Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ten dis geleid III

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ten dis geleid III

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Unio Mystica.
U zoudt deze woorden kunnen overzetten door: bevindelijk beleven van wat wij in Christus hebben.
Mystiek is nu eenmaal een groot woord van een nog veel grotere zaak. Nu gaat het ons hier niet om het woord, maar het gaat ons hier wel om de zaak. Het is buiten kijf, dat zodra als sommigen het woord „mystiek" horen, zij dadelijk een wee gevoel of moet ik zeggen een afkerig gevoel krijgen. Er zijn er, die te spoedig spreken van „dopers", „labadistisch", „ziekelijk", „neveldijkmensjes". Maar het staat te vrezen, dat door deze te oppervlakkige beoordeling het gevaar al groter wordt, dat we bezig zijn het kind én het badwater weg te werpen.
Het zo innig tedere woord van de Heiland: „Ik zal tot U inkomen en avondmaal met U houden en gij met mij", is nu eenmaal geen zaak, die je in een ijsgrot leert. En toch is er een richting in het theologisch denken, die in haar profetenmantel en met haar professorale baret een te wetenschappelijk of wilt ge een te oppervlakkige beschouwing indraagt in de mystiek van des christens innerlijk leven.
Deze mystieke inslag, die bij velen zo grote schuchterheid oproept ten tijde des Avondmaals, wordt door deze richting niet direct miskend, maar nog veel minder gewaardeerd.
Hier kan men bemerken, dat Gereformeerde rechtzinnigheid soms blijkt een gemakkelijk apparaat te zijn om wel de drie stukken: „ellende, verlossing en dankbaarheid" te aanvaarden, maar ze tegelijk te zetten in het vakje van een dogmatisch systeem. Het raakt het leven der ziel niet. Het wordt een opgezet christendom.
Nu is het mijn bedoeling niet om een vergelijk te treffen tussen de vrijmoedigheid of moet ik zeggen vrijpostigheid, waarmede sommigen ten heiligen dis naderen, en de grote schroom en angstvalligheid, waarmede de avondmaalstafel door anderen wordt omtuind.
Soms kan men de gedachte moeilijk kwijt worden, dat er zijn ten ure des avondmaals, voor wie de avondmaalstafel is als de berg der wet, die ompaald moest worden vanwege de donder en de bliksem, die de heiligheden des Heeren Heeren begeleidden. Immers, wanneer de Allerhoogste afdaalt op de berg Sinaï, zo lezen we de dreiging, dat al wie de berg aanroert zal zekerlijk gedood worden. (Ex. 19 :12B). Het is deze dreiging, die blijkbaar de schuchterheid verdubbelt bij hen, die nooit ten dis toetreden.
En als deze schuchtere en bestreden zielen de volle avondmaalstafels overzien, zo kunnen zij zulk een ure moeilijk als zuiver goud, gelouterd zevenmaal, op de schaal des Heeren zien gewogen.
Nu kan ik zulk een visie verstaan.
Ik weet veel te goed, dat dit hooggestemd ideaal, dat naar het gelouterd goud zoekt, niet altijd en overal de werkelijkheid van het innig geestelijk leven dekt. De Gereformeerde confessie spreekt niet zonder grote oorzaak van „hypocrieten", die in de Kerk zijn (art. 29 confessie).
Meent niet dat een hypocriet een historisch gelovige is, die belijdenis „van de Waarheid" gedaan heeft in voorwerpelijke zin. Zulk een oppervlakkig belijden, zulk een van „buiten" geleerd lesje kent onze Gereformeerde belijdenis nergens. Belijden en belijdenis is, naar Schrift en confessie geoordeeld, altijd een zaak van diep en ernstig zelfonderzoek. Ziet U het woord „belijden" maar eens na in de Heilige Schrift en onderzoek dan tevens, hoe diezelfde Schrift spreekt over „de Waarheid". Wie dit heeft gedaan in heilige ernst is voor goed genezen om al te gemakkelijk te gewagen van „belijdenis der waarheid" in tegenstelling van „belijdenis des geloofs".
Onze belijdenis kent slechts tweeërlei soort van belijders: iemand is óf een waar gelovige, óf hij is een huichelaar. Juist dat woord „hypocriet" betekent: „huichelaar, geveinsde, komediant". Zulk een neemt de gedaante van een gelovige, de gedaante der godzaligheid aan. Zulk een is van buiten alles, maar hij is van binnen vol doodsbeenderen. Alles is zulk een wat aan de kerk van buiten schoonheid geeft, maar er was geen geest in hem of haar. Voor mensen alles, voor God niets. Ik geloof daarom niet, dat wij het meetsnoer juist hanteren, als wij de zo slecht bezette, tegenover de volle avondmaalstafels opwegen, en getallen naast getallen plaatsen.
Allereerst heeft elke Avondmaalganger te bedenken, dat ieder voor zich zelf Gode rekenschap zal geven. Het „ben ik het, Heere", heeft vooral in de ure des avondmaals veel te zeggen.
Er zijn er, die meer kijken naar hen, die aanzitten, dan naar zich zelf, óf naar anderen, die wegblijven.
Dit is wel de slechtste methode, die wij ten tijde des avondmaals kunnen volgen. Wij moeten het maar nooit te druk hebben over anderen, als wij ons zelf overslaan.
Daarom moet ieder, die de weg wil vinden naar de Heilige dis, zich eerst stellen voor de vierschaar van Gods Woord.
Wanneer wij nu Gods Woord raadplegen, hebt Gij U zelf dan al eens de vraag gesteld: wie zijn de eerste avondmaalgangers geweest?
Ik vermoed, dat hieraan te weinig aandacht is gegeven door velen, die het soms moeilijk hebben ten tijde des Heiligen Avondmaals.
Ik wil U eens iets laten lezen uit de oudste notulen onzer kerken, waar U twee zaken goed moet onderscheiden: allereerst de plaats, die Gods Woord hier inneemt.
Vervolgens het standelijke van de avondmaalganger.
Het is te vinden in handelingen der Synode van 1836 blz. 29-30, waar staat:
„De Lidmaten der Gemeente Jesu Christi zullen ernstig vermaand en opgewekt worden om zich te wachten voor verachting van het bondzegel des Heiligen Avondmaals, hetzij door de verwaarlozing van de onderzoeking der Heilige Schriften en het opwassen daardoor in de kennisse der zaligmakende waarheden, waardoor de lidmaten belet worden om het lichaam des Heeren Jesu Christi wel te onderscheiden, hetzij door het verzuimen van het Heilig Avondmaal door verkeerde toepassing der vermaning: de mens beproeve zich zelven en ete alzo van dit brood en drinke van deze drinkbeker zullende de Opzieners en Herders naarstige wacht houden over de wegblijvers van het Heilig sacrament, dezelve opzoekende in hunne woning, en onderzoekende naar de reden van het wegblijven, opdat, zo er nog gemoedsbezwaar mocht aanwezig zijn, dit bezwaar naar den Woorde Gods uit de weg geruimd worde en de bekommerden opgewekt om tot Christus te komen en niet alleen te betuigen, dat zij midden in de dood liggen, maar ook te erkennen en te betuigen dat Christus Zijn bloed voor Zijn Gemeente vergoten heeft en niet alleen de verzekerden en verzegelden, maar ook en vooral de bekommerden en verlegenen met de tekenen en zegelen Zijns verbonds wil troosten, opdat alzo ook dit Heilig Sacrament tot het rechte einde in de Gemeente bediend moge worden."
Laat het niet aan Uw aandacht ontglippen, dat onze Vaderen allereerst en met nadruk hebben gesproken van: „onderzoeking der Heilige Schriften". Zij hadden stellig een oog voor al de standelijkheden der ziel, maar zij wilden toch allereerst, dat de Avondmaalganger nauwkeurig acht zou geven, op wat Gods Woord leert.
Daarom wilde ik allereerst aan Gods Woord vragen: wie de eerste avondmaalgangers zijn geweest?
Tussen twee haakjes: hoe denkt U over die volgorde: als in deze Synodale uitspraak gezegd wordt: verzekerden, en verzegelden.
Is die volgorde wel goed?
Moet het niet zijn omgekeerd: Verzegelden, en verzekerden?
Maar ik laat die vraag aan U ter beantwoording en ik ga met U aan de hand van Gods Woord een bezoek brengen aan de eerste Avondmaalgangers.

U., S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 februari 1959

De Wekker | 4 Pagina's

Ten dis geleid III

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 februari 1959

De Wekker | 4 Pagina's