzang. Maar zo wordt nog duidelijker, waarom Christus zingt!
Dan gaat het voornaamste voorop. Christus zingt om de Vader te verheerlijken. In het hogepriesterlijk gebed heeft Hij de Vader biddende verheerlijkt. Ik heb U verheerlijkt op de aarde, Ik heb voleindigd het werk, dat Gij Mij gegeven hebt om te doen.
Hier zal de harp Zijner ziel weerklinken in het lied. Lees het hallel (ps. 113- 118) en altijd klinkt „Loof den Heere".
Is die lofzang er allereerst om de Vader te verheerlijken, zo moet door en in alles spreken de Middelaarsgestalte van Christus. Immers, al wat Christus doet, is het werk van de Middelaar. Wanneer straks Christus al stervend het hoofd buigt op het vloekhout, zo is dit, omdat Zijn volk het hoofd zou opheffen.
Als Hij van God verlaten wordt, zo weten wij daaruit, dat wij nimmermeer van God verlaten zullen worden. Maar zo ook als Hij zingt in Zijn lijdensnacht zo mag Zijn volk bij dit muziekblad lezen en leren om met een lofzang in het hart de levensstrijd te strijden, en de doodsure te verbeiden.
Hoort! Zij zingen de lofzang tot in het aangezicht van de dood: Nu is er geen verdoemenis meer voor degenen, die in Christus Jezus zijn. Welgelukzalig dat volk, dat deze lofzang mag inzetten. Dat volk weet, dat de gerechtigheid van Christus als de schoonste en de hoogste lofzang elke aanklacht der zonde overstemt.
Om de echoklank van de lofzang van Christus te beluisteren zou ik u kunnen brengen bij tal van moordschavotten en rokende brandstapels, waar martelaren met een lied der victorie de eeuwigheid binnenstapten. Hebt gij nooit gelezen van dat tweetal jeugdige martelaren, die midden in de vuurzee begonnen te zingen?
Duidelijk hoorden de beul en de toeschouwers uit de rookkolom omhoog klinken:
„Ai hoor naar hen, die in gevangenis kwijnen.
Laat hun gekerm voor Uw gezicht verschijnen,
Bevrijd ze, die bedreigd door doodsgevaren
op Uwe hulp met smekende ogen staren.
Verwondert u hier niet over, ik weet de verklaring van dit voor de wereld onverklaarbaar raadsel. Jezus, hun Borg en Heer en Koning, heeft in Zijn lijdensnacht gezongen, opdat Zijn volk in lijden en strijden en sterven, een lofzang zou zingen. Hier waren tonen, die uit de stervensnacht van Christus nog natrilden.
Wanneer gij in aanbidding uwer ziel verwaardigd moogt worden om onder lijden en strijden nog gemoedigd voort te treden, ja zelfs een lied in uw ziel voelt geboren worden:
Mijn ziel is immers stil tot God,
Van Hem wacht ik een heilrijk lot,
Hij immers zal mijn rotssteen wezen.
Weet, dat gij deze gulde ure te danken hebt aan Uw Borg en Heiland, die met een lofzang de lijdensweg opging, een lofzang, waarvan de echoklank nooit op aarde, en straks niet in de hemel, zal wegsterven.
Hier zingen wij in de wijngaard bij beurten. Straks zullen wij eeuwig zingen van Gods goedertierenheen.
Een zingende Jezus en.... wij luisteren naar Hem.
Een zingende gemeente rondom de troon des Lams en.... Jezus luister naar haar: Gij, o Lam Gods, hebt ons Gode gekocht met Uw bloed. Zult gij één van de zangers wezen in dit hemels oratorium?

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 maart 1957

De Wekker | 4 Pagina's

Een zingende Jezus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 maart 1957

De Wekker | 4 Pagina's