Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Johann Hinrich Wichern 1808—1958 (III)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johann Hinrich Wichern 1808—1958 (III)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Breder werkkring.
De betekenis van het werk van Wichern bleef niet beperkt tot Hamburg. Het duurde namelijk niet lang, of dit werk had bekendheid gekregen in heel Duitsland en nu kwamen van alle kanten de vragen, ja, de dringende smeekbeden, of hij adviezen wilde geven aan anderen, die zich ook het lot van de verwaarloosde jeugd gingen aantrekken.
Er was in die tijd in Duitsland, zoals ook in andere landen, bijv. ons land, een geestelijke opwekking gekomen, die zich o.a. hierin openbaarde, dat vele christenen zich gedrongen gevoelden iets te doen voor hun mede-mensen, die maatschappelijk en geestelijk ten onder dreigden te gaan. Velen hadden reeds de hand aan de ploeg geslagen, maar het was meestal op teleurstelling uitgelopen. Maar toen men hoorde, dat Wichern zulk prachtig en gezegend werk verrichtte bij Hamburg, wendde men zich tot hem om raad. Gaarne gaf hij zijn adviezen bij de stichting van reddingshuizen. Doch hij deed meer dan adviseren, hij zond ook helpers. Want een onderdeel van zijn grote plan tot redding van de verwaarloosde en misdadige jeugd was ook de vorming van bekwame en godvrezende jonge krachten, die zich aan het reddingswerk wilden geven. Vanuit „das Rauhe Haus" zond hij nu de jonge mensen, die hij had opgeleid, uit naar andere delen van het land. Zijn „broeders", zoals ze genoemd werden, traden op als leiders van allerlei inrichtingen. Ze waren een pendant van de vrouwelijke krachten, diakonessen, door Theodor Fliedner, te Kaiserswerth, gevormd, hoewel het niet naar de geest van Wichern was om zijn mannelijke helpers diakonen te noemen, zoals later geschiedde.

Een beroemde improvisatie.
In 1848 sloeg ineens de revolutievlam over Europa. Ook in Duitsland braken opstanden uit. Wichern werd er niet door verrast, want hij kende van nabij de grote ellende, waarin de arbeidersbevolking leefde: er heersten door hongerlonen, slechte woningtoestanden en zedelijke ontaarding hemel-tergende toestanden. Het was een zeer goed toebereide akker voor het zaad, dat Marx en Engels uitstrooiden in hun Communistisch Manifest met de leuze: Proletariërs aller landen, verenigt U!, door hen in 1847 opgesteld, en dat sindsdien voor vele miljoenen HET evangelie is geworden. De haat van tallozen keerde zich tegen de Kerk en men eiste scheiding van Kerk en Staat. Op initiatief van enkele predikanten uit verschillende duitse landen wordt er dan een Kirchentag van leden der Evangelische Kerk in Duitsland gehouden, om over de noodtoestand van kerk en volk te spreken. De vergadering vangt 21 September 1848 in de stad der Hervorming Wittenberg, aan, bijgewoond door een 500-tal leden der Evangelische Kerk, ambtsdragers en niet-ambtsdragers. Ook Wichern is tegenwoordig. Hij heeft de uitnodiging aanvaard op voorwaarde, dat ook het vraagstuk van de inwendige zending ter sprake zal worden gebracht. Als de praeses op 22 September de vraag stelt, of de inwendige zending ook een punt van discussie zal uitmaken, staat Wichern op en vraagt of hij het belang van dit werk mag. verdedigen. Het wordt hem toegestaan. In een improvisatie van vijf kwartier schildert hij dan de nood van het volk en de schuld van de Kerk en roept dan op tot daadwerkelijke bekering. De Kerk moet weer haar roeping verstaan en het Evangelie tot de mensen brengen. Hij maakt het woord, dat de Engelse opwekkingsprediker Wesley een eeuw te voren sprak, tot het zijne: Als de massa niet tot de Kerk komt, moet de Kerk tot de massa gaan! De Kerk moet weer haar roeping verstaan en niet slechts tot de gelovigen spreken maar vooral ook tot de ongelovigen. De hoeken der straten moeten kansels worden, zegt Wichern. Er moeten straatpredikers komen en er moeten geschriften worden verspreid. En de Kerk moet tonen óók een open oog te hebben voor de maatschappelijke nood van het volk. Woordverkondiging en barmhartigheidsbetoon moeten samengaan.
Geweldig is de indruk, die Wicherns woorden maken. Als hij uitgesproken is, rijst de zaal als één man overeind: de inwendige zending, de Innere Mission, wordt als programmapunt voor de vergadering aangenomen. En het resultaat is, dat een centraal comité voor inwendige zending wordt gesticht met M.A. von Bethmann Hollweg, die hoogleraar in de rechten was geweest en later minister werd, als voorzitter.
Zo begon een arbeid, die tot een onmetelijke zegen voor Duitsland en voor andere landen is geworden.

A. (Apeldoorn) H.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 maart 1958

De Wekker | 4 Pagina's

Johann Hinrich Wichern 1808—1958 (III)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 maart 1958

De Wekker | 4 Pagina's