Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De kinderdoop in geding (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De kinderdoop in geding (1)

Doperse critiek

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er zijn verschillende christenen, die de kinderdoop afwijzen. Onder hen bevindt zich de vermaarde theoloog Karl Barth. Dan zijn er de Baptisten, die in Nederland maar een kleine groep vormen, maar in Amerika miljoenen leden tellen. In diverse sekten en stromingen treft men tegenstanders van de kinderdoop aan. De kring Hoekendijk doet momenteel nogal van zich spreken, en de Synode van de Geref. Kerken heeft zich onlangs genoopt gezien om een uitspraak te doen over het „overdopen", dat hier in praktijk wordt gebracht.
Het is geen wonder, dat iets dergelijks op kerkelijke vergaderingen aan de orde komt. Het zijn niet alleen de theologen, die zich met een onderwerp als de kinderdoop bezig houden. De gehele kerk van Christus heeft groot belang bij een zuivere visie op het sacrament van de doop en wat daarmee samenhangt. Dat raakt het leven des geloofs!
Als wij de achtergronden nagaan van de kritiek op de kinderdoop, en letten op de motieven, die tot verwerping ervan leiden, valt het ons op, dat er overeenkomst is met de argumenten van de Wederdopers en Doopsgezinden uit de eeuw van de Reformatie.
De Dopersen zijn wel de felste bestrijders van de kinderdoop geweest.
Zij vonden de hervormers niet radicaal genoeg, en streefden naar een volstrekte scheiding van kerk en wereld, genade en natuur, bekeerden en onbekeerden. Terwijl de R.K. kerk het hoe langer hoe meer in uiterlijkheden zocht, legden zij alle nadruk op het innerlijke. Zij aanvaardden het gezag van de H. Schrift wel, maar gingen bij het lezen ervan uit van het „innerlijke licht".
In 1524 begonnen zij tegen de kinderdoop te ageren. De doop in de Roomse kerk was in hun ogen ongeldig, want hoe kon de heilige doop door onheilige priesters in eon onheilige kerk worden bediend? Maar zij wilden ook niet weten van de doop van de kinderen der gelovigen in de kerken der Reformatie, omdat de kleine kinderen naar hun opvatting nog niet konden geloven, en daarom ook niet tot de heilige gemeente Gods behoorden. Daarvoor moest iemand eerst getuigenis kunnen afleggen van zijn geloof.
Deze doop na belijdenis, die praktisch altijd een herdoop was van personen, die als kinderen al gedoopt waren, was het voornaamste kenmerk van de Doperse beweging. Vandaar ook de naam Anabaptisten of Wederdopers
Wat er zich omstreeks het jaar 1535 in de stad Munster heeft afgespeeld, is een zeer donkere bladzijde uit de geschiedenis van het Anabaptisme. Maar wij kunnen dat in dit verband laten rusten.
Na de val van Munster heeft Menno Simons zijn verstrooide geestverwanten verzameld. Naar hem worden ze dan ook wel Mennisten genoemd. Deze Dopersen of Doopsgezinden gedroegen zich geheel anders dan de revolutionaire stichters van het „koninkrijk Zion". Maar er is geen principieel verschil, en Menno beschouwde hen dan ook als zijn „lieve broeders".
Uit verschillende godsdienstgesprekken, die in de zestiende eeuw gehouden zijn en uit de geschriften van Menno Simons en anderen blijkt wel, hoezeer deze Dopersen gekant waren tegen de kinderdoop. Volgens Menno was deze niets anders dan een ceremonie van de Antichrist! Hij en de zijnen zullen deze doop niet alleen met hun woord, maar ook met hun goed en bloed tegenstaan. En waarom?
Omdat de orde van de H. Schrift is: geloof - doop. En de kinderen kunnen niet geloven en wedergeboren worden, zoals „het vernuft" leert. De doop is het teken van geloof en boetvaardigheid en de afbeelding van de wedergeboorte. Men moet wedergeboren zijn om gedoopt te kunnen worden, en dat zijn de kinderen nog niet.
De Gereformeerden zijn het antwoord niet schuldig gebleven. Zij hebben duidelijk in het licht gesteld, dat de doop van de kinderen der gelovigen „geenszins verstoken is van Gods gezag" (Calvijn).
Een van hun argumenten is, dat ook de kinderen wel wedergeboren kunnen worden, en dat zij soms ook werkelijk wedergeboren zijn. De genade van Christus en het werk van de Heilige Geest zijn niet tot een bepaalde leeftijd te beperken.
Zij hadden echter nog wel sterkere gronden. Zij beriepen zich met name op het feit, dat God Zijn verbond heeft opgericht met Abraham en zijn zaad en dat de verbondsbelofte ook in de nieuwe bedeling voor de gelovigen en voor hun kinderen is.
De Dopersen hadden geen oog voor de heerlijkheid van het verbond der genade. En zij miskenden de eenheid van het oude en het nieuwe verbond.
Na Calvijn moet vooral Guido de Brès worden genoemd. Hij heeft de kerk in de Nederlanden tegen de Doperse dwalingen gewaarschuwd in zijn boek: „La racine, source et fondement des Anabaptistes" (1565), dat enkele jaren later vertaald werd onder de titel: „De wortel, den oorspronck ende het fondament der Wederdooperen ofte Herdooperen van onsen tijde".
Daarin gaf hij tevens een heldere uiteenzetting van de reformatorische leer van verbond en doop.
In onze Ned. Geloofsbelijdenis, waarvan De Brès de opsteller en Calvijn de geestelijke vader is, vinden wij in art. 34 de neerslag van dit conflict met de Dopersen. De herdoop wordt veroordeeld, want deze is in strijd met het karakter van de heilige doop. En de kinderdoop wordt gehandhaafd, want de verbondsbelofte komt ook onze kinderen toe, en het heil is ook voor hen bestemd: „En voorwaar, Christus heeft Zijn bloed niet minder vergoten om de kinderkens der gelovigen te wassen, dan Hij gedaan heeft om de volwassenen".
Wij hebben nog 'n belijdenisgeschrift, waarin de kerk zich ondubbelzinnig uitspreekt voor de kinderdoop: de Heid. Catechismus. Het antwoord op de vraag: Zal men ook de jonge kinderen dopen? is een volmondig: Ja. En dat wordt gemotiveerd!
En wij mogen wel dankbaar zijn, dat de kerk der Reformatie in de strijd met Wederdopers en Doopsgezinden tot deze positieve belijdenis gekomen is.

Van Genderen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 september 1958

De Wekker | 4 Pagina's

De kinderdoop in geding (1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 september 1958

De Wekker | 4 Pagina's