Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Getuigen van Jehova (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Getuigen van Jehova (I)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is de taak van de kerk en de roeping van elk gelovige om de geesten te beproeven, of zij uit God zijn.
„Geliefden!" schreef Johannes aan de gelovigen van zijn dagen, „gelooft niet een iegelijke geest, maar beproeft de geesten, of zij uit God zijn; want vele valse profeten zijn uitgegaan in de wereld".
Was er in die tijd van de eerste christelijke kerk reden voor deze apostolische waarschuwing, thans geldt dit nog meer. Want 't aantal „geesten" in de wereld is eerder groter dan kleiner geworden. Telkens weer staan er nieuwe profeten op, die zich tooien met de naam van Christus en zich beroepen op het woord van God. Zij dienen zich aan als ware profeten, die ingeleid zijn in de geheimen Gods en beweren de enig juiste weg der waarheid aan te wijzen.
Onder deze „geesten", die beproefd dienen te worden, neemt de organisatie van „Getuigen van Jehova" een belangrijke plaats in. Ik stel mij voor, dat iedere Wekker-lezer van deze naam gehoord heeft, en dat wij allen wel eens kennis gemaakt hebben met deze getuigen. Want zij laten het goed merken, dat zij er zijn. Ze ontplooien een geweldige activiteit, die vele kerkgangers beschaamd maakt. Wat staan de leden der kerk al te weinig als levende getuigen in de wereld. Wat kan men soms op fabriek en kantoor, in trein en kazerne, in één woord op het publieke terrein van het leven, zich het evangelie van Christus schamen. Dan zwijgt de mond, waar men spreken moest.
Maar deze getuigen van Jehova spelen geen schuilevinkje. Op de hoek van een drukke straat, midden in het publiek, kunt ge ze zien staan, de man, de vrouw, maar ook jongens en meisjes, met „De Wachttoren". Soms lopen ze in groepen, of als eenden achter elkaar, over de straat met grote borden, versierd met opschriften, op borst of rug. Ook gaan zij van deur tot deur, meest op Zondag, om hun boodschap te brengen. Met grote vrijmoedigheid bellen ze bij u aan en overrompelen u met hun vragen: of u belang stelt in de bijbel? Of u weet dat het Koninkrijk Gods spoedig komt? Of u al behouden bent? Vragen, die zo op het eerste moment aanslaan en tot nadenken roepen. En wanneer men dan een gesprek met hen begint, is men zo maar niet van ze af. Dan volgt er een vloed van woorden en bijbelteksten. Want deze mensen zijn zeer goed thuis in de bijbel, of juister gezegd, hun bijbel; de bijbel zoals zij die zien en verklaren.
Onderschat deze Jehova-getuigen niet. Ze hebben meer invloed en maken door hun krachtige propaganda en geslepen tactiek meer slachtoffers, dan gij vermoeden zoudt. En dat niet alleen onder niet-kerkgangers, maar ook onder kerkgangers. Ook uit onze rijen hebben zij hun getuigen gerecruteerd. En niet de eersten de besten. Er zijn mensen onder, die 'n vooraanstaande plaats innamen in verenigings- en kerkelijk leven, en nu totaal verstrikt zijn in de leerstellingen van deze geestesrichting.
Daarom dienen wij ernstig op onze hoede te zijn en er voor te zorgen, dat onze geestelijke wapenrusting in orde is. Duidelijk wordt ons dat voorgehouden in het boek van William J. Schnell: „Dertig jaar in de greep der Jehova-getuigen". Een aangrijpend boek, waarin de schrijver tekent hoe hij na dertig jaar door Gods genade bevrijd werd uit de slavernij van wat hij noemt: „een van de meest totalitaire systemen der twintigste eeuw".
Wat is dan die organisatie en wat wil deze organisatie van Jehova-getuigen?
Waar komt deze organisatie vandaan?
De oorsprong van deze organisatie ligt in Amerika, het land dat niet alleen in technisch opzicht, maar ook in godsdienstig opzicht duizend-en-één mogelijkheden telt. De Amerikaanse massa-geest schijnt bijzonder vatbaar te zijn voor allerlei wind van leer. Amerika is het land van de reclame, niet alleen voor een nieuw merk automobiel, maar ook voor een nieuw godsdienstig inzicht.
De stichter of geestelijke vader van de Jehova-getuigen is Charles Taze Russell, naar wie de getuigen in de eerste jaren van hun bestaan ook wel Russellisten werden genoemd. Hij leefde van 1852 tot 1916 en was koopman van beroep. Oorspronkelijk was Russell lid van de Presbyteriaanse kerk, die de Westminsterse Belijdenis, een (Gereformeerde Belijdenis, een Gereformeerde Belijdenis, erkent. Hij is dus kerkelijk in calvinistische geest opgevoed. Maar helaas is hij reeds jong deze belijdenis ontrouw geworden. Toen Russell 17 jaar was, dus nog maar even op de drempel van een gevestigde geloofsovertuiging, kwam hij in botsing met de leer van zijn kerk. Vooral keerde hij zich met kracht tegen de leer van de eeuwige rampzaligheid. Hij kon het niet langer geloven dat er voor de ongelovigen en goddelozen een eeuwige straf is weggelegd. En, radikaal als de jeugd is, keerde hij zijn kerk de rug toe.
Nu ging Russell op eigen gelegenheid de Bijbel onderzoeken, los van alle kerkelijke theologie en traditie. Dat lijkt zo mooi om alleen, op eigen houtje, het woord van God te onderzoeken. Ook nu kunt ge van verschillende kanten die roep horen: weg met alle kerkelijke verklaringen en terug naar de Bijbel, naar het naakte woord van God. Maar dat bergt een groot gevaar in zich, dat men eigen uitleg gaat zien als Geestes-uitleg. En aan dat gevaar is Russell niet ontkomen. Hij beweerde zelfs, een bijzondere werking van de „geest" ontvangen te hebben, en tal van bijzondere openbaringen. Hij werd z.g.n. ingeleid in de geheimen van de Bijbel en ontdekte het plan Gods, dat in de Schrift verborgen is.
Na verloop van vijf jaar kwam Russel in zoverre klaar, dat hij het plan Gods met de wereld nu helder doorzag en in 1874 publiceerde hij zijn eerste geschrift: Het doel en de wijze van 's Heren wederkomst. Als de verlichte ziener voelde hij zich vanzelfsprekend geroepen om nu dat plan Gods, dat hem zo wonderlijk geopenbaard was, aan alle mensen te verkondigen. En met enorme energie heeft Russell door woord en geschrift zijn opvattingen de wereld van zijn tijd ingedragen. Al spoedig begon hij met de uitgave van een tijdschrift: „De Wachttoren", dat nog steeds onder deze naam verspreid wordt, 't Gelukte hem in Amerika door onvermoeide propaganda een grote aanhang te verkrijgen. Er werd een eigen Centrum gesticht in Brooklyn. Daar klopt, nog steeds, het hart van de beweging. En vandaar werden de ideeën van Russell ook naar Europa geëxporteerd. In Zurich werd een Centraalbureau voor ons werelddeel ingericht. Vooral in Duitsland won deze organisatie grote aanhang. Maar ook in ons land vond deze beweging ingang.
Amsterdam is nu het centrum van de Jehova-getuigen. In Augustus 1945 is hier een congres gehouden, waar ruim vier duizend bezoekers aanwezig waren. 275 nieuwelingen werden daar gedoopt in het Sportfondsenbad. En sindsdien hebben zij in tal van plaatsen van ons land Koninkrijkszalen gesticht, waar de Jehovagetuigen vergaderden en zich versterken voor hun propaganda.
Jehova-getuigen noemen zij zich. Hoe komen ze aan die naam? Daarover in een volgend artikel.

A. (Amsterdam) Nieuwenhuijze.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 november 1958

De Wekker | 4 Pagina's

Getuigen van Jehova (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 november 1958

De Wekker | 4 Pagina's