Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De vrouw onder het Nieuwe Testament (V)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De vrouw onder het Nieuwe Testament (V)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kent de Heilige Schrift vrouwelijke ambtsdragers ?
Wanneer wij er op gaan letten, dat het getuigen, het spreken over het evangelie, het getuigen van de Heere Jezus niet behoeft in te sluiten dat dit aan een bepaald bijzonder ambt gebonden is, dan zeggen genoemde teksten omtrent het arbeiden van vrouwen in de kerk ons niet dat zij stonden in een bijzonder ambt. Immers dit getuigen behoort ook tot het ambt aller gelovigen, waarin mannen en vrouwen beiden staan. Het is dan ook merkwaardig dat de naam van een ouderling of opziener in het nieuwe testament nergens verbonden wordt met een vrouw. Iets anders staat het met het diaconaat. De oude kerk heeft vooral in het oosten een hoog ontwikkeld diaconaat gekend. Reeds heel vroeg heeft de kerk de vrouw ingeschakeld in de dienst der barmhartigheid. Er was zelfs een z.g. weduwenstand waarin zelfs jonge meisjes werden opgenomen. In 1 Tim. 5 :9 spreekt Paulus met het oog op deze instelling: „Dat een weduwe gekozen worde, niet beneden zestig jaren welke ééns mans vrouw geweest is, getuigenis hebbende van goede werken, zo zij kinderen opgevoed heeft, zo zij gaarne geherbergd heeft en zij der heiligen voeten heeft gewassen, zo zij aan verdrukten genoegzame hulp gedaan heeft, zo zij alle goed werk nagestreefd heeft". Paulus verbindt aan deze verkiezing nog al zware voorwaarden. Jonge weduwen of meisjes mogen niet verkoren worden, zulks in tegenstelling met de dienst der heidenen, die gewoonlijk jonge meisjes aan de tempeldienst hadden verbonden voor verschrikkelijke doeleinden. De kerk van Christus moet zich in alles onderscheiden van de afgodendienst der heidenen, 't Is toch nog de vraag of deze verkiezing gelijk staat met het diaconaat. In elk geval worden zij hier geen diacones genoemd. In Romeinen 16 :1 wordt echter van een vrouw gezegd dat zij een dienares (diacones) genoemd wordt. Zij heet Phoebe. Diacones van de ten zuidoosten van Corinthe gelegen havenstad Kenchrea. Dus toch een vrouw die diacones was, die dus in het ambt stond? Maar zo eenvoudig ligt de zaak niet. Het woord diaconein, diaconas, diaconie vormt in het nieuwe testament een indrukwekkend document van de eigen taal scheppende functie van het evangelie. De Heilige Schrift spreekt op een heel gewone manier van het dienen van elkander. Althans het nieuwe testament. Maar in het woord „dienen" lag oudtijds iets verachtelijks. Vooral de zogenaamde ontwikkelde Grieken moesten van het woord „dienen" niets hebben. Zo zegt de hoogontwikkelde wijsgeer Plato: „Immers hoe zou toch een mens gelukkig kunnen zijn die een ander dient?" De Griek, de elite mens, kent niet de dienst van een ander, niet de verloochening van zichzelf en de overgave aan een ander.
Het verbazingwekkende is nu dat het nieuwe testament in deze verachte begrippen als wijden en dienen zijn hoogste triumphen viert. Het nieuwe testament gaat dwars tegen de aloude Griekse wereldopvatting in. Christus maakt alle dingen nieuw. Het nieuwe testament zit vol begrippen als dienen, dienaar, dienst. Er is voor het nieuwe testament geen heerlijker en hoger woord dan dienen en dienst. Jezus zegt zelf: „Ik ben in het midden van U als Eén, die dient". Alle arbeid van engelen, apostelen, mensen wordt zo aangeduid. Paulus noemt zelf zijn eigen apostelambt diaconie (Hand. 20 :24 — Rom. 1:3). Evenals het werk van Timotheus, Marcus.
Elke voor de gemeente bedoelde arbeid heet diaconie. Dit woord maant tot voorzichtigheid met het afgrenzen van het werk: Diaken-ambtsdrager.
Het kan weleens samenvallen, maar altijd niet. Zo behoeft het woord „diacones" in Romeinen 16 nog niet in te sluiten dat Phoebe het ambt van diaken heeft bekleed. Haar diensten kunnen van allerlei aard zijn geweest. Zij kan allerlei opdrachten voor de diakenen hebben vervuld.
In elk geval moeten wij wel aannemen dat Phoebe een officieel persoon in de kerk van Kenchrea is geweest. Origenes die anders niet wil weten van een beroep op de Heilige Schrift, wat betreft de activiteit der vrouw zegt toch dat Romeinen 16 :1 , op grond van het apostolisch gezag, leert, dat ook de vrouw in dienst der kerk moet worden gesteld, ja zelfs twee dingen leert, dat de vrouwen als diacones kunnen worden aangesteld, namelijk zij die uitblinken, en dat dezulken met onderscheiding moeten worden behandeld. Het is in de geschiedenis der kerk echter zo gegaan dat men stelselmatig de vrouw geweerd heeft uit deze functie. Vooral de strijd tegen het Montanisme (dat heel veel gebruik maakte van de activiteit der vrouw) heeft de latere kerk met een zekere vrees vervuld, om de vrouw toe te laten tot het ambt. Dit is echter niet zonder strijd gegaan. Met de reformatie, is in dit opzicht weinig veranderd. Niet dat deze kwestie geen aandacht vroeg. Het convent van Wezel 1568 oordeelt het wel nuttig dat ook vrouwen van beproefd geloof en eerbare levenswandel en die van gevorderde leeftijd zijn, tot het ambt (diaconaat) gekozen werden. De bedoeling was blijkbaar dat zij bij de verzameling en uitdeling van aalmoezen aan de armen en bij de verpleging van zieken als helpster zouden worden ingeschakeld.
Echter de synode van Middelburg 1581 antwoordde op de vraag of het raadzaam was het ambt van diacones weer in te voeren zeer beslist nee. Zij wilden geen ambtelijke diacones maar wel vrouwen die behulpzaam waren bij het verzorgen van zieken. Voetius zegt dat de zogenaamde diaconessen behoren tot de categorie der behulpsels. De vrouw heeft schone gaven van God ontvangen die vooral in het dienen uitkomen. Jezus en de apostelen hebben van de dienst der vrouwen gebruik gemaakt niet alleen voor het diaken- maar ook bij het predik- en ouderlingambt.
Nee, in het ambt wordt zij niet gesteld, maar zij mag wel behulpzaam zijn voor het ambt. God heeft haar schone gaven gegeven, om velerlei arbeid in betrekking tot de zondagschool, evangelisatie, zending, dienst der barmhartigheid en ziekenverzorging te verrichten.
De vrouw kan als zodanig heel wat arbeid in Gods koninkrijk verrichten. Er zijn in Amerika zelfs vrouwenverenigingen die zich speciaal toeleggen op de zending; ze brengen schatten bijeen voor de verbreiding van het evangelie. Toch dreigt ook hier het gevaar dat de vrouw op de lange duur haar dienende functie vergeet en steeds meer een plaats opeist in bestuur niet naast de man, maar zelfs boven de man. Het dienen wordt dan heersen. En zie dan gaat het echt vrouwelijke: „als hulpe tegenover de man" verloren. De Heilige Schrift wijst niet alleen op activiteiten der vrouw maar ook op wat yooral haar sieraad moet zijn.

B. (Biezelinge) vD.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 december 1959

De Wekker | 4 Pagina's

De vrouw onder het Nieuwe Testament (V)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 december 1959

De Wekker | 4 Pagina's