Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een haasten naar het feest!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een haasten naar het feest!

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

En zij kwamen met haast en vonden...... Lukas 2:16a

Er zijn tijden in het leven, dat het gelovig hart haast heeft!
Zeker wij weten, dat alle haast niet altijd goed is! We kennen het gezegde, en het komt maar al te vaak uit, dat haastige spoed zelden goed is!
Wat met al te grote haast door ons in elkaar gezet wordt, draagt dikwijls de sporen van het ondoordachte, van het daarom niet-duurzaam-zijn!
De opbouw van Gods eeuwige tempel, waarin het loflied der eeuwigheid volmaakt Hem prijzen zal, draagt dan ook nimmer de sporen van haastwerk!
Hij, die het gehele bouwwerk naar Zijn vast gemaakt bestek in eeuwigheid doet rijzen en daartoe in Zion een uiterste hoeksteen legt, laat bij monde van Jesaja ons dan ook horen dat andere woord: wie gelooft, die zal niet haasten!
Zo wordt het werk Gods ook in het groeiproces van het leven van het geloof in de Schrift ons nergens getekend in beelden, die doen denken aan een zekere „revolutie-bouw", maar veelmeer in beelden aan de natuur ontleend, waar uit het levende zaad eerst voortkomt de halm en dan de aar en dan het volle koren in de aar.
En toch lezen we op het Kerstfeest van mensen, die haast hebben, van brandende harten van herders, die haast hebben. Voor hen is de smalle kronkelweg door de velden te lang en ze gaan dwars door het veld recht op hun doel af. Ze nemen de kortste weg om waar ze hoorders van het blijde evangelie mochten zijn, nu ook aanschouwers te worden van dat heil!
Wonderlijk is deze schoonste aller nachten voor hen geweest.
Deze eenvoudigen, die in het maatschappelijk leven van hun dagen maar een heel lage plaats innamen, ze behoorden tot hen, die zich niet troosten konden met de schijnwelvaart onder de Romeinse bezetting, noch met de vormelijke vroomheid van hun godsdienstige leiders.
In de stille nachten op het eenzame veld bleef er maar één hoop, één mogelijkheid open, dat God zijn verlossing zou neerzenden, die God, die het al zoveel eeuwen beloofd had!
En God heeft gedacht aan Zijn genade, Zijn trouw aan Israël nooit gekrenkt.
In deze nacht is het Woord vlees geworden, en kwam om onder ons te wonen!
God vervult de belofte van de paradijspoorten af gegeven. Hij heeft hulp besteld bij deze Held. Hij zal dat gehele werk volbrengen, nodig ter verlossing van zondaren, die gebonden in banden van de dood, buiten de gemeenschap Gods het leven derven.
En als daar in het stille Bethlehem, Gods liefdevolle hand de Zoon van God, geboren uit een vrouw, legt op schamel stro in de krib, dan gaat de hemel open.
Dan zijn het niet vele rijken of edelen, maar dan zijn het deze oprechten van hart, die verkoren zijn om de eerste hoorders te worden van dat blijde evangelie: Zie ik verkondig u grote blijdschap.... namelijk dat u heden geboren is de Zaligmaker, welke is Christus de Heere, in de stad Davids. En dit zal u het teken zijn, ge zult het Kindeke vinden in doeken gewonden en liggende in de kribbe!
Straks is de hemelzang verklonken en de hemelglanzen zijn gedoofd.
De nacht valt weer over het veld van Efrata, de verschrikte schapen leggen zich, het wachtvuur moet nodig wat opgegooid worden en daar staan ze, die enkele kleine mensen onder Gods grote hemel en in Bethlehem blijft alles zwijgen! Is er wel iets veranderd?
Deze herders, deze verbeidende harten, ze hebben het Woord gehoord, door Gods dienstknecht hen verkondigd. En met dat Woord moeten zij het in deze Kerstnacht doen!
U bent misschien wel eens op het Kerstfeest jaloers geweest op deze mensen. Zij konden naar Bethlehem gaan en met hun ogen zien en knielen bij de kribbe! Maar dezelfde genadige God laat ook op dit Kerstfeest persoonlijk tot u deze blijde boodschap brengen!
En wat doet u, wat doen wij op dit feest van Gods wondere genade nu met dit woord?
Wat deden die herders er mee?
Gingen ze er eens voor zitten bij hun wachtvuur, om er over te praten?
Zeiden ze tot elkaar, wat is dat rijk, wat is dat heerlijk dat er nu een Zaligmaker is?
Hebben zij hun hoofd geschud en gezegd: ja, maar.... dat kan toch niet waar zijn en dat voor òns?
Zeiden ze, dan moeten we morgenochtend toch maar eens even gaan kijken of het zo is?
Zalig gij die geloofd hebt, al scheen het nog zo ongeloofelijk voor U!
Wat nemen wij veel de geweldige boodschap van Gods genade voor kennisgeving aan! Wij „geloven" het wel!
Maar waar zijn de hunkerende harten, die omdat de banden knellen, omdat ze van hun gemis niet leven kunnen, haast krijgen!
Haast, omdat ze gelovig werkzaam met dit woord, door de liefde gedreven worden naar Hem, die Ene, die Zaligmaker, buiten wie het voor hen verloren is!
Haast omdat ze, de belofte zelf uit Zijn mond horend, zien willen, zien de inhoud van de belofte, de Beloofde zelf! Haast omdat ze als het staal naar de magneet getrokken worden, door de liefde van Hem, die daar in zijn vernedering ligt en komt om hen, die armen van hart, te troosten!
We kunnen rijk zijn met de belofte en zingen van het geboren Kind op het Kerstfeest en toch rustig blijven daar buiten op onze duistere levensvelden waar we onszelf nog zo best redden kunnen!
Maar als het u werkelijk om Hem te doen is, en dit blijde evangelie een heilbegeerte wekt in uw hart, ga dan, die geboren Koning wacht op u, opdat gij daar komende, zoals ge zijt, Hem vinden zult, zoals Hij is!
Gij, zoals gij zijt!
Die herders gingen niet eerst naar huis om zich wat op te knappen!
Zoals ge zijt, met al de beschuldiging van uw hart, met al de strijd van uw leven, maar met dat belofte-woord van Gods rijke genade gelovig dragend, in uw hart!
Dan zult ook gij vinden! Omdat ge gevonden zijt! Vinden die Koning, waar het oog des geloofs zien mag in al zijn armoede, die volle rijkdom van Gods genade voor u!
Nog valt dat schamele licht uit de open stalpoort in de duisternis van onze wereld! Velen gaan er aan voorbij!
En gij?
Zij kwamen met haast, en vonden! Kerstfeest! Christusfeest!
Mijn God u zal ik eeuwig loven, omdat GIJ 't hebt gedaan!

R. (Rotterdam) de B.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 december 1958

De Wekker | 4 Pagina's

Een haasten naar het feest!

Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 december 1958

De Wekker | 4 Pagina's