Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tempelbouw

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tempelbouw

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het huis nu, als het gebouwd werd, met volmaakten steen, zoals hij toegevoerd was, gebouwd; zodat geen hameren, noch bijl of enig ijzeren gereedschap gehoord werd in het huis, als het gebouwd werd. 1 Koningen 6 :7.

In onze tijd wordt veel gesproken over kerkbouw.
Er is heden een groot tekort aan woonhuizen, ook aan scholen, maar helaas ook aan kerken. Vooral in de grote industriecentra wordt dat bijzonder gevoeld.
Daartoe worden dan allerlei middelen in het werk gesteld om in dat tekort te kunnen voorzien. En wij hopen dat er veel en goed geofferd wordt ook voor kerkbouw. En dat in die nieuwe, evenals in de oude kerken, de boodschap van het Evangelie zuiver verkondigd zal worden. Want daardoor werkt de Heere aan de geestelijke en innerlijke tempelbouw.
De tempelbouw of kerkbouw, zoals God die verricht de eeuwen door, wordt in onze Heidelbergse Catechismus zo schoon beschreven en beleden met de woorden: „dat de Zone Gods uit het ganse menselijke geslacht zich een gemeente, tot het eeuwige leven uitverkoren, door Zijn Geest en Woord in enigheid des waren geloofs, van den beginne der wereld tot aan het einde, vergadert, beschermt en onderhoudt; en dat ik daarvan een levend lidmaat ben en eeuwig zal blijven."
De vraag komt nu op, hoe doet de Heere dat?
Welnu, een leerzame les geeft de Heere ons in Zijn Woord, waarin we kunnen lezen hoe het ging bij het bouwen van de tempel te Jeruzalem.

Het is bekend dat de Heere reeds aan Mozes in de woestijn de opdracht gaf tot het bouwen van de tabernakel. Deze was echt bestemd, gelijk de tenten van de Israëlieten, om telkens verplaatst te kunnen worden op de tocht door de woestijn.
Doch toen Israël reeds lang in Kanaan woonde werd de tempel gebouwd. Een vast huis, gebouwd van steen en hout.
Reeds koning David meende dat te mogen doen, maar de Heere heeft het hem verhinderd, omdat hij een krijgsman was en veel bloed had vergoten. De Heere wilde zelfs in de persoon van de riienselijke bouwer uitdrukking geven dat Zijn huis een huis des vredes zou zijn. En daarom mocht de zoon van David, koning Salomo (wiens naam betekent „Vredevorst"), de tempel des Heeren bouwen.
Salomo was een type van de komende Christus, die, hoewel Hij tegelijk de grote Strijder, de Held Gods, was, eveneens de grote Vredevorst was en is.
Van de verloste kerk des Heeren lezen we zo terecht in Hebr. 3 :4: „.. die dit alles gebouwd heeft is God". God is de Kunstenaar en Bouwmeester.

De Heere doet Zijn kerk nu voortkomen „uit het ganse menselijke geslacht". Hij trekt ze uit de wereld, of uit de kerk, tot Zijn wonderbaar licht en voegt ze samen tot één geestelijk levende kerk. Op aarde zien wij daarvan dikwijls helaas nog maar zo weinig. Doch wij kunnen en behoeven ook hier niet alles te zien. God heeft het gehéél voor Zich.
Bij Salomo's tempelbouw lagen de bouwstoffen ook maar niet zo dichtbij voor het grijpen. We lezen in het tekstverband dat Salomo zijn bouwmaterialen, hout en steen, betrok van Hiram, de koning van Tyrus.
De cederen moesten gehouwen worden uit het trotse Libanongebergte, evenals het dennen- of cypressenhout. En de stenen moesten worden gehakt uit de steengroeven. Het ging alles zeker niet vanzelf en niet gemakkelijk, maar — het ging toch, het werk werd begonnen, voortgezet, maar ook geheel voleindigd.

Uit zichzelf is niemand geschikt tot het koninkrijk Gods, maar zal geschikt en bereid gemaakt worden door Gods genade-bearbeiding, in de weg van wedergeboorte en bekering.
Gelijk het gesteente en de bomen, die aan de tempel van Salomo gebruikt werden, bearbeid werden om pasklaar gemaakt te worden, zo is het ook bij een mens.
Welk een groot leger van arbeiders heeft Salomo tot het werk opgeroepen. Hij stelde hen in ploegendienst, met een zeer nauwkeurige werkopgave en onder toezicht van hun opzichters enz.
Hoeveel mensen gebruikt Gods soms al voor één enkele mens om die in de middellijke weg te brengen tot de weg der zaligheid^ Het gaat soms een geheel lang leven door.
En langs welke wonderlijke en soms zware wegen leidt de Heere de Zijnen. Hij weet precies wat een elk van Zijn kinderen nodig heeft om op de weg des levens gebracht te worden en om hen er op te houden of, na afdwaling, weer terug te brengen.
Het zal steeds zijn een afsterven van de oude mens en een opstaan van de nieuwe mens. Dat blijft het zolang de Heere een mens bewerkt op deze aarde. Bij het sterven van het lichaam plaatst de Heere Zijn kind als een door Hem volmaakte steen (waar. met de wederkomst van Christus ook het verheerlijkte lichaam nog bijkomt) in het groot, zalig en eeuwig geheel van Zijn verloste kerk.
En dan is er tenslotte nóg een schone gedachte in onze tekst.
Het is déze, als we lezen :„... . zodat geen hameren, noch bijl of eenig ijzeren gereedschap gehoord werd in het huis, als het gebouwd werd."
Dat is toch wel een zeer bijzondere manier van bouwen.
Zo iets vindt men wel nergens, want het bouwen gaat immers steeds gepaard met veel gehamer en allerlei lawaai.
In onze tijd heeft men toch nog wel iets, dat in de verte gelijkt op de stille tempelbouw bij Israël. Wij kennen tegenwoordig de z.g.n. constructiebouw. Men heeft dan in de fabriek de meeste onderdelen pasklaar gemaakt en zet die op het bouwterrein tot één geheel in elkaar. Dat geeft heel wat minder gehamer enz. Doch dit soort bouwen doet men bij ons heus niet om het werk rustiger te doen verlopen.
Doch waarom moest de manier van het bouwen van de tempel dan zo zijn?
Wel, het was het huis des vredes, der rust. En dat wilde de Heere zelfs in de manier van het bouwen laten uitkomen.
De koning des vredes, Salomo, moest de tempel laten bouwen op een rustige en vredige manier.
Daar boven op de tempelberg Moria moest en zou het rustig zijn, want alle voorbereiding van de bouwstoffen geschiedde op een andere plaats. Te beginnen op de Libanon en in de steengroeven, en zeker verder bij Jeruzalem of aan de voet van de Moria. Maar het gebeurde alles beneden, niet op de tempelberg.

Ziet ge de schone symboliek, voor de eigenlijke kerk des Heeren, die bestaat uit mensen ?
Gods volk wordt beneden, in het leven hier op aarde, door den Heere bearbeid. We zingen daarvan in psalm 73 :12: „Gij zult mij leiden door Uw raad, o God, mijn heil, mijn toeverlaat; en mij, hiertoe door U bereid, opnemen in Uw heerlijkheid."
Hier beneden is niet het land der rust, dat komt pas later.
Doch neem nu niet dat er in het geheel géén hamerslagen behoefden te zijn om Gods kerk in den hemel en op de nieuwe aarde in eeuwige rust en vrede te doen leven.
Juist waren er vele, en zeer zware slagen. Maar dan bedoelen we toch niet de slagen, die Gods volk hier op aarde ontvangt. Want daardoor verdienen zij niets. Zij zijn enkel tot losmaking en loutering en niet om verdienste.
De verdienende slagen heeft Christus ontvangen, en willen ontvangen. Denk aan de slagen, die klonken bij Zijn kruisiging op Golgotha.
Doch nog veel méér en veel érger kwamen de slagen neer in Zijn ziel: „Mijn God, Mijn God, waarom verlaat Gij Mij, en redt Mij niet, terwijl Ik zwoeg en strij' en brullend klaag in d'angsten die Ik lij', dus fel geslagen?"
Alleen door de liefde Gods, in de verdienste van Christus, en door de toepassing door de Heilige Geest, wordt Gods volk zalig en komt het tot de eeuwige vrede.
En nu is dit zo opmerkelijk dat Christus al dat verdienende werk niet verricht heeft boven in den hemel, maar juist beneden op deze aarde. En zo is dus deze aarde niet alleen de plaats . waar Gods volk wordt toebereid, maar het is ook de plaats waar Christus arbeidde ter verlossing. Hier op aarde was Zijn kribbe, Zijn kruis en Zijn graf.
De aarde, waarop de zonde is bedreven is óók de plaats waarop Christus kwam tot Zijn werk ter verzoening van de zonde.
Hier beneden vielen en vallen de slagen. Daar boven is God bezig iedere oprecht gelovige een plaats te geven in het schoon geheel van Zijn levende kerk. En als die daar volmaakt en af is, laat God dat vrederijk neerdalen op de nieuwe aarde, waar dan alles door de vrede zal bloeien, voor eeuwig, en waar geen enkele wanklank der zonde ooit meer zal wezen.
Verlangt gij daar reeds naar, bij aanvang en voortgang?
De aarde hier beneden, is de werkplaats des Heeren. En gij zijt nog in die werkplaats van het heden der genade, omringd door het Evangelie met de vele beloften én waarschuwingen daarin begrepen. De Heere is een waarmaker van Zijn woord en Hij bouwt nóg aan Zijn tempel. Ook aan u?

Dedemsvaart. D. van Wilsum.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 oktober 1959

De Wekker | 4 Pagina's

Tempelbouw

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 oktober 1959

De Wekker | 4 Pagina's