Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De hoogste kerstvreugde .

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De hoogste kerstvreugde .

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

En mijn geest verheugt zich in God, mijn Zaligmaker. Luk. 1 : 47

Wanneer Maria haar lofzang zingt, is het voor haar nog adventstijd, maar zij viert reeds Christusf eest. Haar ziel maakt de Heere groot. Haar „magnificat" is bekend. Boven Hanna zingt zij uit. De moeder van de Heere verheugt zich in de Zaligmaker van de moeder. Ook Maria was vervuld met de Heilige Geest (35) evenals Elisabet (41). De profetische en dichterlijke geest, gedreven door de Heilige Geest, maakt haar tot dit dichterlijke zingen bekwaam. Evenals David, haar grote voorvader, wordt zij tot dit heilige werk geïnspireerd. Zo is het te verstaan dat deze jonge nazaat spreekt in de taal der Psalmen. Uit de diepte van haar begenadigd hart klimt haar lofzang op tot God. Zo viert zij Kerstfeest.
Mijn geest verheugt zich in God.
Bij geest moeten wij ook denken aan het geheiligd verstand, aan het denken, door Gods Geest bezield. Ziel en geest wijzen samen op het vernieuwde hart, op de herschepping van heel het innerlijke wezen van Maria. Alle gaven der ziel, geheiligd en gedreven door het hogere beginsel, door de geest, doen haar zo zingen, omdat de Heilige Geest haar vervult (35).
Haar geest verheugt zich. Haar ganse hart, haar diepste wezen, deelt in de hoogste vreugde, de vreugde der zaligheid, welke haar hart doorstroomt. Deze vreugde gevoelt zij, zij leeft er in. Die vreugde nam in haar een aanvang en zette zich voort. Onder allerlei afwisselingen en bij allerlei bestrijdingen bleef dat beginsel.
Zij verheugt zich in God, haar Zaligmaker.
Wij kunnen ook zeggen: zij verheugde zich over God, maar in God is hier zeker op zijn plaats. Het staat voor ons wel vast dat zij met het woord Zaligmaker de Verlosser, de Heiland, de Redder van zondaren aanduidt. Hoe vaak hebben de profeten die Zaligmaker aangekondigd! Straks wordt Hij gelegd in Bethlehems' kribbe. In God, in gemeenschap met God, haar Zaligmaker, verheugt zij zich.
Wonderlijke Kerstvreugde!
Welk een wonder, dat deze „nederige", deze gevallen zondares, zó zingt van God, haar Zaligmaker. Zij deelt in Zijn gemeenschap. Zij mag inleven waartoe dit Kind, Wiens Naam is „Wonderlijk", komt. Zij heeft nog niet gestaan bij het kruis, zelfs nog niet bij de kribbe, maar zij verstaat het heil, waarvan David zovele malen heeft gezongen. Elk woord in haar lofzang bewijst dit. In God, verzoend met God, jubelt zij haar vreugde uit. Zij mag zingen van haar Zaligmaker. Later zong een geredde Israëliet:

Mijn Redder, mijn Goël,
mijn Zondenvernieler,
mijn Meester, mijn Heiland,
mijn Heer en mijn God
mijn Onheilverwinner, mijn Levensbezieler!
Gezegend, geheiligd, beslist is mijn lot.
Wie zó kan zingen, kent de hoogste Kerstvreugde. Geen jood zal op andere wijze zich kunnen verheugen in zijn Redder. Niemand uit de heidenen kan buiten dit heil blijde zijn. Wij allen zullen iets van dit beginsel in ons moeten dragen om waarlijk Kerstfeest te vieren.
Mijn geest verheugt zich in God mijn Zaligmaker.
Wat moet Maria dicht bij de Heere geleefd hebben om zo te kunnen zingen. Wat deelde zij rijk in „het vervuld zijn met de Heilige Geest". In gemeenschap met God, Die Zijn Zoon schonk als Zaligmaker, verheugt zij zich.
Maria deelt maar niet in een gelukkige, heilrijke stand der ziel voor een ogenblik, maar zij verkeert bij de Bron van alle vreugde, van de waarachtige blijdschap en zij leeft er uit. Op deze wijze heeft haar geest grond om zich te verheugen.
Welk een Kerstvreugde geniet zij, in haar adventstijd.
Noodzakelijk is het te wijzen op de onmisbaarheid van het beginsel van het ware heil, waardoor Maria zich kan verheugen in de Heere, haar Zaligmaker
Om waarlijk Kerstfeest te vieren is meer nodig dan wat opgewekt religieus gevoel. Een vrome stemming is wat anders dan wat Maria beleefde. Wij kunnen ons laten inspireren door Kerstconcerten en declamatieavonden, welke wel belangrijk kunnen zijn, maar daardoor leren wij nog niet wat Maria hier openbaarde. Wij vinden het benauwend te lezen en te horen hoe men opgaat in lezen en te horen hoe men opgaat in vormen, mooie vormen soms, maar toch vormen. Telkens moet je denken aan het dal vol dorre doodsbeenderen, waar de profeet Ezechiël van moest spreken. Dit was het ergste: er luas geen Geest in, en dus geen levensbeginsel uit God, geen geloofsbeginsel, geen gemeenschap der verzoening met God, geen kennis van de Zaligheid en geen verheugen in de beloofde Messias.
Hoe leven wij ? Zijn wij tevreden met een gevoelige toestand der ziel? Hebben wij genoeg, wanneer de prediker ons verkondigt dat wij allerellendigste schepselen zijn? Kunnen wij daarover verblijd zijn en geeft dat grond om getroost te sterven ?
Alleen de Heilige Geest leert op de hoge school der genade allen, die met Maria zich in die „lage staat" der ellende leren kennen, de zaken anders verstaan.
David had op die school geleerd: Ik ben in zonde ontvangen en in ongerechtigheid heeft mij mijn moeder ontvangen. Wie met David zo diep is ingeleid, leert ook waarom de Zaligmaker geboren werd, gelijk de Schrift ons leert. En die leert het geheim van de hoogste Kerstvreugde verstaan. Ook Paulus wist dit. Hij noemt zich de grootste der zondaren, wanneer hij zingt van het getrouwe woord: Jezus Christus is in de wereld gekomen om de zondaren zalig te maken. Zijn vreugde zingt hij uit, wanneer hij jubelt: Mij is barmhartigheid geschied.
Die hoogste Kerstvreugde is er om het geweldige feit van de vleeswording van het Woord.
Heel de wereld ligt verdoemelijk voor God
In de Kerstnacht wordt verkondigd de grote blijdschap.
Want God was in Christus de wereld met Zichzelf verzoenende, haar zonde haar niet toerekenende.
Goddelozen worden gerechtvaardigd in Christus.
Daarom geen Mariaverering, maar verheerlijking van God.
Daarom roemen in vrije gunst.
Met Maria leren zich te verheugen in God, Hem te prijzen om het grote wonder. Met de vreugde der eeuwige zaligheid in het hart.
In de gestalte van een tollenaar.
In aanbidding met de herders.
In lofgezang als Simeon.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 24 december 1957

De Wekker | 4 Pagina's

De hoogste kerstvreugde .

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 24 december 1957

De Wekker | 4 Pagina's