Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De vrouw onder het Nieuwe Testament (VI)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De vrouw onder het Nieuwe Testament (VI)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het onverderfelijk sieraad der vrouw.
De prediking van het Evangelie bracht een grote verandering in het gezinsleven. Het was met dat gezinsleven vooral in de heidenwereld droef gesteld. De man gedroeg zich als absoluut heerser, die naast zijn vrouw er nog een paar bij vrouwen op na hield, die moesten zorgen voor zijn uiterlijk gewaad en die moesten voldoen aan zijn zinnelijke lusten. Zijn vrouw diende voor de instandhouding van zijn gezin te zorgen. Nu trachtten de vrouwen zoveel mogelijk hun mannen te behagen door uiterlijkheden, mooie kleren, goud, zilver, pronkzucht. Het uiterlijk moest het doen.
Voor een meer intiem leven van samen overleggen en doen, was geen gelegenheid. Men trachtte de man te boeien, vast te houden, te behagen door mooie kleren, kostbare gewaden, de vrouw was het pronkgewaad van de man. Dit zijn op zichzelf geen onverschillige zaken. Een vrouw mag gerust een mooie jurk dragen. De H.S. spreekt veel over het kleed. Het kleed herinnert aan de zondeval, dient ook ter onderscheiding. Wij moeten ons echter op de buitenkant niet blindstaren. Ook door het kleed kan men huichelen. De Here wil dat wij het kleed zien als gave. Zelf zegt Hij: „Ik tooide u met sieraden, deed armbanden om uw handen, een keten aan uw hals. Gij u met goud en zilver, met kleding van fijn linnen en zijde, geborduurd werk." (Ezech. 16; 11-33).
Hoe schoon wordt de bruid in het boek Hooglied getekend. De zonde zit niet in de stof. En toch hoe heerlijk deze dingen zijn, het is niet alles en zeker niet het voornaamste. Daarop wijzen Paulus en Petrus. In hun tijd was er veel weelde, opschik. De vrouwen dirkten zich op om mannen te behagen. Dit gebeurde ook in de gemeente van Christus, men trachtte door kleding indruk te maken en daardoor zelfs ongelovige mannen te winnen voor het Evangelie. Men wilde voor de wereld niet onderdoen, maar aan haar gelijk zijn. Ze waren immers als vrouw vrijgemaakt door Christus en het zat niet in het uiterlijke.
Toch zijn er grenzen. Paulus zegt in I Tim. 2:9 : „Desgelijks ook dat de vrouwen in een eerbaar gewaad met schaamte en 'matigheid zichzelf versieren, niet in vlechtingen des haars of goud of paarlen of kostelijke kleding, maar hetwelk de vrouwen betaamt die de godvruchtigheid belijden door goede werken." Hij zegt eveneens dat de vrouw de heerlijkheid des man is (1 Cor. II :7) d.w.z. door haar sieraad en kleding. Het kleed typeert de vrouw zedelijk en geestelijk. De Christenvrouw zorge voor een eerbaar gewaad, zonder opsmuk en poge niet door een opzichtelijk kleed de aandacht te trekken, vooral niet in godsdienstige samenkomsten. Daar past een zedig gewaad. Ze moet zelfbeheersing tonen; oppassen voor het overschrijden der grenzen, zü moet ijdelheid en pronk van zich houden. „Wacht u", roept de apostel hen toe, „dat gij door opzichtige, opgedirkte kledij of door al te veel glinsteren van zilver of goud geen aanstoot geeft en geen tegenwerking geeft aan de werking des Heiligen Geestes". De vrouw siere zich met goede werken, gehoorzaamheid en het vervullen der vrouwelijke plichten. Godsvrucht zij haar levensinhoud, daardoor worde haar sieraad bepaald. Geen kapitalen uitgeven aan sieraden en praal van de wereld en slechts heel weinig voor de dienst des Heren.
Tot een der grootste problemen der eerste Christelijke gemeenten behoorde het gemengde huwelijk. Het gebeurde dat of de man of de vrouw Christen werd en de ander heiden bleef. Dat gaf een moeilijke situatie. Nu stond het zo, dat wanneer een vrouw door de genade van God getrokken was, zij niets liever zag, dan dat haar man ook Christen werd. Maar hoe zou zij dit bereiken?' Hier valt niets te forceren, vooral geen meerderwaardigheidsgevoel. De aloude Griekse behaagzucht zou niet baten. Zo'n vrouw moest uitblinken door onderdanigheid, gehoorzaamheid. Vooral haar dagelijkse levenswandel moest een duidelijk leesbare brief van Christus zijn. Liet de man zich niet overtuigen door haar woorden, dan moest hij door haar daden zien, door haar wandel' overtuigd worden van de kracht die ziJ uit haar godzaligheid putte. De godvrezende wandel moest hem tot nadenken stemmen. Juist zulk een vrouw die hij vroeger als ijdeltuit en pronkster gekend had, zou nu heel anders zijn geworden. Geen dikdoenerij, geen pronkzucht, mooie kleren waardoor de heidense vrouwen de mannen behaagden, moest zij aanwenden maar heel wat anders. Het sieraad der vrouw, zegt Petrus, is niet hetgeen dat uiterlijk is, het vlechten van het haar, het omhangen van goud. Dat vlechten van het haar was toen een dure modegril. Vooral de vrouwen van bedenkelijk allooi deden veel aan die haaropsmuk, om za de aandacht te trekken. En dan het omhangen met goud. Wat bracht dit een ellende! Velen geraakten er door in grote schulden. Christenvrouwen moeten sober, matig, en niet wellustig zijn. Het kleed van Christus' gerechtigheid hebben zij nodig, de mantel zijner heiligheid. Haar verborgen versiersel zi) anders: Niet het vlechten van het haar of het omhangen van goud en dure gewaden (dit alles negatief), het komt aan op de verborgen mens des harten met de onvergankelijke tooi van een zachtmoedige en stille geest die kostbaar is in het oog Gods.
De verborgen mens, die ziel, het inwendige leven, het geleid worden door de heilige Geest. De heilige Geest die ons herschept naar het Beeld Gods. Die ook de zie] van de vrouw aangrijpt, haar zaligmakend bearbeidt, haar zonden blootlegt, die haar bekend maakt met zonde en genade. De verborgen mens, d.w.z. de mens die naar God gekeerd is, die zijn kracht niet zoekt in uiterlijke dingen maar in de verborgen omgang met de Heere. Die verborgen mens zoekt het ware leven en siert zich met de onvergankelijke tooi in een stille en zachtmoedige geest. Zachtmoedigheid en stilheid zijn haar meest bekoorlijke en schone deugden. Zalig de zachtmoedigen, zij zullen God zien. Het uitwendige gewaad wordt met de dag slechter. Het kostbare kleed wordt eindelijk een prooi der motten, het duurzaamste goud verbleekt en de schoonste vlechten verwelken. Dit zijn allemaal zaken die tot het tijdelijke behoren, maar het verborgen sieraad dat bestaat uit het leven met en bij de Heere, duurt eeuwig. Het neemt zelfs toe in schoonheid, wanneer Gods Geest er in woont. Een zachtmoedige geest, dit is: die handelbaar is, die niet in opstand verkeert, die niet jaloers is op een ander, die vreemd wordt aan alle verkeerde hartstocht en toorn en hoogmoed. Een zachtmoedige geest, die rustig, kalm en vol overgave haar weg gaat, die haar man tot een hulp is, die haar kinderen onderwijst in de vreze en wegen des Heeren, die bezig is in de dingen des Heeren, die getuigen van haar verlosser. Zij het bidden en streven der zulken daarop gericht. Wij eindigen deze artikelen met een woord van de kerkvader Tertullianus: „Kleed U in de zijde der rechtschapenheid, in de bysus (fijn Egyptisch lijnwaad) der heiligheid, en in het purper der kuisheid, zo versierd zult ge God tot vriend hebben".

Biezelinge. van Dijken.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 december 1959

De Wekker | 4 Pagina's

De vrouw onder het Nieuwe Testament (VI)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 december 1959

De Wekker | 4 Pagina's