Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tweeërlei schuldbesef  (Schuldbesef VI)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tweeërlei schuldbesef (Schuldbesef VI)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als Paulus spreekt over de droefheid naar God heeft hij het tevens over de droefheid der wereld. Er is tussen deze beide een onoverbrugbare kloof. Die kloof komt openbaar bij al de vier bestanddelen van 't schriftuurlijke schuldbesef. Het echte schuldbesef komt op uit het geloof. Het heeft altijd te doen met God in de Heere Jezus Christus. In Christus openbaarde God hoe Hij oordeelt over de zonde.
Christus was de Enige, veelgeliefde Zoon van de Vader. Indien God enige reden had om de straf te matigen dan toch wel bij Zijn Zoon. Toch deed Hij dit niet. Hij spaarde Zijn eigen kind niets van de straf op de zonde. De zondaar had de bittere smadelijke dood van het kruis verdiend. Daarom moest Christus deze ten volle ondergaan.
Aan datzelfde kruis openbaart God echter ook Zijn liefde en de rijkdom van Zijn barmhartigheid. Reeds in een vorig artikel werd gezegd dat Gods gerechtigheid en barmhartigheid een eenheid zijn in Christus en nimmer tegen elkander mogen uitgespeeld worden.
Dit is nu het verschrikkelijke van de droefheid der wereld, dat zij niet aanvaardt wat God aangaande zichzelf en ons geopenbaard heeft. Zij heeft aangaande de mens èn aangaande God andere voorstellingen.
De verdorvenheid van de mens wordt onderschat. Gods heiligheid benadrukt ten koste van Zijn barmhartigheid of omgekeerd. Derhalve krijgt men een God, die óf niet bereid is tot vergeven óf alles vergeeft ten koste van Zijn heiligheid.
Voorts komt de kloof tussen droefheid naar God en droefheid der wereld openbaar in de droefheid over de schuld. Bij de droefheid naar God wordt erover geklaagd, dat wij Gods recht hebben geschonden. Zijn liefde vervloekend en Zijn naam smaadheid aangedaan. Hartelijk wordt ingestemd met de klacht van David: Tegen u alleen heb ik gezondigd, en gedaan wat kwaad was in uw ogen.
Bij de droefheid der wereld niets van dat al. Men draagt leed over de gevolgen der zonde, niet over het karakter. Men vindt het lastig en vervelend, dat men zichzelf in zulke moeilijke omstandigheden heeft gebracht. Eigenlijk gaat het er alleen om dat het eigen lieve ik is gekrenkt. Kaïn en Judas waren bedroefd en schreeuwden luid. Het ging hen echter in hun droefheid alleen erom dat hun eigen levensidealen vernietigd waren. Daarom bogen zij niet in schuldbewustzijn voor God en vroegen Hem niet om vergiffenis.
Dan valt te wijzen op het verschil in belijdenis van schuld. Judas en Kaïn schreeuwden hun schuld uit. Zij dachten daarmee af te raken van hun angsten en kwellingen. Daarom is zulk 'n schuldbelijdenis een belijdenis met de rug naar God toe. God wordt niet in het gelijk gesteld. Juist het tegenovergestelde.
Heel diep in het hart wordt óf God de schuld gegeven of de omgeving en de omstandigheden.
Hiertegenover keert de ware schuldbelijder zich naar God toe. Hij heeft te doen met de God der Openbaring. De God, die zich liet kennen als een rechtvaardig Rechter, maar ook als een genadig Vader. Dat doet hem enerzijds diep buigen en anderzijds hopen. De verloren zoon had daarom behoefte zijn schuld te belijden. Toch weet hij tegen wien hij gezondigd heeft. Daarom zegt hij: Vader, ik heb gezondigd. Dit schuldbesef heeft behoefte aan vergeving. Het gaat belijden, maar het kan ook niet zonder dat het de vergiffenis heeft ontvangen. Dat is een echt schriftuurlijk kenmerk van het ware schuldbesef. De Geest, die het ware geloof werkt drijft naar Christus. En al heeft het voor de Christus zelf nog geen oog, toch gaat de bede op om vergeving. Wil men in deze zin spreken van schuldbesef voor het geloof, akkoord. Als men dan maar nimmer vergeet, dat dit schuldbesef toch vrucht is van het ware geloof. Zij het dat dit geloof nog niet is uitgegroeid en nog niet gekomen is tot de bewuste overgave aan Christus.
Deze droefheid en deze schuldbelijdenis is een bekering tot zaligheid. D.w.z. een bekering, die de zaligheid zeker met zich meebrengt. Daarom is deze bekering tot zaligheid onberouwelijk, want zij is uit God de H. Geest en heeft de zaligheid tot doel.
Tenslotte is er onderscheid in de droefheid naar God en de droefheid naar de wereld wat betreft de terugkeer uit onze zonden. De droefheid der wereld haat de zonde niet. Zij laat ze niet los. Zij blijft vijandig tegenover God staan.
Bij de droefheid naar God is het echter anders. Daar voltrekt zich een scheiding. We komen al vijandiger tegenover de zonde te staan en zoeken uit haar los te komen. We doen haar nog wel maar kunnen ons element er niet meer in vinden. We laten haar omdat God haar haat. We zien haar in het licht waarin God haar ziet. Daarom leeft in ons hart de innige bede dat we uit haar banden verlost worden. En waar dat is, daar komen we God al nader. De verloren zoon ging naar huis. En, o, wonder, hij wilde zich werpen aan de voeten van zijn vader. Maar zijn vader ontving hem in zijn armen. Daar mocht hij schuld belijden. Toen kreeg hij een plaats in het huis van zijn vader en aan zijn vaders hart.

Hgvn. (Hoogeveen) K.J.V.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 juni 1958

De Wekker | 4 Pagina's

Tweeërlei schuldbesef  (Schuldbesef VI)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 juni 1958

De Wekker | 4 Pagina's