Leed en verwachting in de zending
Al ligt het terrein van de zendingsarbeid buiten het vaderland niettemin behoort het toch tot het „eigen erf" van de kerken in ons land. Immers door de zegen, die God gaf op het werk van de zending is er een nauwe band gegroeid tussen de kerken in het vaderland en de jonge kerken onder de Toradja's van Midden Celebes.
Gemakkelijk is ook daar de situatie niet. Ze was dat niet en zal er nu niet beter op geworden zijn. Voor heel het zendingswerk in Indonesië rijzen er thans klemmende vragen betreffende de toekomst, waarvan niemand zeggen kan wat deze brengen zal.
Gelijk men weet is Ds. Geleynse uit Makassar in het vaderland teruggekeerd. Zal hij t.z.t. gelijk hij begeert, kunnen teruggaan? Zullen de kerken in het Toradjaland het moeten doen zonder enig persoonlijk contact met onze kerken? Men begrijpt dat dit voor de gang van zaken zeer belangrijk is. Zal mogelijk bij al het leed dat reeds over deze jonge kerken kwam ook nog de verbreking van de band met de kerken in Nederland komen?
Naast deze moeilijkheden is er ook nog een andere zware schaduw gekomen over het zendingswerk in Celebes. Op 27 Dec. 1957 is te Rante-Pao, het centrum van het zendingswerk van de Ger. Bond in de Ned. Herv. Kerk Ds. C. Balke, op zeer jeugdige leeftijd overleden. Ds. Balke was reeds begonnen met de arbeid tot opleiding van zendingsarbeiders. Het lag in de bedoeling deze arbeid te doen uitgroeien tot een Theologische School voor de Toradjakerken. Enkele Hollandse docenten, ook uit onze kerken, zouden deze opleiding verzorgen. Nu is plotseling bij al de moeilijkheden het sterven van Ds. Balke gekomen. Wel een buitengewoon zware beproeving ook voor het zendingsterrein van onze kerken.
Zal het mogelijk zijn anderen uit te zenden om dit werk over te nemen.
Hier rijzen wel zeer moeilijke problemen voor Deputaten voor het zendingswerk.
Toch is er niet enkel duisternis.
Gelijk U.K.K. meldt versagen de jonge kerken in het Toradjaland niet. Zij hielden in Oct. '57 een Synode, die plannen ontwikkelde voor de verdere gang van zaken in het Toradjaland.
Het is verheugend dat men niet bij de pakken neerzit. Men blijkt te verstaan dat er voor de kerk des Heeren altijd verwachting is en blijft.
En ook aan het thuisfront zit men niet stil. Deputaten hopen nog immer op de mogelijkheid van uitzending van een of meer predikanten, die de opleiding kunnen verzorgen. Contacten daartoe bestaan of worden gelegd met enkele jonge predikanten.
Ook de medische dienst blijft belangstelling vragen. En ook daarvoor is uitzicht. Zendingsdeputaten hebben de heer E. Helms, arts, en zijn verloofde Mej. A.J. Terweel eveneens studente in de medische faculteit, bereid gevonden zich beschikbaar te stellen en zich te specialiseren voor de medische dienst op het zendingsterrein.
Er is in deze berichten iets verheugends.
Voor de kerken in het vaderland ligt in dit alles reden voor aanhoudend en ernstig gebed. Het zou een felle aanklacht tegen ons zijn wanneer wij, in schuldige lauwheid, dit niet beseften.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 januari 1958
De Wekker | 4 Pagina's