Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Respect voor het werk IX (slot)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Respect voor het werk IX (slot)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een belangrijke vraag
Een belangrijke vraag houdt ons bezig met het oog op de naaste toekomst. Hoe zal het arbeidspatroon er uitzien, wanneer de tweede industriële revolutie zich gaat voltrekken ? We staan aan de vooravond van 'n grote omkeer in het bedrijfsleven. De ver doorgevoerde mechanisatie schijnt tot een eindpunt gekomen zijn. Er komt een nieuw begin. We krijgen de automatische machines. Deze verandering brengt vanzelf mee een verandering in de wijze van werken. Hoe zal deze verandering zijn? Er klinken in dit opzicht naast pessimistische tonen toch ook optimistische geluiden door, die de overweging waard zijn.
De mechanisatie heeft gezorgd voor de zg. halfzelfstandige machines. De mens moet de machine bijhouden. Het tempo van de arbeid geeft de machine aan. Daardoor is de arbeid gedevalueerd. Het menselijke in de arbeid van mensen is genivelleerd. Van Riessen spreekt van mensonwaardige, wijl machinehandige, arbeid. (Maatschappij der toekomst).
De automatisering verlost van veel arbeid die die naam nauwelijks waard is. Gedevalueerde en tot in het elementaire gespecialiseerde arbeid wordt overbodig. De nieuwe machines nemen nl. veel van die functies over, die tot nu toe toch nog door een mens verricht moesten worden, nl. de mechanische handelingen. Ook de zintuiglijke waarnemingen en de schematiseerbare denkprestaties van de mens worden overgenomen. Veel routinewerk gaat vervallen.

Welke gevolgen?
Deze verandering betreft niet slechts de handarbeiders, maar ook het kantoorpersoneel. Geautomatiseerde bureaus komen er evengoed als geautomatiseerde fabrieken. Heel wat hoofdarbeid wordt straks machinaal verricht.
We krijgen dus een radicale verandering.
De vraag is nu of deze bevrijding van veel routinewerk gepaard zal gaan met verheffing van de menselijke arbeid.
Een optimistisch geluid laat Prof. Idenburg horen in zijn inaugurele rede: Mensen gevraagd!
De volgende aspecten tekenen zich nu reeds af:
De dienst aan de machine en het „mechanisch" kantoorwerk nemen straks een einde. Het ongeschoolde routinewerk vervalt.
Vervolgens zal over de gehele linie van half- tot hooggeschoold een verhoging van het peil van technische kennis en inzicht vereist zijn. Aan de kop zijn intelligente ingenieurs nodig, die de nieuwe machines kunnen ontwerpen, bouwen, installeren en repareren.
In de tussen-laag vindt men hen, die kunnen programmeren en het onderhoud der machines verzorgen.
Op het vlak van uitvoering worden arbeiders gevraagd met een goed technisch begrip, aan wier intelligentie, waakzaamheid, reactiesnelheid en verantwoordelijkheidsbesef hoge eisen worden gesteld. Hun functie heeft niets meer van de traditionele beroepen. Men kan deze categorie van werknemers daarom wellicht het beste als „technici" aanduiden. (blz.8).
En dan wordt aangehaald een woord van John Dieboldt, een van de eerste deskundigen op dit terrein: „Op een vreemde en onverwachte wijze kan de automatisering ons terugbrengen tot de menselijke en zielkundige waarden van de zichzelf respecterende vakman".
Dit is een optimistisch geluid. De werknemers op de fabrieken worden straks vakbekwame mensen.
Ietwat voorzichtiger drukt Dr. v. Riessen zich uit. Hij ziet zeker in de automatisering een overwinning van de mens in die techniek. Want zij is een culturele scheppingsontplooiing en zij verlost de mens van arbeid die deze naam niet waard is. Zo worden wij verlost van een ernstig probleem (a.w. blz. 173).
Evenwel hebben wij niet te klagen over de techniek. De techniek is niet ons noodlot, zij heeft geen gedetermineerde ontwikkeling. Het is de mens, die door de overspanning der technisch wetenschappelijke methode het spoor der techniek afgebogen heeft en mensen in hun arbeid geestelijk heeft laten verkommeren.
En opnieuw zal niet de techniek, maar de mens de schuldige zijn, indien door de automatisering de arbeidsslavernij plaats zal maken voor het uitstoten van vele mensen uit alle arbeid.
Het is dwaasheid te menen, dat de automatisering de arbeid noodwendig overbodig zal maken. De automatisering is een verheffing van het arbeidsniveau, een vergeestelijking daarvan. Maar de verkeerde kijk op de arbeid, die in de moderne techniek is ontstaan en die de mensheid vrede deed hebben met de vernedering van een gedevalueerde taak, zal ons in de toekomst vervolgen. Zij, die ontwend zijn aan ware arbeid en gekweekt zijn in de gezindheid, dat de mens werkt voor zijn vrije tijd en dat de zin van het leven een goed bestaan door middel van arbeidsbeloning is, zullen weerstand beiden aan een goede oplossing, (a.w. blz. 174).
Hier hebben we evenzeer waardering voor de vindingen van de techniek. We kunnen gerust spreken van de zegen van de techniek, ook als het gaat over de automatisering.

De grote vraag.
Maar de vraag is of de mens op de grondslag van deze nieuwe basis zijn arbeid zal weten te waarderen als roeping van Boven. Velen hebben genoegen genomen met hun arbeid zoals deze nu is, en bezien deze dan als noodzakelijk kwaad, als onvermijdelijk, als economische koopwaar, als broodwinning, als bestaansmiddel etc. Maar men ziet niet dat de essentie van ons leven luisteren naar een gehoorzamen aan de roeping van God is. Een eerste vereiste, aldus v. Riessen, voor het vinden van nieuwe arbeid is het opnieuw leren verstaan wat arbeid is.
Hier wordt de vinger gelegd bij de open wonde van deze tijd.
De westerse beschaving is in de na-reformatorische tijd tot grote bloei gekomen, omdat het reformatorisch roepingsbesef de mensen bezielde in hun arbeid. Het verlies van dit besef is oorzaak van de devaluatie van de arbeid. De rechtlijnige verbinding arbeid-loon is een teken van deze devaluatie, evenals de overschatting van de arbeid, waaraan het socialisme en in nog sterker mate het communisme zich schuldig maken. De decadentie van deze tijd en de huidige cultuurcrises zijn gevolgen van de ontwaarding van de arbeid.
Hierin brengt de automatisering op zichzelf geen oplossing, tenzij deze gepaard gaat met een opnieuw verstaan van het bijbels-reformatorisch-roepingsbesef.
Respect voor de arbeid keert terug zo men weten wil van roeping en gehoorzaamheid. Dan is er ook weer arbeidsvreugde!

Lw., Hilbers,

Vgl. Prof. Idenburg: Mensen gevraagd!
Prof. v. Riessen: Maatschappij der Toekomst.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 juni 1959

De Wekker | 4 Pagina's

Respect voor het werk IX (slot)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 juni 1959

De Wekker | 4 Pagina's