Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Vrijmaking (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Vrijmaking (I)

Inleiding

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het terrein, dat wij betreden
Het is niet buitengesloten, dat iemand, dit opschrift lezende, het vermoeden gaat koesteren, dat een bekend gebeuren uit de veertiger jaren op kerkelijk erf aan de orde wordt gesteld.
Wie ook maar aandacht aan dit en volgende stukjes wil wijden, wordt verzocht zijn denken in geheel andere richting te leiden en met ons op een ander— ik vind veel belangrijker — terrein te verwijlen.
's Is helaas waar, dat menigeen op dit terrein een vreemdeling is en dat is erg, maar overdenkt men graag de rijkdom van Gods genade en gaat het waarachtig welzijn U ter harte, dan is het goed er te toeven. Het gaat n.l. over het deelachtig worden van de volkomen verlossing, welke daar is in onze Heere Jezus Christus. Met andere woorden: wij willen graag wat rondblikken op het terrein van het bevindelijke leven, en dan de grootste van 's Heeren weldaden overdenken, welke Zijn kinderen genieten, althans kunnen deelachtig worden, n.l. de bewuste vrijmaking van de zondaar, de vrijmaking van alle banden: van schuld en zonde, van duivel en dood van alle onrust en aanklacht zelfs van het geweten.
Een onderwerp dus, zeer rijk van inhoud; dat handelt over een allerzaligst goed; waarin de genade des Heeren wel allerheerlijkst blinkt, en dat wel allermeest vandaag het diepst begeren van een ieder vertolken moest. Welke „beleving" kan ooit met deze „vrijmaking" gelijk worden gesteld?

Toch orakeltaal?
Want hoe is het niet zelden? Ofschoon door oud en jong de vrijheid op allerlei terrein als een nimmer genoeg te waarderen goed wordt geprezen, waarvan ieder zegt haar te beminnen, als het over deze vrijmaking gaat, treedt bijna terstond aan de dag, dat zij waarlijk noch door ieder begeerd, noch in haar wezenlijke betekenis wordt doorzien.
De Heere Jezus Zelf ervoer dit. Ook Hij sprak over dit grote heilgoed. Lees Johannes 8 daar eens op na. „Indien gij in Mijn Woord blijft, zo zijt gij waarlijk mijn discipelen, en zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal U vrijmaken"- Doch hoe reageerden de Joden — toch zulken, „die in Hem geloofden" — daarop? „Wij zijn Abrahams zaad, en hebben nooit iemand gediend; hoe zegt Gij dan: Gij zult vrij worden?" Ze begrepen er niets van. Vrijgemaakt worden? We zijn vrij! Gelukkig gaf de Heiland nadere verklaring. We stippen daaruit aan: „Een iegelijk, die de zonde doet, is een dienstknecht der zonde; en: Indien dan de Zoon U zal vrijgemaakt hebben, zo zult gij waarlijk vrij zijn." Maar wij begrijpen het nu, waarom de vrijmaking werkelijk lang niet aller begeren is; waarom ook de beleving van deze grootste van alle weldaden zo heel spaarzamelijk wordt gevonden, want nauwelijks hoort men er van spreken. Het is de jammer, de gebondenheid, de ergste slavernij, welke vooraf gekend zal moeten worden. Terecht zeide eens Jobs beste vriend omtrent de Heere: Hij zal de ellendige in zijn ellende vrijmaken (36:15).

Woord met gouden klank.
Want meteen is nu verklaard, waarom er anderen zijn, bij wie al het verlangen van het hart naar deze zegen uitgaat. Reeds het woord „vrijmaking" heeft voor hen een gouden klank. Haar bij bevinding te kennen, dat is wel het hoogste en, ofschoon dankbaar voor hetgeen hun reeds geschonken werd, daar hunkert men naar, meer dan naar enig ander goed.
Waar wij de zodanigen moeten zoeken? Onder hen, wien nog alle vertroosting van 's Heeren genade ontbreekt? Die nooit konden roemen in enig heil, hun geschied? Voor wie de Heere Jezus in feite nog een vreemde is? 'k Geloof het niet.
Veeleer moet worden gedacht aan dezulken, die in hun nood wel eens de deur van genade zagen opengaan. Wel reeds van harte leerden geloven, dat de Heere goedertieren is. Aanvankelijk zelfs de Heiland leerden kennen en onuitsprekelijk grote zaligheid in Hem mochten zien. Die kunnen spreken van verborgen omgang met God en daarin naar Zijn Vreeverbond zalige heilsgeheimen zich getoond zagen.
Doch wat ontbreekt hun dan nog? Hoort, hoe zij — ja, juist zij — zo graag belijden diep in het hart nog vaak onrust te gevoelen. Dat het geweten heus nog niet tot volle vrede kwam. Dat zondeschuld en zondemacht nog hun leven zo vaak verduisteren en de blijdschap hun benemen. Dat zij het antwoord missen om satan en ongeloof tot zwijgen te brengen, als deze hen zo fel bestrijden. Dat 's Heeren Wet nog zo veroordelend tegenover hen staat, al hebben zij lust in haar. Dat de dood eigenlijk nog zo grote angst hun aanjaagt.
Vooral deze zijn het, die als zij nu horen van de „vrijmaking", zeggen: ja, die ontbreekt mij nog. Ik behoef niet te ontkennen de werking van de Heilige Geest in mij te bevinden. Ik weet van troost in allerlei benauwdheid te spreken; van de kracht van Gods Woord in mijn leven; van levend contact met de Heere, vooral ook in het gebed. Maar met dat al gevoel ik mij toch ook nog zo gebonden vaak, nog met vele „vrezen" bevangen. Wist ik mij toch maar vrij, waarlijk vrij, geheel vrij.
Dat dit heilgoed ons deel kan zijn, valt voor velen misschien nauwelijks te geloven, en toch: het is door genade dat de Heere het schenkt.
In een reeks korte stukjes, wellicht een tiental, willen wij er iets van zeggen. Eerst letten wij op de plaats van de vrijmaking in het raam van geheel de geloofsleer. Dan spreken we over enkele delen ervan. Ten slotte komt nog haar betekenis voor het christelijk leven kort aan de orde.

Mb. (Middelburg) S.v.d.M.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 juli 1958

De Wekker | 4 Pagina's

De Vrijmaking (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 juli 1958

De Wekker | 4 Pagina's