Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De onontbeerlijke functie der Psalmen (III)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De onontbeerlijke functie der Psalmen (III)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Reacties II.
Een tweede schrijver over ons artikel onder bovengenoemd opschrift heeft een vraag, welke luidt: Zou het niet Schriftuurlijke eis zijn als onze Chr. Ger. Kerk enige gezangen, welke praktisch nooit in onze eredienst gezongen worden, zou omruilen voor enige gezangen, waarin de Nieuw-Testamentische kerk kon zingen (van) het lijden, sterven, de opstanding, de hemelvaart en de uitstorting van de Heilige Geest. Benevens het wondere schone „Te Deum".
De schrijver bedoelt met „enige gezangen, welke praktisch nooit gezongen worden", de berijmingen van de Twaalf artikelen en de bedezang voor de predikatie.
Tegen het afschaffen van de laatst genoemde „gezangen" is m.i. geen enkel bezwaar. Wij hebben ze nooit laten zingen. Het kan ons niet bekoren de Twaalf artikelen des geloofs te zingen. Ook niet in de eredienst.
Wij weten geen dingen te zeggen, welke we vroeger niet bespraken. De „gezangenkwestie" is er altijd nog. Kunnen wij spreken van een principiële kwestie?
Calvijn koos voor de Psalmen, niet voor het vrije lied, noch voor de hymnen der oude kerk. (Voorrede van zijn liturgie). Wij hebben liederen nodig, die heilig zijn, zegt hij.
Augustinus schreef dat niemand iets Gode waardigs kan zingen of hij moet het van God ontvangen hebben. Er zijn geen betere liederen dan de door God geïnspireerde Psalmen. Als wij deze zingen zijn wij zeker dat God ons de woorden in de mond legt, alsof Hijzelf in ons zong om Zijn eigen glorie te verhogen.
Dat durven wij van de gezangbundels zo maar niet te zeggen.
De onberijmde Psalmen zijn door de Heilige Geest geïnspireerd. Dit geldt dus ook voor Schriftgedeelten, als de lofzangen. (Luk. 1. e.a.).
Wij weten zeer goed dat de berijming niet geïnspireerd is. Maar wanneer er in die berijming fouten zijn, moet de kerk zorgen dat die worden weggenomen.
In elk geval zingen wij Gods eigen woord, wanneer wij de Psalmen of de berijmde Schriftgedeelten zingen.
De Psalmen zijn „het lied der gemeente van Christus".
In de Psalmen spreekt „de volheid van het leven der ware godsvrucht op een wijze, die de heilige zangen maakt tot de zang der heiligen" uit alle volk en tong en natie welke in Christus verenigd zijn." (Dr. Severijn).
De majesteit van het Woord spreke steeds in de samenkomsten der gemeenten". (Biesterveld).
Maar wij moeten deze zaak nu laten rusten. (Zie onze genoemde brochure)
Twee vragen moeten nog beantwoord worden.
Ten eerste of er bezwaar is bepaalde Schriftgedeelten gereed te maken voor de zang der gemeente. Natuurlijk is daar geen bezwaar tegen, want wij zingen reeds berijmde Schriftgedeelten. Gaarne zouden wij ook de Engelenzang zingen, maar wij hebben geen voorbeeld van berijming dat echt past bij de eredienst.
Wij kunnen ons rustig houden aan het besluit van de Gen. Synode der Chr. Ger. Kerk van 1836. Gewezen wordt op het zingen der Psalmen. Die moeten worden gebruikt. Dan mag ook gebruik gemaakt worden van liederen, welke men in de Bijbel vindt. Geweerd moeten worden de menselijke gezangen, opdat het werk van mensen niet gelijk gesteld wordt met werk van mannen, die gedreven werden door de Heilige Geest.
De tweede zaak is deze: zingen wij niet over Pasen, Hemelvaart, Uitstorting van de Heilige Geest, wanneer wij Psalmen zingen? Dit te stellen is een „ernstig misverstand". In de grote heilsfeiten, zien wij toch de vervulling van Gods heilsbeloften. De profetie „is nu meer actueel dan ooit tevoren". Wie mee redeneert over het tekort in de Psalmen (n.l. dat niet gezongen kan worden over genoemde heilsfeiten) speelt een gevaarlijke rol.
De Emmaüsgangers gevoelden dat hun harten brandende werden, toen Jezus de Schriften opende; die Schriften waren Schriften van het Oude Verbond.
Laten wij toch niet vergeten dat Christus de Auteur der Psalmen is.
De Geest des Heeren doet verstaan dat de heilsopenbaring in de Psalmen zo heel rijk is.
De levende Kerk zingt van Pasen, wanneer Psalm 16 gezongen wordt (Vergelijk Hand. 2) Van Hemelvaart. (47. 110) Van Pinkster. (46, 135, 118).
Maar de heerlijkheid van de heilsfeiten zou in de berijming, overeenkomstig de exegese, welke de Heilige Geest gegeven heeft, beter kunnen uitkomen.
Ook hierop hebben wij meermalen gewezen.
In een slotartikel nog enkele opmerkingen.

v.d.M.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 mei 1958

De Wekker | 4 Pagina's

De onontbeerlijke functie der Psalmen (III)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 mei 1958

De Wekker | 4 Pagina's