Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De gemene gratie 3

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De gemene gratie 3

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Calvijn over deze naam.
Na het betoog van Dr. Kuyper over de naam „gemene gratie" gelezen te hebben, wil ik met U allereerst ter school gaan bij de grondlegger onzer Gereformeerde theologie met name Calvijn! Men heeft de leer der gemene gratie meermalen heengeduwd in de hoek van het Remonstrantisme, zelfs in die van de heidense cultuur, die naar Barthiaans denken dan leidt tot een „dubbele boekhouding". De grote strijd, die vóór enkele jaren gestreden is in de Christian Reformed Church van Amerika, en die ook hier in ons vaderland enige beroering heeft gewekt, vooral onder de volgelingen van prof. Schilder, bewijst wel, dat er zijn, die grote gevaren duchten, wanneer dit leerstuk de toets der Gereformeerde belijdenis moet ondergaan.
Nu wil ik geenszins ontkennen, dat hier gevaren dreigen, maar toch wil het mij voorkomen, dat er meer misverstanden, dan werkelijke tegenstellingen zijn, wanneer wij partijen tegenover elkaar zien aantreden.
Bij nader indenken van het geharrewar, dat zowel in Amerika als in ons land zoveel onrust gebracht heeft, en zoveel verwijdering heeft opgeroepen, schijnt het mij toe, dat wij heel wat vreemd vuur hebben zien branden.
Al is het waar, dat de Remonstranten de naam „gemene gratie" plachten te gebruiken in hun strijd tegen de Gereformeerde leer, ter aanduiding van het licht der natuur of de gaven, die na de val zijn overgebleven, toch mogen wij en moeten wij bij deze controverse niet vergeten, dat het dan niet gaat over het gebruik van een naam, maar over de inhoud, die wordt voorgestaan, en over de bedoeling, die wordt beoogd.
Het gebruik van een naam.
Hier denk ik nu allereerst aan Calvijn.
Is er wel iemand, die meer en krachtiger heeft verdedigd het dodelijk karakter der zonde, en die de totale doodsstaat van de zondaar meer heeft benadrukt, dan de man, die in zijn Institutie een standaardwerk voor de volgende eeuwen aan het Gereformeerd belijden heeft geschonken ?
Toch heeft deze nullificatie van de zondaar Calvijn nooit weerhouden om de mens in zijn menszijn te eren als schepsel Gods met kostelijke gaven bedeeld.
Nooit heeft Calvijn de gedachte gevoed, dat een mens als een stok en een blok moet worden aangemerkt.
Het was juist Calvijn, die, in tegenstelling van Luther en diens leer over 's mensen totale verdorvenheid nog veel goeds en schoons wist te ontdekken zelfs in deze doemwaardige wereld.
In de Formula Concordiae, één van de belijdenisgeschriften der Lutherse Kerk, wordt uitdrukkelijk geleerd, dat de niet wedergeboren mens in geestelijke zaken niet anders is dan een steen en een blok en een stuk vuil (lapis et truncus et limus).
Zo spreekt de Gereformeerde belijdenis niet, al brengt zij steeds de doodsstaat van de zondaar voor het voetlicht. Zij zegt in art. 16 van hoofdstuk 3—4 der Dordtse Leerregels, dat de mens door de val niet heeft opgehouden een mens te zijn, begaafd met verstand en wil, en dat, hoe gruwelijk de zonde ook heeft ingewerkt in en op het menselijk geslacht, zij toch de natuur des mensen niet heeft weggenomen. Zulk een spreken was aan de Lutherse belijdenis vreemd. Het dualisme, dat altijd wringt in de Lutherse theologie, spreekt ook hier een groot woord mee. In de Lutherse theologie wordt enerzijds de menselijke rede tot nul gereduceerd, als het de geestelijke zaken raakt, en anderzijds wordt diezelfde menselijke rede verheerlijkt, als het de natuurlijke dingen en met name de wetenschap raakt. Geen wonder, dat juist in Duitsland een paar eeuwen na Luther de rede zulk een groot woord is gaan meespreken. Dit heeft geleid tot de overheersing van het rationalisme, dat heel de Lutherse theologie heeft doortrokken
Dat wij deze dualistische positie in de Gereformeerde theologie niet vinden, danken wij in hoofdzaak aan Calvijn. De leer van de gemene gratie, die wij bij Calvijn kunnen ontdekken, bedoelt niet om aan te tonen, hoeveel goeds er nog in de mens kan teruggevonden worden om daardoor de waarde van dien mens te verhogen! Maar Calvijn heeft ons laten zien, dat, als er nog iets van natuurlijk goed in de mens te ontdekken valt, dit niet en nooit uit die mens zelf voorkomt, maar alleen God tot oorsprong heeft. En dan gaat Calvijn zelfs nog verder, en betoogt, dat zelfs dit natuurlijk goed op Gods schalen gewogen en aan Gods wet getoetst nog altijd zonde is. Als zelfs de allerheiligste in dit leven nog slechts een klein beginsel van nieuwe gehoorzaamheid kent, en als zijn beste werken nog met zonde zijn bevlekt, hoeveel te meer dan de mens, die in zijn natuurstaat nog wat natuurlijk goed kan verrichten?
Heus, wie bij Calvijn ter school gaat, zal niet spoedig overslaan tot een verheerlijken van de mens en van zijn waarde voor God. Wanneer Calvijn in deze zondige wereld rondblikt vond hij nog .veel goeds en schoons, dat hem dankbaar voor God stemde. Hij noemde de gestalte van deze deugden „genade", soms ook „gemene genade" en zelfs een enkele maal „bijzondere genade". Vooral deze laatste benaming klinkt ons vreemd in de oren omdat wij bij het horen van „bijzondere genade" dadelijk zullen denken aan schuldvergevende genade in Christus.
Toch gebruikt Calvijn deze uitdrukking „bijzondere genade" in veel ruimere zin, dan wij ooit doen.
Het herinnert ons er direct aan, dat het woord „genade" bij Calvijn niet zulk een begrensde betekenis heeft, die wij er in de regel aan geven, wijl wij meestal aan zaligmakende genade denken.
Zie ik het goed, dan vinden we bij Calvijn een drieërlei onderscheiding, wanneer het woord „genade" aan de orde komt. Allereerst vinden we dan „gratia generalis" of algemene genade. Vervolgens gratia specialis of bijzondere genade.
Ten slotte gratia specialissima of zeer bijzondere genade.
Ik zal nu Calvijn aan het woord moeten laten om deze onderscheiding te verduidelijken.
Ieder beseffe, dat het hier geldt de naam.
Ik zeg dit hier met nadruk, omdat ik er nog niet aan toe ben om zo dadelijk van een Calvinistische gemene gratieleer te spreken, evenmin als dat men al te spoedig van een Calvinistische wijsbegeerte moet reppen. Dit woord „Calvinistisch" lijkt mij hier wat al te gewaagd.
Al wat aan Calvijn ontleend wordt, is daarom nog niet Calvinistisch te noemen, evenmin als al wat aan de Schrift ontleend wordt. Schriftuurlijk is te noemen.
Heel de leer der veronderstelde wedergeboorte wordt aan de Schrift ontleend, maar is zij daarom Schriftuurlijk?
Als een man als Dr. A. H. de Hartog zijn boek schrijft over: „noodzakelijke aanvullingen tot Calvijn's Institutie", zegt hij in zijn woord vooraf: „En nu denken wij er niet aan de machtige Theoloog Calvijn te onderschatten. Zijn stelsel geboren uit vijftienhonderd, moet slechts worden aangevuld naar de Goddelijke openbaring van achttienhonderd."
Zullen wij daarom nu zeggen, dat er bij Dr. de Hartog te vinden is een Calvinistisch Openbaringsprinciep ?
Daarom ben ik zo maar niet klaar om te spreken van een Calvinistische gemene gratie leer.
De leerlingen gaan in de regel verder, dan de meester.
Maar goed, we zullen dat later nog wel eens bekijken.
Eerst nu maar Calvijn over de naam.

Utrecht.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 juli 1957

De Wekker | 4 Pagina's

De gemene gratie 3

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 juli 1957

De Wekker | 4 Pagina's